OpinieColumn

Bart Jan Spruyt: Niets zo nodig als een nieuwe Bijbelvertaling

Onze Statenvertaling blijkt niet langer het verstaanbare vehikel van de stem van de levende God. Tijd om dit onder ogen te zien en een keuze te maken.

20 November 2021 08:17
beeld RD
beeld RD

U kent het tafereel wel. Een nieuwe schooldag, ’s morgens om half negen, begint met het lezen van een stukje uit de Bijbel, gebed, gezang. De school waaraan ik les gaf, was op de gedachte gekomen dat leerlingen geen Bijbeltje meer bij zich hoefden te hebben. De docent kon de pericoop immers gewoon op een smartboard projecteren? Dat die docent dan of met zijn rug naar de klas of met zijn rug naar de tekst stond, was blijkbaar niet overwogen.

Wat is er mooier dan ’s morgens met elkaar over een tekst gebogen te zitten, vond ik, en daarom had ik bij de GBS vijfentwintig Statenbijbeltjes gekocht, en die deelde ik dan ’s morgens uit. Maar als de leerlingen dan één voor één een vers voorlazen, kon je horen –uit de haperingen, versprekingen en intonatie– dat ze niet begrepen wat ze lazen. Ook al deden ze het tweetalige VWO. Wat ze hoorden, was niet de stem van God, maar een onbegrepen, weerbarstige tekst die de toegang tot die stem vooral versperde.


Al was het alleen om onze jongeren, een hele generatie, de toegang tot de levende stem van God niet blijvend te verhinderen, zie ik het als een absolute opgave om tot een nieuwe vertaling van de Bijbel te komen. Het staat zo mooi in een diepzinnige zin in Vader Brakels ”Redelijke Godsdienst”: „God spreekt in de Bijbel niet tot Zichzelf, maar tot mensen met een klein en eindig verstand, en wil in Zijn spreken tot hen duidelijk verstaan worden, zoals de ene mens zijn gedachten door spreken aan een ander mens bekendmaakt. De mensen leren hun taal niet uit de Bijbel, maar de Bijbel spreekt naar de taal van de mensen, en dat duidelijker en verstaanbaarder dan de allerverstandigste notaris zou kunnen doen, zodat er niet de minste grond van misverstand in dat spreken is.”

Daar staat het: God spreekt tot de mens in diens taal, duidelijk en verstaanbaar, zonder dat de betekenis van dat spreken verkeerd kan worden begrepen. De rest is quatsch. Natuurlijk is de Statenvertaling een belangrijke ”identity marker” voor (een deel van) de gereformeerde gezindte geworden, en worden mensen afgeschreven of verdacht als ze daar vraagtekens bij plaatsen. Maar waarom eraan vasthouden als de taal onnodige barrières opwerpt of zelfs voor een hele generatie de toegang tot de stem van God verspert, en Bijbel en kerk buiten hun leven plaatst?

Schadelijk conservatisme

Het principe zoals Brakel dat formuleerde, lag ook ten grondslag aan de Statenvertaling. De bedoeling was God ook in de Nederlandse taal te kunnen horen spreken. De vertaling moest getrouw zijn aan de brontekst, maar ook verstaanbaar, begrijpelijk zijn. We doen het nu –of u nu Jongbloed of de GBS gebruikt– met een negentiende-eeuwse hertaling van de Statenvertaling, en die voldoet niet langer aan het doel om de brontekst getrouw weer te geven in de taal van Nederlanders van de eenentwintigste eeuw.


Dat wordt al heel lang aangevoeld. Niemand zal oud-hoofdredacteur C. S. L. Janse van ondoordachte nieuwlichterij verdenken, maar reeds in 2004 schreef hij in het vriendenboek voor L. M. P. Scholten dat de „uiterlijke verstaanbaarheid van de Bijbel” ook bij de modale kerkganger in het gedrang komt, en dat dit een probleem is dat „lang niet overal voldoende wordt onderkend.” We kunnen, aldus Janse, vanuit een „schadelijk conservatisme” ook veel te lang aan verouderde taal blijven vasthouden, hoe dierbaar die taal ook is.

Een veel gebruikt argument ten faveure van de oude Statenvertaling is de verhevenheid van haar taal. Die zou bij herziening of vervanging zomaar verloren kunnen gaan. C. S. Lewis heeft hier behartigenswaardige dingen over gezegd. Het vasthouden aan ouderwetse en soms nauwelijks begrepen uitdrukkingen in Bijbel, preek of psalmboek dient de vroomheid alleen doordat deze taal het gevoel voor het mysterieuze en ”gans andere” opwekt en in stand houdt. Maar juist daarom hebben oude vertalingen nieuwe vertalingen nodig. De taal van de Statenvertaling is mooi, verheven en plechtig, maar we dreigen daarbij te vergeten dat schoonheid ons niet alleen verheft maar ons ook in slaap kan sussen. De schone ernst van een passage kan ervoor zorgen dat de rauwe inhoud ervan is afgevlakt en ontwapend tot ons komt. Het is zo mooi dat het geen pijn meer doet. De inhoud is omhuld in de vertrouwde, zachte verpakking van een plechtstatige formulering. Ook dat is een dwingende reden om de stem van God in heldere, begrijpelijke taal onverbloemd tot ons te laten komen in een nieuwe vertaling.

Die verhevenheid van oude taal is niet alleen misleidend, maar was ook helemaal niet de oorspronkelijke bedoeling. In de richtlijnen voor de Statenvertalers stond begrijpelijkheid hoog genoteerd. Wíj ervaren de taal van de Statenbijbel als verheven, ook al lezen we daarbij negentiende-eeuws Nederlands, maar dat gold niet voor de oorspronkelijke, zeventiende-eeuwse lezers.


Dr. P. de Vries heeft onlangs een uitgebreide versie gepubliceerd van de notitie die hij vorig jaar schreef voor de synode van de Hersteld Hervormde Kerk (”De beste vertaling”). In dit heldere en geleerde betoog komt hij tot de conclusie dat het het beste is als de reformatorische kerken het initiatief tot een nieuwe vertaling nemen. Tot die tijd kunnen we het beste de Herziene Statenvertaling gebruiken. Dr. H. de Waard –docent Hebreeuws aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en lid van de Gereformeerde Gemeenten– bepleitte in deze krant een grondige herziening van de Herziene Statenvertaling. Het lijkt me dat beide voorstellen in de praktijk gemakkelijk te verzoenen zijn. Ik steun het van harte.

Ook voor mij is het slikken. Ik lees de Bijbel in de Statenvertaling, in de editie van de GBS. Omdat ik ermee vertrouwd ben, en omdat de taal mij dierbaar is. Maar het gaat niet om mij, of om mensen zoals ik. Het gaat om de gemeente, om de schare, om onze kinderen en kleinkinderen. Om de heldere stem van de levende God te kunnen blijven horen, „zonder de minste grond van misverstand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer