Antisemitisme vraagt om krachtig weerwoord
Hoewel Stephan van Baarle, de fractievoorzitter van DENK, zegt tegen elke vorm van antisemitisme te zijn, hield hij deze week in de Tweede Kamer een betoog waardoor bij Joden en ook bij niet-Joden de rillingen over de rug liepen.
Hij pleitte voor één Palestijnse staat, waarin Joden dan ook nog wel een plaatsje konden krijgen. Zijn betoog sloot hij af met een slogan die niets meer en niets minder inhoudt dan dat Israël als staat moet worden weggevaagd. Kamervoorzitter Bergkamp zei terecht dat die woorden niet te tolereren zijn.
Het is niet het enige incident waarbij sprake is van diepe haat jegens Joden. Deze week deed het CIDI aangifte tegen het populaire Instagramkanaal Cestmocro. Daar zijn uitspraken te vinden die te grof zijn om te citeren. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar dit valt niet met een beroep daarop te verdedigen.
Het zijn zomaar twee voorbeelden van antisemitisme die in een week het nieuws halen. Ze leiden ertoe dat Joden zich zorgen maken over hun eigen veiligheid. Joodse scholen houden hun deuren gesloten. Joden lopen niet langer over straat met een keppeltje op het hoofd. Er zijn Joden die de mezouza, het tekstkokertje bij de deurposten, weghalen zodat voorbijgangers niet zien dat er Joden in het huis wonen. Er gaan geruchten dat er in diverse landen lijsten worden aangelegd van woningen van Joden.
Zonder paniek te willen zaaien, dit zijn wel verontrustende signalen. Eerder in de geschiedenis waren deze dingen het begin van ernstige uitbarstingen van Jodenhaat.
Na de Tweede Wereldoorlog was wereldwijd de roep dat de vernietigende Jodenhaat van het nazisme nooit meer mag voorkomen. Maar de tendenzen die nu zichtbaar zijn, zijn zorgwekkend.
Achteraf werd toen ook geconstateerd dat de samenleving in de aanloop naar de Holocaust onvoldoende waakzaam was geweest, ja zelfs had gezwegen bij antisemitische incidenten. Zou die vraag niet opnieuw gesteld moeten worden?
Zonder elke (oorlogs)daad van Israël goed te praten, verdienen de Joden steun. Niet zij zijn, maar Hamas is op 7 oktober begonnen met de oorlog en het afslachten van mensen. Dat feit wordt nu in de media –zo lijkt het– onder het kleed van vergetelheid geveegd. Onder andere doet de NOS –voor veel mensen nog steeds de belangrijkste nieuwsbron– daar hard aan mee. Dag in dag uit wordt het leed van de Palestijnen, dat er zeker is, uitvergroot en zwijgt men over de tragiek van de Joden. Ook dat draagt bij aan een anti-Israëlstemming.
Deze week werd bekend dat pro-Israëlgroepen in Amerika acties ondernemen tegen studentenorganisaties die antisemitische uitspraken doen. Zonder hun methode over te nemen, zou hun krachtig verweer tegen antisemitisme er een voorbeeld van kunnen zijn dat zwijgen geen optie is. Antisemitisme vraagt om krachtig weerwoord.