OpinieOpinie

Zorgvuldige lezing Bijbel biedt ruimte aan vrouw in politiek

De SGP staat voor politiek bij een open Bijbel. Die moet wel zorgvuldig gelezen worden. Een recent artikel van diverse SGP-leden inzake het vrouwenstandpunt overtuigt niet.

Jonathan Vroombout
9 April 2025 17:51Leestijd 5 minuten
„Past men wat Paulus aan Timotheüs schrijft toe op uitsluitend de kerkelijke gemeente, dan is er vrijheid voor de vrouw om in het publieke domein bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.” Foto: een witte dame op een schaakbord. beeld Getty Images
„Past men wat Paulus aan Timotheüs schrijft toe op uitsluitend de kerkelijke gemeente, dan is er vrijheid voor de vrouw om in het publieke domein bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.” Foto: een witte dame op een schaakbord. beeld Getty Images

Het begin van het genoemde opinieartikel (RD 31-03) onderschrijf ik: onze standpunten dienen altijd op de Bijbel gegrond te zijn. Een belangrijk gegeven daarbij is dan wel dat geciteerde teksten en gebruikte passages in de juiste context geplaatst en gebruikt moeten worden. En dat ontbreekt er mijns inziens aan.

Waar de schrijvers de Bijbel veelvuldig hanteren om hun visie te staven, worden er dusdanig teksten uit hun verband gerukt dat ze uiteindelijk het vrouwenstandpunt zoals nu nog verwoord in het beginselprogramma, ondersteunen.

Onduidelijk

Allereerst wordt beweerd dat het „heersen van de man over de vrouw” in de scheppingsorde is vastgelegd en daarmee van voor de zondeval dateert. Dat is echter onjuist: het voor de vrouw „als hulpe tegen hem over” zijn voor de man, wijst op de eenzaamheid die Adam ervoer nadat hij alle dieren van hun namen had voorzien, zowel de mannetjes als de vrouwtjes. Hij had echter geen wederhelft.

Dat de man over de vrouw zou heersen, is van na de zondeval en dat kunnen we lezen in Genesis 3:16: „Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.”

Deborahs door God geschonken rol wordt ernstig gedegradeerd

Wat de melaatsheid van Mirjam in Numeri 12 betreft, is de helft maar benoemd. Broer en zus trokken Mozes' unieke roeping in twijfel. Alle drie moeten ze buiten de tent der samenkomst komen, waarna God Aäron en Mirjam bestraft, waarbij Mirjam met melaatsheid wordt gestraft en buiten het leger moet verblijven. Aäron ziet ondertussen in hoe zij gezondigd hebben. Hij vraagt daarvoor vergeving en bidt om medelijden voor Mirjam. Na zeven dagen wordt Mirjam weer opgenomen in het leger. Hoe dit laatste door de schrijvers geduid wordt in relatie tot het feit dat Aäron niet melaats werd, is niet duidelijk.

Wat de rol van Deborah betreft: deze wordt door de schrijvers niet juist gewaardeerd. In die tijd vond politiek ”in de poort” plaats door richters, ook wel rechters. Van Deborah staat duidelijk en onomwonden dat zij „richtte”. Dat zij één vrouw is in een reeks van dertien richters doet niet ter zake. Haar door God geschonken rol wordt door de schrijvers ernstig ondergewaardeerd.

Wat Paulus in 1 Timotheüs 2:11-15 schrijft, gaat niet „vooral over de christelijke gemeente”, maar juist of uitsluitend over de christelijke gemeente. Mijn bezwaar zit hem in „vooral” en het weglaten van de verzen 8-10. Want als het ook over het maatschappelijke gaat, heeft de gereformeerde gezindte in bijvoorbeeld het onderwijs nog heel wat bakens te verzetten met betrekking tot leerkrachten: daar zien we juist dat het de vrouwen zijn die ”leren”. En een vrouw die leert op school kan op dat moment geen ”vlijtige huisvrouw” zijn.

Eerdere publicaties vanuit de SGP deden mij dikwijls de wenkbrauwen fronsen, daar waar het ging om de rol van het Oranjehuis: decennialang hebben we vorstinnen gehad. De SGP en haar achterban hebben daar nooit bezwaar tegen gemaakt. Voor het Oranjehuis werd in mijn beleving een uitzondering gemaakt. Dat werd zelfs in een publicatie geclassificeerd als „door God aan het Nederlandse volk geschonken”.

Reden waarom de personele unie tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Groothertogdom Luxemburg eind negentiende eeuw beëindigd werd, was dat de Salische wet in Luxemburg geen vrouwelijke erfopvolging kende.

Alleen al wat betreft 1 Timotheüs 2 is het voorstel van ‘Vlissingen’ niet verkeerd

Dienen

Wat Paulus in 1 Timotheüs 2 schrijft, verheldert voor mij waarom in het Oude Testament bij de door God ingestelde tempeldienst geen priesteressen waren. De ambten van predikant en ouderling sluiten mijns inziens aan op dat van de priester en niet zozeer op dat van de profeet: van profetessen staat namelijk ook een aantal voorbeelden in de Bijbel.

Kortweg: past men wat Paulus schrijft, toe op uitsluitend de kerkelijke gemeente, dan is er vrijheid voor de vrouw om in het publieke domein bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen. Belangrijk daarbij is dat we ons realiseren dat besturen iets anders is dan heersen of heerschappij hebben over. Een goed politicus heerst namelijk niet, maar dient. Past men wat Paulus schrijft ruimer toe, dan is die vrijheid er volgens velen niet meer.

Alleen al wat betreft 1 Timotheüs 2 is het voorstel van ‘Vlissingen’ niet verkeerd: men doet er binnen de SGP nu goed aan ervoor te waken dat de gewetensvrijheid van de een gaat heersen over die van de ander. Want de uitwendige macht voor het ene SGP-lid kan het andere SGP-lid zijn: „het recht om door geen uitwendige macht gedwongen te worden tot het doen van wat het geweten ons beslist verbiedt".

De auteur is voormalig raadslid in Nissewaard en later Oldebroek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer