De Statenvertaling als sjibbolet: waar gaat het precies over in de discussie rond de GBS?
Het was te verwachten: het nieuws over het aangepaste Markusevangelie van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) riep deze week, onder meer op sociale media, veel reacties op. Wat maakt de discussie over Bijbelvertaling zo complex en waarom duurt die zo lang?

„Zet geen stappen in het donker.” Zo verwoordde ds. A.J. van Wingerden deze week in het Reformatorisch Dagblad de reactie van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) op het taalkundig aangepaste Markusevangelie van de GBS. Daarmee vertegenwoordigde de Betuwse predikant het standpunt van een deel van de gereformeerde gezindte over de Statenvertaling (SV): Verander Gods Woord niet!
Ds. Van Wingerden zei „in deze tijd van geestelijk verval” te vrezen „voor het hellend vlak”. Een andere reden die bij dit standpunt wel wordt genoemd, is dat de SV een nauwkeurige overzetting is van de grondtalen, zodat aanpassing altijd verlies betekent. Ook klinkt dat verstaanbaarheid vooral een geestelijk probleem is: van het verduisterde verstand.
Een tweede groep mensen in reformatorische kring staat lichte aanpassingen wél toe. Zij vinden dat de GBS een goede weg inslaat door die woorden uit de SV te vervangen die niet meer begrepen worden, terwijl de vertaling intussen vertrouwd blijft klinken. Onder meer de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) en (delen van) andere kerkverbanden in de rechterflank van de gereformeerde gezindte steunen dit beleid.
Op de laatstgehouden GGiN-synode lichtte ouderling A.C. (Alexander) Thomson, docent Bijbelse talen aan de predikantsopleiding van zijn kerkverband, toe waarom je in de Statenvertaling niet te veel moet aanpassen. „Volgens synodebesluiten uit de zestiende en zeventiende eeuw behoren ouders en onderwijzers hun kinderen vertrouwd te maken met het lezen, de zinsbouw en de grammatica van de Statenvertaling.”
Scholen hebben dat echter laten afweten, vindt Thomson, en daarom is het argument dat de Statenvertaling moeilijk verstaanbaar is, een „drogreden”.

Struikelblokken
Anderen vinden dat je (veel) verder moet gaan dan de GBS nu doet. Dus niet alleen wat woorden vervangen, maar elke zoveel jaar de hele vertaling bijwerken naar een hedendaags taalniveau. Dat zou in de geest van de Statenvertalers zijn. Ds. P. den Ouden zei deze week: „Het probleem is niet verholpen met het vervangen van een aantal woorden, de hele zinsbouw moet onder handen worden genomen.”
Hoewel de Gereformeerde Gemeenten (GG) en de GGiN zich in formele reacties achter de GBS scharen, is bekend dat ook in deze kringen de wens tot meer aanpassing leeft. In september zei G.R. van Leeuwen (GGiN) te vrezen dat de nieuwe GBS-editie nog „onnodige struikelblokken” zal bevatten. Op verschillende kerkelijke vergaderingen in de GG klonk de afgelopen jaren de wens tot meer aanpassingen.
In 1637 vond het kerkvolk het al niet eenvoudig om afscheid te nemen van de Deux-Aesbijbel
Voor een vierde categorie in de gereformeerde gezindte is de Statenvertaling een gepasseerd station. Die is volgens deze mensen taalkundig te veel verouderd. Bovendien zijn er sinds de verschijning van de SV nieuwe theologische inzichten opgedaan. Daarom leest men in kerken in de kring van de Gereformeerde Bond, in een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken en in enkele hersteld hervormde gemeenten de Herziene Statenvertaling (HSV).
Emotionele reacties
Wat mensen thuis doen, loopt nog meer uiteen. Uit een onderzoek uit 2024 van het Hoornbeeck Kenniscentrum onder ruim 4000 respondenten (studenten, ouders en docenten van het reformatorische Hoornbeeck College) blijkt dat de helft van hen de SV leest. Van het resterende deel kiest de helft voor de HSV en de helft voor een modernere vertaling.
Deze vier verschillende standpunten –met talloze variaties daartussenin– leveren herhaaldelijk verhitte discussies op. In december 2023 bijvoorbeeld, toen de GBS in haar blad StandVastig haar uitgangspunten duidelijk maakte bij het project ”Statenvertaling bewaren”. Of deze week, toen het eerste product daarvan, het Markusevangelie, naar buiten kwam.
Ook in 2010 waren emotionele reacties niet van de lucht, bij de verschijning van de HSV. Of nog verder terug, toen in 1977 de Tukkerbijbel uitkwam. Critici daarvan voelden zich toen al thuis bij de GBS, die de taalkundig gereviseerde editie uit 1888, getoetst aan de editie-1657, uitgaf.
Ten slotte: in een podcast van het Nederlands Dagblad (ND) wees C.S.L. Janse, oud-hoofdredacteur van het RD, er in 2023 op dat bij de verschijning van de Statenvertaling in 1637 het kerkvolk het al niet eenvoudig vond om afscheid te nemen van de Deux-Aesbijbel.
Gedeeld verlangen
Achter tegengestelde meningen schuilt een gedeeld verlangen met hoge prioriteit: naar een Bijbel die betrouwbaar en begrijpelijk is. In de gereformeerde gezindte staat Gods Woord in het centrum van theologie en kerk, van stille tijd en huisgodsdienst. Teksten hechten zich in hart en hoofd.
Daar komt bij dat de gehechtheid aan de Statenvertaling niet alleen voortkomt uit pure behoudzucht. Janse, in dezelfde podcast: „De binding aan de Statenbijbel staat in het kader van de sterke oriëntering op het gereformeerde verleden en de belijdenis.” Een vertaling verbindt aan een traditie.
De algemeen gedeelde wens voor een begrijpelijke én betrouwbare Bijbelvertaling is precies ook de oorzaak waarom discussie over Bijbelvertaling nooit zal ophouden. Bijbelvertaling beweegt zich altijd en overal tussen twee polen. Enerzijds die van brontekstgetrouwheid, zuiverheid, van concordant (dat wil ongeveer zeggen: consequent) vertalen, want het gaat over Gods eigen Woord (2 Timotheüs 3:16).
Anderzijds is er het criterium van doeltaalgerichtheid, van een Bijbel „in de eigen taal” (Handelingen 2:11). Aanhangers van de verschillende standpunten ten aanzien van de (Staten)vertaling bewegen zich altijd ergens tussen deze uitersten.

