BinnenlandOefening Bastion Lion

Bevoorrading troepen aan het front schiet tekort

De bevoorrading van Nederlandse troepen aan het front met munitie en noodrantsoenen is niet op oorlogssterkte. Toch is luitenant-generaal Jan Swillens vastberaden over een grootschalig conflict met de Russen. „We winnen.”

10 April 2025 11:18Gewijzigd op 11 April 2025 19:36Leestijd 8 minuten
Een Boxerpantserinfanterievoertuig in oefendorp Schnöggersburg tijdens Bastion Lion, de grootste oefening van de Koninklijke Landmacht dit jaar. beeld ANP, Vincent Jannink
Een Boxerpantserinfanterievoertuig in oefendorp Schnöggersburg tijdens Bastion Lion, de grootste oefening van de Koninklijke Landmacht dit jaar. beeld ANP, Vincent Jannink

Zwaar mitrailleurvuur klinkt. Rookwolken stijgen op. Het gevecht op de Truppenübungsplatz Guz Altmark, iets ten noorden van Maagdenburg, is in volle gang. Russische luchtlandingstroepen hebben Schnöggersburg ingenomen. Huizen met rode en zwarte daken, een ziekenhuis, een universiteit.

Militairen van 13 Lichte Brigade uit Oirschot krijgen opdracht –samen met een Duits gevechtsbataljon– het oefendorp te zuiveren; een scenario vergelijkbaar met een stad als Pokrovsk in Oost-Oekraïne. „De moeilijkste opdracht die er is”, zegt brigadegeneraal Gert-Jan Kooij in het veld voor zijn zwaar gecamoufleerde commandopost, de ingang verstopt achter een Dixi, een mobiel toilet.

„We willen winnen; in een oorlog is het niet handig tweede te worden”

Tom Smit, kolonel Defensie Bewaking en Beveiliging

„Gevechten in stedelijk gebied garanderen het grootste aantal slachtoffers en het grootste munitieverbruik”, legt de gedreven, zwaar geschminkte commandant uit. „Achter elk raam kan zich een scherpschutter verschuilen.” Boven de commandopost zoemt de zoveelste drone. „Kijk”, wijst Kooij. „Daar hangt een granaat onder. Als dit een vijandelijke drone was geweest, hadden we dit niet overleefd.”

Afschrikking

Tijdens Bastion Lion, de grootste landmachtoefening van dit jaar, wordt drie weken lang getraind op een oorlog aan de Oostflank van het NAVO-gebied. Met 4000 man, 1800 voertuigen en 200 drones. Om de Russen af te schrikken. Eenheden van 13 Lichte Brigade uit Oirschot rukken daarbij op over een afstand van pakweg 600 kilometer.

Brigadegeneraal Gert-Jan Kooij. beeld ANP, Vincent Jannink

Het hoogtepunt van de oefening is de slag om Schnöggersburg. Boxerpantservoertuigen komen op hoge snelheid aangereden. Grote stofwolken op het gortdroge oefenterrein stuiven op. Verslaggevers –helm op, scherfvest om– moeten zandhappen. Opnieuw klinkt zwaar vuur.

Toch staat of valt het gevecht aan het front ook met de bevoorrading van de troepen. Wapens, munitie, drinkwater, reservedelen, rantsoenen en medicijnen zijn essentieel om de strijd op het slagveld vol te houden. Daar ligt de hoofdmissie van Bastion Lion.

De landmacht sleept voor Bastion Lion alles mee vanuit Nederland, zegt kolonel Tom Smits in het militair ‘distributiecentrum’ in Coevorden, dat ondersteuning levert aan de gevechtstroepen in Duitsland. Aansturing vindt plaats in een operationeel commandocentrum. Op veilige afstand van het front. Mobiele telefoons zijn hier taboe. Op een tafel rechtsachter ligt een grote kaart. Rechts rode legers, links blauwe. Een zwarte streep voert van Coevorden via Hannover naar de regio Maagdenburg.

Militairen werken met beeldschermen én kaarten. „Kaarten zijn handig om de operatie voort te kunnen zetten als schermen uitvallen bij een cyberoperatie”, legt kolonel Tom Smit uit. „We willen winnen. In een oorlog is het niet handig te eindigen als tweede.”

