Blijkbaar is er meer dan alleen de regel, laat Paulus zien
„Wat heeft recent indruk op je gemaakt?” vraagt een student. We doen als tweetal een oefening in luisteren, ook als de stress oploopt. Ik weet het antwoord op zijn vraag wel. De artikelenserie over misbruik in Malawi (RD 21-10 tot 25-10).
Een verdrietig verhaal. Terecht willen we hieruit lessen trekken over goed bestuur. Maar dat alleen is te weinig. Er zijn ook lessen te leren over zorg voor slachtoffers. Juist dat stukje heeft me geraakt. De student pikt het bijbehorende gevoel feilloos op: onrecht. Als bescherming van de vermoedelijke of bewezen dader of van een systeem of gemeenschap ten koste gaat van die van slachtoffers, is dat onrecht, dat zelfs tot een secundair trauma kan leiden.
Zorg voor slachtoffers, is die er voldoende binnen de gereformeerde gezindte? Er zijn meldcodes en procedures, instellingen en instanties en, ja, er is vaak zorgvuldigheid en goede zorg. Maar op grond van verhalen en vragen uit het land denk ik toch dat het niet altijd genoeg is. En dat principes ons regelmatig in de weg zitten en kunnen leiden tot eenzijdigheid. Laat me dat uitleggen met recente verhalen over narcisme (RD 20-9) in het achterhoofd.
Collega Ewoud de Jong stelde dat het huwelijk geen overgebleven paradijsbloem is (RD 22-10) – ik herhaal dat nog maar even. In huwelijken wordt soms intens geleden. Mensen kunnen elkaar kapotmaken met hun spreken of zwijgen, hun doen en laten. Dat kan ver gaan. Bedreigingen om iemand te vermoorden. Geweld, seksuele vernedering of verkrachting binnen het huwelijk, soms ook geweld naar kinderen toe. Kleinering, totdat de ziel van de ander verschrompeld is. Een narcistische partner of ouder kan het gezin zo klemzetten en gevangenhouden. Als een gezinslid eindelijk, soms met de moed der wanhoop, begint te praten, wat is dan de reactie van de omgeving of kerkenraad? Kan die blijven luisteren, ook als de stress oploopt? „Joh, wat vreselijk voor je”, en verder eerst even niets?
Bij heftige en onveilige situaties is het een valkuil om uit zelfbescherming weg te kijken, bijvoorbeeld door te bagatelliseren. („Maak je het niet te groot? Overal is weleens wat. Hij bedoelt het vast niet zo.”) Een andere valkuil is de onrust willen oplossen en de orde herstellen. Hier kunnen principes en Bijbelse geboden om de hoek komen. Geen kwaad spreken, „mijns naasten goed gerucht” (HC, Zondag 43). Je ouders eren. Het huwelijk in ere houden, geïnterpreteerd als: geen echtscheiding. Maar doen we daarmee recht aan Gods Woord en aan elkaar? Waarom weegt het zesde gebod meestal minder zwaar dan het zojuist genoemde? Waarom komt het zevende gebod als last bij degene die de klappen krijgt en niet bij degene die ze geeft? Als de Heere onderdrukten recht doet en gevangenen losmaakt (zie onder andere Psalm 103 en 146) en van ons vraagt om recht te doen, weldadigheid lief te hebben en ootmoedig met Hem te wandelen (Micha 6:8), dan betekent dit dat onze primaire zorg moet liggen bij degenen die lijden onder het onrecht en niet bij het systeem, de gemeenschap of de (vermoedelijke) dader. Dat is ongelooflijk complex en betekent vaak een lange weg. Een houding van dienende liefde, van ontferming en goedertierenheid past ons meer dan de meetlat van principes en oordelen. Zomaar een gebod handhaven of blind regels toepassen, los van Christus en de Schrift als geheel, gaat altijd mis. Soms moet je een route kiezen die tegen principes lijkt in te gaan.
Als het om principes gaat, denk ik vaak aan Paulus. Hij werd fel tegenover Petrus vanwege de Joodse spijswetten en besnijdenis, die niet meer nodig waren (Galaten 2). En toch besneed hij Timotheüs (Handelingen 16). Blijkbaar is er meer dan alleen de regel. Dat wordt ook zichtbaar bij Ruth. Als Moabitische mocht ze niet in de gemeente van de Heere komen (Deuteronomium 23:3), maar niemand die haar tegenhoudt bij de poorten van Bethlehem. Integendeel, Boaz prijst haar en ze wordt stammoeder van de Heere Jezus.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.