Stem uit Elberfeld helpt discussie over ‘Dordt’ vooruit
Kohlbrugge had liever gezien dat de Dordtse Leerregels instaken bij de leer van de rechtvaardiging in plaats van de predestinatie. Maar hij distantieerde zich niet van hun radicale inhoud. Het volstrekte genadekarakter van het heil, zoals Dordt dit verwoordt, onderschreef hij volledig.
Dr. H.F. Kohlbrugge wijkt af van ‘Dordt’… Deze stelling staat in de nieuwe publicatie van dr. G.A. van den Brink, ”Hyperdordt. Belijden zonder te geloven. Het Evangelie als redmiddel voor bevindelijk-gereformeerden”. In dit boek gaat hij in op reacties die hij kreeg op zijn eerdere publicatie, ”Dordt zoals je Dordt niet kende’ (RD 27-12).
Voor het RD schreef ik (JMJK) een recensie van dit werk (RD 14-4). In dit vervolgboek wordt deze bespreking door Van den Brink gewogen. Vergeleken met andere reacties die hij kreeg, wordt mijn tekst ondanks de kritische beoordeling van zijn boek als „opvallend mild” bestempeld. Maar dat betekent niet dat Van den Brink geen kritiek heeft. Op diverse onderdelen daarvan zou ik graag willen reageren, omdat hier en daar een karikatuur wordt geschetst van wat ik schreef. Ik doe dat nu niet maar ik volsta met die ene opmerking: die over Kohlbrugge.
Het commentaar van Van den Brink richt zich op mijn slotopmerking, waarin ik Kohlbrugge citeer uit diens ”De leer des Heils”. Van den Brink vindt het niet op zijn plaats om in dit verband Kohlbrugge te citeren, omdat „juist Kohlbrugge moeite had met de Dordtse Leerregels! (…) Veeleer moeten we constateren dat Kohlbrugge van Dordt afwijkt.” Deze stelligheid vraagt om een weerwoord.
Grote verwantschap
In zijn ”Woord vooraf” verantwoordt Van den Brink zich voor het feit dat hij in deze nieuwe publicatie vooral Luther aan het woord laat. De huidige discussie gaat immers „over de gronden en kernpunten van de reformatie”. In feite gaat het om „dezelfde zaken als waarvoor Luther ooit gestreden heeft. Wanneer we juist op het belangrijke punt van wet en evangelie, van rechtvaardiging en geloof, van Woord en Geest ons niet meer bij Luther willen aansluiten, moeten wij ons afvragen of we nog wel in de lijn van de reformatie staan.” Dat is terecht gezegd.
Als er iemand geweest is die juist dit heeft gedaan, is het Kohlbrugge wel. Niet voor niets typeerde A. Zahn hem als een ”Lutherus redivivus” (herboren Luther). Wanneer men zich verdiept in diens theologie, kan de enige conclusie zijn dat er sprake is van een grote verwantschap tussen Kohlbrugge en Luther. In Kohlbrugges kanselwerk zijn de kernen van Luthers theologie present en nemen ze zelfs een prominente plaats in, met name de theologie van het kruis, de rechtvaardiging van de goddeloze en het nochtans-karakter van het geloof. De bekende J.C.S. Locher uit de vriendenkring van Kohlbrugge positioneert de Elberfelder bij „de mannen van het begin der Hervorming”. Wanneer het om het leerstuk van de rechtvaardiging gaat, noemt hij expliciet Luther: „Omdat bij Luther de strijd om gerechtvaardigd te zijn zo sterk was, hebben zij ook zoveel overeenkomst.” De Bijbelvertaling die op Kohlbrugges bureau en kansel lag, was die van Luther.
De stelling dat Kohlbrugge van de Dordtse Leerregels afwijkt, roept een reactie op. Op zijn minst is dit standpunt erg kort door de bocht en daarom is enige nuance op zijn plaats. Inderdaad staat Kohlbrugge wat ambivalent ten opzichte van de Leerregels; hij meent een accentverschuiving te signaleren. Dat geldt met name de insteek van de Dordtse Leerregels bij de predestinatie; die had hij liever gezien bij de leer van de rechtvaardiging. Maar dit wil niet zeggen dat hij zich distantieerde van hun radicale inhoud. Integendeel. Dat blijkt wel uit zijn ”Voorberigt” in een boekje van César Malan dat hij uit het Frans vertaald had. Daarin citeert hij met grote instemming wel acht artikelen uit hoofdstuk 3/4 van de Dordtse Leerregels. Het volstrekte genadekarakter van het heil, zoals Dordt dit verwoordt, onderschrijft Kohlbrugge volledig. Niet de wedergeboren mens maar de genadige God dient centraal te staan. Dordt mag niet geïsoleerd worden van de belijdenis in Zondag 23 van de Heidelbergse Catechismus (”rechtvaardig door het geloof”), inclusief het nochtans van het geloof. De eeuwigheidsgrond is Gods verkiezing en daarin weet het rechtvaardigende geloof zich verankerd. Kohlbrugges accent op de rechtvaardiging sluit daarom naadloos aan bij het belijden van de reformatoren. Christus en Zijn volkomen gerechtigheid vormen het hart van zijn theologie en prediking. Juist daarom is het in de huidige discussie heilzaam om behalve naar Luther ook naar Kohlbrugge te luisteren. Hij geeft correctie naar twee kanten. Wij menen dat het de fronten van de huidige discussie zijn.