Dekking in Dixi

De bevoorradingsketen voor de frontlinie vindt plaats via verschillende knooppunten in Duitsland. Kolonel Edwin Peters is met zijn bevoorradingseenheid 450 kilometer verderop neergestreken in Sülzetal, op 100 kilometer van het virtuele front. Zijn commandopost bevindt zich op de derde verdieping van een leegstaande meubelhal.

Een Nederlandse militair staat op scherp. beeld ANP, Vincent Jannink

De bewaking is streng. „Ziet u een drone, zoek dan direct dekking”, meldt een opperwachtmeester. „Onder een boom, in een voertuig of in een Dixi.” Kolonel Peters moet haastig verkassen. Zijn bevoorradingscentrum ligt –volgens het scenario– onverwacht onder vuur van Russische artillerieraketten. „Het wordt ons hier te heet onder de voeten.”

De bevoorrading van de vechtende manschappen is niet op oorlogssterkte, zegt kolonel Peters van het Bevoorradings- en Transportcommando. Materieel is verouderd, het aantal manschappen schiet tekort. „Deze eenheid moet drie gevechtsbrigades tegelijk kunnen bevoorraden, maar op dit moment kunnen wij er maar eentje aan.” Peters heeft bijvoorbeeld meer nachtzichtkijkers nodig. En betere bewapening. En verbindingsmiddelen.

De krijgsmacht richt zich, na het decennialang uitvoeren van vredesmissies, weer op hoofdtaak één: bescherming van Nederland en NAVO-grondgebied. Bevoorrading vindt daarbij niet over grote afstand vanuit de lucht plaats naar Afghanistan of Mali, de ondersteunende eenheden rukken achter de gevechtstroepen aan op naar het front.

Een aanvalsdrone met een dummy RPG-granaat boven oefendorp Schnöggerburg. beeld ANP, Vincent Jannink

De NAVO vraagt om de gelijktijdige inzet van de drie Nederlandse gevechtsbrigades, uit Oirschot (13 Lichte Brigade), Schaarsbergen (11 Luchtmobiele Brigade) en Havelte (43 Gemechaniseerde Brigade). „Mijn eenheid bestaat maar uit 1000 tot 1100 man, een bezetting van 70 procent. Ik heb bijna drie keer zo veel mensen en middelen nodig om de hele landmacht te ondersteunen.”

Bij de meubelhal staat een legertje oude DAF-viertonners. Verkleurd. Verschoten. Verouderd. De vraag is daarom of het leger klaar is als de NAVO op de knop drukt voor inzet bij een grootschalig conflict. „We gaan”, verzekert kolonel Peters, geweer op de rug. „Het risico bestaat alleen dat we minder naar het front kunnen brengen.”

„Schieten met de benen bij elkaar vergroot de overlevingskansen aanzienlijk”

Gert-Jan Kooij, brigadegeneraal 13 Lichte Brigade

Generaal Jan Swillens, de hoogste baas van de landmacht, is ondanks de tekortkomingen overtuigd van de afloop van een grootschalig gevecht met de Russen. „Dat gaan we winnen. Nederland is lid van de NAVO.”

Ook al is de dreiging groot, Swillens verwacht niet op „heel korte termijn” oorlog. „Daar zijn geen indicaties voor, maar de kans is ook niet nul. Er is geen reden voor angst, wel voor realisme.” De risico’s zijn op dit moment wel hoger. „Rusland weet dat de NAVO over drie of vier jaar sterker is dan nu.”

Aanvalsjagers

In Schnöggersburg is het gevecht nog altijd in volle gang. Met luid geraas voeren twee A4 Skyhawk-aanvalsjagers van een civiel bedrijf een aanval uit op de Nederlandse troepen. Duikvlucht na duikvlucht.

42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse jagers komen in actie. Twee militairen richten hun Stingerluchtafweersysteem op de vijandelijke toestellen. Een gericht schot volgt. Voltreffer. Virtueel, maar toch. Sergeant Daan is tevreden. Hij verontschuldigt zich. „Ik stink misschien een beetje, maar ik heb vier, vijf dagen niet gedoucht.”