Restbetekenis
Letterlijk vanuit de grondtekst vertalen, wat in de gereformeerde gezindte een hoog ideaal is, is daarbij geen wiskundige werkelijkheid. Vertaalkundigen wijzen erop dat het betekenisveld van een Hebreeuws of Grieks woord nooit geheel overlapt met dat van het gekozen woord in de Nederlandse vertaling. Er is altijd een restbetekenis in het grondwoord die in de vertaling niet meekomt, en tegelijk zegt het gekozen woord vaak iets meer dan het oorspronkelijke.
Daarbij kozen ook de Statenvertalers niet altijd voor de letterlijkste weg: niet voor niets wordt in veel kanttekeningen toegelicht wat er in de grondtekst staat, terwijl in de Bijbeltekst zelf een begrijpelijkere variant is opgenomen.
De interkerkelijke GBS is aan niet één kerkverband verantwoording schuldig, maar dat is ook haar voordeel
Een ander complex element in de vertalingsdiscussie is procedureel: wie mag de beslissing nemen en wie mag het werk uitvoeren? Verschillende keren is, onder meer op synodes, gesteld dat Bijbelvertaling een taak van de kerk is. De interkerkelijke GBS is echter aan niet één kerkverband verantwoording schuldig. Maar dat is ook haar voordeel: ze geniet vertrouwen in meerdere kerkverbanden.
Elkaar vasthouden
Dat discussies over de (Staten)vertaling niet minder worden, is overigens logisch. Het probleem van de verstaanbaarheid van de Statenvertaling behoort tot de categorie van problemen die groter worden, aldus Janse in de ND-podcast. „Voor mijn grootvader, die in 1877 geboren werd, was de afstand tot de taal van de Statenvertaling veel kleiner dan voor mijn kleindochter, die in 2000 geboren is.”
Zoals bij veel discussies in de gereformeerde gezindte speelt ook bij die over de Bijbelvertaling de wens om elkaar vast te houden. Op generale synodes van de GG, bijvoorbeeld, klinkt al zo’n twintig jaar de roep dat actualisering van de Statenvertaling nodig is. Toch willen de GG zich niet aan de GBS onttrekken en een eigen pad kiezen, omdat ze eenheid van gezin, school en kerk erg belangrijk vinden.
Ook de Hersteld Hervormde Kerk, die aanvankelijk leek te kiezen voor een eigen update van de Statenvertaling –een „digitale werkvertaling”–, trok dat plan in maart 2023 weer in ten gunste van samenwerking met de GBS.
Echter, het feit dat de scholengroep Driestar-Wartburg voor voorgezet onderwijs in augustus 2023 de HSV vrijgaf in de klas –wat haar op forse kritiek kwam te staan vanuit een deel van de achterban–, terwijl anderzijds de OGGiN zich kort daarvoor distantieerden van de taalkundige aanpassing die de GBS uitvoert, laat al zien dat een gezamenlijk gedragen plan voor een geactualiseerde Statenvertaling voor de gereformeerde gezindte niet meer haalbaar lijkt. Niet iedereen zal dat overigens erg vinden: als jong en oud de Bijbel maar lézen.