Wedergeboorte en geloof
Enerzijds kan Kohlbrugge getypeerd worden als de krachtige bestrijder van het ”religieus subjectivisme” (een prediking die haar uitgangspunt heeft in de vrome mens) van zijn dagen. Kohlbrugge stond pal voor de kracht van het soevereine Woord van God, van radicale genade, van Gods heilige wet en van het ware geloof, dat alleen geloof in Christus kan zijn. Elke vrome of onvrome ervaring die niet uit het Woord opkwam, wees hij radicaal af. De bevindingen van Gods heiligen hebben bij Kohlbrugge dan ook geen eigenstandigheid buiten Christus om. Alles wat niet uit het geloof is, is bij hem ”vlees”, en vlees kan voor de heilige God niet bestaan.
De gedachte als zou er sprake kunnen zijn van een wedergeboorte zonder het rechtvaardigende geloof is bij Kohlbrugge ondenkbaar. In een preek over Johannes 3:1-6 wijst hij op „de weg waarop God hem (Nicodemus) deze nieuwe geboorte wilde deelachtig maken. Deze weg was: Hem die God gezonden heeft, Jezus Christus, met waarachtig geloof, met verloochening van zichzelf, de wereld en alle eigengekozen vroomheid, te omhelzen als zijn eigen gerechtigheid voor God.” Dit is helemaal in overeenstemming met wat de Dordtse Leerregels belijden aangaande de wedergeboorte (DL 3/4, 12): „…alzo dat al degenen in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven.” Wedergeboorte en geloof, ze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Onderscheidende prediking
Zo’n evangelieverkondiging impliceert tegelijkertijd –en dat is het tweede– een scherp onderscheidende prediking. Laat het duidelijk zijn: de kabinetten van de evangelische beloften zijn in Kohlbrugges preken voor allen zeer wijd geopend. „Wat wij leer noemen, is belofte uit Gods mond. (…) God de Heere schrijft brieven van een eeuwig erfdeel eer wij nog geboren zijn, hecht ze aan de wand van ons hart bij onze geboorte en bezegelt ze bij onze doop.” Maar deze onbevangen belofteprediking heeft ook een ontdekkende keerzijde. „Christus woont alleen bij zondaren”, schreef Luther aan zijn vriend Georg Spenlein. We lezen het ook bij Kohlbrugge. Ieder mág tot Christus komen; het welgemeende aanbod van genade is er aan ieder. Maar slechts de overtuigde zondaar zál komen. In Kohlbrugges preek over vraag 2 lezen we: „Geen mens zal in waarheid verlangen geheel door de Heere Jezus verlost te zijn en Hem als zijn enige Heiland en Zaligmaker aan te grijpen, indien hij niet zaligmakend overtuigd is, dat hij in de grond bedorven is. Dit moet ondervonden worden. God snijdt zo menigeen zijn heilige neus en zijn oren af, en laat hem diep in het slijk vallen, opdat alle vlees ophoude met roemen, en de armen en ellendigen moed krijgen om tot God te gaan, om Hem om genade aan te roepen.”
Kohlbrugges theologie is wel aangeduid als agnologie. In het hart van zijn prediking staat Hij die als Agnus Dei, het heilig Godslam, de zonde van de wereld wegdraagt. „Bent u met Mijn Lam tevreden?”, klonk eens de vraag in Kohlbrugges ziel. Zijn antwoord: „Ja, Heere.” Daarna ontving hij het Godswoord: „Dan ben Ik met u tevreden.” Zo preekte deze onheilige heilige over het heil dat in Christus voorhanden is voor zondaren die vleselijk zijn en onder de zonde verkocht. Deze prediking stijgt uit boven de onderhavige discussie over het aanbod van genade. Het is onze wens en bede dat ze met het oog op de verkondiging van nu dienen mag tot herkenning en verbinding.
H. Boele publiceert regelmatig werk van Kohlbrugge. J.M.J. Kieviet is emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.