„Ik stink een beetje, want ik heb drie, vier dagen niet gedoucht”

Daan, sergeant 13 Lichte Brigade

Dit is een direct gevolg van de geleerde lessen uit Oekraïne, legt brigadegeneraal Kooij uit. „We oefenen nu vier dagen achter elkaar. Niet een oefeningetje en dan alweer een evaluatie. Nee, doorgaan. Daarmee harden we de manschappen.”

Defensie traint militairen op de voortdurende aanwezigheid van drones. Bastion Lion telt nu 200 drones tegenover een stuk of tien bij de oefening van vorig jaar. „Het gevecht is totaal anders geworden. Het front is supertransparant. De vijand kan ons niet meer verrassen met troepenconcentraties. Vanuit mijn commandopost kijk ik op 10 kilometer afstand mee.”

Geneeskundige troepen bergen een ‘slachtoffer’ met een Boxer. beeld ANP, Vincent Jannink

De landmacht zet verder voor het eerst gecamoufleerde opblaasbare pantservoertuigen in met een warmte-element. Vijandelijke drones met warmtebeeldcamera’s droppen een granaat op het voertuig en vliegen terug. Eigen drones kunnen daarmee de achtervolging inzetten, de vijandelijke thuisbasis lokaliseren en uitschakelen. De landmacht schafte de opblaasbare dummy’s drie maanden geleden aan na ervaring in Oekraïne.

Lessen zijn soms heel praktisch. „Wij hebben altijd geleerd te schieten met de benen uit elkaar voor een grotere stabiliteit. Oekraïne leert ons dat we beter kunnen schieten met de benen tegen elkaar. Als een drone een granaat dropt, is de kans groot dat hij de hoofdslagaders aan de binnenkant van de benen raakt. Dat is dodelijk. Met de benen bij elkaar is de overlevingskans een stuk groter.”

Generaal Swillens ziet twee belangrijke lessen uit Oekraïne. „De onvoorwaardelijke wil om te vechten en het aanpassingsvermogen van het Oekraïense leger. Het begint met de wil, dan komt de aanpassing. We moeten vooral slimmer vechten.”

Groei

De krijgsmacht werkt gestaag aan groei, benadrukt Swillens, terwijl hij zijn troepen inspecteert in Guz Altmark. „We staan op de drempel van een transformatie. Het huidige leger van 18.000 man groeit de komende jaren naar 25.000 tot 30.000.” Swillens denkt daarbij aan mensen die 3, 12 of 24 maanden willen dienen. Bijvoorbeeld als reservist. Niet alleen soldaten, maar ook artsen en chirurgen. „Per functie kan het verschillen waar en hoe vaak ze opkomen.” Swillens verwacht elk jaar ook 3000 tot 5000 man uit het Dienjaar te kunnen strikken.

De commandant landstrijdkrachten schetst drie lijnen voor de krijgsmacht. Versterking van de drie gevechtsbrigades met eigen vuursteun en eigen luchtverdediging. De nieuwe defensienota voorziet daar volgens hem al in, maar de NAVO-eisen vragen meer. Meer gevechtskracht per brigade en ook eigen logistiek. Swillens wil verder nieuwe eenheden aan de brigades toevoegen. „Met name voor elektromagnetische oorlogsvoering met drones en counterdrones.”

De belangrijkste uitdaging is volgens Swillens een vergroting van het zogeheten voortzettingsvermogen. „Dat is de vraag hoe lang het leger het volhoudt. Kunnen we bijvoorbeeld mobilisabele reservisten inzetten als een brigade, die binnen tien dagen in NAVO-verband kan optreden, verliezen lijdt.”

Slachtoffers

Russen blijven zich roeren in Schnöggersburg. Een Boxerpantservoertuig voert vier gewonden af naar een veldhospitaal. Een man met afgeschoten rechteronderbeen en rechteronderarm wordt binnengebracht. Een chirurg en een traumachirurg uit een gewoon ziekenhuis opereren op een hypermoderne OK in een legertent. Het slachtoffer met bloederige bloedstomp is speciaal ingevlogen voor deze act. Ook verwondingen zijn realistisch.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer