Uitzending veldwerker Akster vanaf eerste begin riskante onderneming
Horen dat een van je werknemers in de cel zit op verdenking van seksueel misbruik. Dat moet een boze droom lijken, maar het overkwam Stichting Timotheos na de arrestatie van haar financieel directeur Wim Akster in Malawi, in 2020. Toch is het vermeende dubbelleven van de veldwerker niet los te zien van hoe de bij Akster betrokken stichtingen hun werk deden. Met nadruk op roeping en rechtzinnigheid, maar vrijwel blind voor risico’s.
„Zeg Wim”, zegt ds. R.P. van Rooijen tegen ontwikkelingswerker in spe Wim Akster (1971), als deze in 2009 zijn jas aandoet na een afscheidsetentje in de Houtense pastorie: „Zul je je aan het bestuur onderwerpen als je in Malawi bent?”
Het is zijn vrouw die, tijdens een gesprek met het Reformatorisch Dagblad, het voorval bij haar man in herinnering brengt. M.W. van Rooijen weet nog hoe haar man Akster waarschuwde, al voor de tweede keer die avond, op de mat bij de voordeur. Ze stonden tegenover elkaar, de hersteld hervormde predikant, bestuurslid van Stichting Stéphanos en Akster, op de drempel van een leven als veldwerker in Afrika. Stéphanos runde op dat moment een weeshuis in de buurt van de Malawische stad Blantyre.
Ergens knaagde de twijfel bij ds. Van Rooijen en zijn vrouw. Anders had de predikant Akster niet aan zijn jasje getrokken. Al tekenen ze er meteen bij aan dat niemand destijds kon voorzien hoe Aksters loopbaan zou gaan eindigen, namelijk met een aanhouding op verdenking van seksueel misbruik. Negen mannen klagen hem aan. Evenmin kon iemand bevroeden dat Akster in 2021 zou proberen om van een misbruikzaak een homorechtenzaak te maken, in de hoop zo vrijgesproken te worden.
Akster kreeg in juli 2024 nul op het rekest. De rechter kon zijn betoog dat de grondrechten van homo’s in het geding waren niet volgen, en stelde dat de rechtszaak toch bij de strafrechter thuishoort. De verwachting is dat de Malawische rechter dit najaar alsnog met een inhoudelijke beoordeling komt.
Als er één kwestie is die laat zien welke uitdagingen het besturen van een stichting met zich mee kan brengen, dan is het deze. Meer nog dan over Akster is dit een verhaal over toezicht houden en omgaan met ernstig grensoverschrijdend gedrag. Het laat de valkuilen van kleine refostichtingen zien. Niet alleen van Timotheos, de stichting die begon als vriendenclub van Akster, maar ook van Stéphanos, de stichting die Akster als eerste uitzond. En daarmee van alle kleine christelijke stichtingen waar een ons-kent-onscultuur heerst, waar kennis van toezicht houden mist en waar predikanten met klinkende namen soms meer gewicht in de schaal leggen dan bestuurservaring.
Deze onderzoeksjournalistieke publicatie is gebaseerd op meer dan zeventig interviews, archiefonderzoek, verslaglegging van vergaderingen en correspondentie tussen bestuursleden. De bronnen geven een beeld van wat er gebeurde tussen de allereerste uitzending van Akster en zijn arrestatie in 2020.
Aarzeling
Dat Akster ver weg iets van de grond zou kunnen krijgen, betwistte niemand. De man die in 2001 als voorlichter voor Stéphanos aan de slag gaat, dwingt respect af met zijn werkkracht. Acties die hij organiseert leveren al snel duizenden euro’s per keer op. Akster, dan nog onderwijzer aan een basisschool in Staphorst, hoopt vurig op een uitzending. Malawi trekt aan hem met duizend armen.
Maar de alleenstaande Akster heeft ook een andere kant. Wie hem kent, zegt dat hij graag zijn eigen gang gaat. Dus als Akster in 2008 bij zijn ‘eigen’ stichting solliciteert naar de functie van directeur in Malawi, krijgt hij een afwijzing. In het bestuur van Stéphanos zitten in die tijd naast ds. Van Rooijen onder anderen ds. A.A. Egas (voorzitter), Jaap Coster, Dirk Schouten en Gerrit Mostert. Een assessment sterkt het bestuur in de overtuiging dat Akster niet geschikt is voor een leidinggevende functie. „We waren eigenlijk bang dat Wim die mensen alleen maar tegen zich in het harnas zou jagen”, blikt ds. Van Rooijen terug. „Hij had ongetwijfeld orde op zaken gesteld. Maar als Wim iets zegt, dan doet hij dat op een iets te koloniale manier.”
Roeping
Wat voor de hand ligt, namelijk dat Akster in Nederland voorlichter blijft, gebeurt niet. Ondanks de bedenkingen pakt hij korte tijd later toch zijn koffers voor een enkele reis naar Malawi. Niet als directeur, maar als onderwijskundige. Mét fiat van het bestuur. Er volgt een uitzenddienst. Hij arriveert nog voor de benoemde directeur Arjan Hoeflake op de compound, het werkterrein van Stéphanos.
Wat bij het bestuur zwaar weegt, is de nadruk die Akster legt op zijn roeping. „Wim heeft mij vanaf dag één gezegd dat hij een roeping had om de zending in te gaan”, verklaart de toenmalige secretaris Jaap Coster. „Linksom of rechtsom, ik ga naar Malawi. Daar zijn wij de fout in gegaan. Die zin heb ik altijd in mijn achterhoofd gehad. Linksom of rechtsom… Ik dacht: dan moet ik zorgen dat hij daar op de een of andere manier komt. We hebben toen een extra baan gecreëerd, namelijk het onderwijs daar op poten zetten.” Achteraf vindt Coster dat het bestuur na de afwijzing had moeten zeggen: Nou, Wim, dan niet.
Stéphanos kiest er echter voor Akster uit te zenden. Het echtpaar Van Rooijen herinnert zich dat bij hen verlegenheid heerste over die beslissing. M.W. van Rooijen: „Ik weet nog dat we meermalen tegen elkaar zeiden: Nu zou Wim naar Malawi moeten, maar dat willen we eigenlijk niet.” Tegen haar man: „Jij voorzag daar ook wel moeilijkheden, maar ja, wat moet je anders?”
Wie ook twijfels heeft is ds. A. Verburg, op dat moment rector van het Hendrik Kraemer Instituut in Utrecht, waar zowel Akster als Hoeflake een cursus volgt ter voorbereiding op hun uitzending. Hij voorziet moeilijkheden in de samenwerking. „Het zou erop aankomen zaken goed met elkaar af te stemmen. Dat leek mij niet gemakkelijk met iemand met de persoonlijkheid van Wim, zoals ik die had waargenomen.”
Ds. Verburg merkt ook dat de roeping van de Staphorster veel gewicht krijgt. „Mijn indruk was dat Wim heel vaardig was in het verwoorden van zijn motivatie in de taal van het geloof. Dat zal op bestuursleden van Stéphanos indruk hebben gemaakt. Een uitgezonden medewerker speelt immers ook een belangrijke rol bij publiciteit en fondswerving voor de uitzendende instantie.”
Hinderlijk
Het bestuur is blij met het profiel van de hersteld hervormde Akster. In zijn uitlatingen positioneert Akster zich aan de rechterkant van het bevindelijk-gereformeerde spectrum. Eenmaal in Malawi is Akster al snel nauw betrokken bij de Reformed Presbyterian Church (RPC), de kleine kerk die is voortgekomen uit het zendingswerk van een behoudende Schotse kerk. Hij mag er zelfs preken, wat hij volop doet.
„Wim had zijn eigen agenda en hij liet zich niet gezeggen, wat Hoeflake weer niet pikte” - Ds. R.P. van Rooijen, oud-bestuurder Stichting Stéphanos
Maar de vrees die sommigen koesterden blijkt gegrond. Als ook Hoeflake in Malawi is aangekomen, volgt er een jaar van gedoe en conflicten. Het contact tussen Akster en zijn leidinggevende verloopt stroef. Coster, secretaris van toen: „In mijn beleving heeft Wim niets anders gedaan dan Hoeflake het leven onmogelijk maken. Het was over en weer boem, bats, boem, bats.”
Ds. Van Rooijen: „Wim had gewoon zijn eigen agenda en hij liet zich niet gezeggen. Wat Hoeflake dan ook weer niet pikte.”
Akster benijdt Hoeflake om zijn positie, blijkt uit verschillende interviews. Hij schoolt samen met een groepje Malawische collega’s, stelt een toenmalige werknemer van Stéphanos. In een e-mail: „Hun wens was Hoeflake terug naar Nederland te laten gaan en Akster ervoor in de plaats te krijgen.”
Hoeflake, die inmiddels alweer tien jaar in Nederland woont, kijkt met gemengde gevoelens terug op de episode in Malawi, vertelt hij. De spanning tussen hem en de groep Malawische werknemers loopt zo hoog op dat het gezin Hoeflake politiebewaking krijgt.
Ds. Van Rooijen: „Dat Arjan Hoeflake directeur werd, heeft Akster nooit kunnen accepteren.”
Voor die spanning was binnen het bestuur aanvankelijk te weinig oog. Ook niet voor wat de gang van zaken betekende voor de beide mannen die op dezelfde compound met elkaar zouden gaan samenwerken. „Daar lieten we mogelijk steken vallen”, blikt de predikant terug. „Maar het was ook niet gemakkelijk om daarmee om te gaan. Want Akster zat er nogal vierkant in.”
Coster: „Met de wetenschap van nu zeg ik: hadden we maar anders toezicht gehouden. Tegelijk constateer ik dat de tijd toen anders was. Er is nu meer aandacht voor goed bestuur dan vijftien jaar geleden. Wij vormden geen uitzondering.”
Breuk
Akster kiest duidelijk partij als er meningsverschillen ontstaan tussen Hoeflake en Aksters collega-veldwerker Truus Ringelberg (1948-2016). Omdat de twee niet nader tot elkaar kunnen komen, ziet Stichting Stéphanos zich genoodzaakt om Ringelberg in de zomer van 2010 te ontslaan. Akster verklaart zich solidair met haar en dient zijn ontslag in. Ruim een jaar na zijn uitzending keert hij terug naar Nederland.
Het vertrek van de twee doet veel stof opwaaien, vooral in Aksters voormalige woonplaats Staphorst, maar ook breder in de achterban van Stéphanos. De gedachte vat post dat de stichting aan rechtzinnigheid heeft ingeboet.
„Akster gebruikte Truus’ stellingname om een machtsblok te vormen”, analyseert Coster. Iets waar Akster in slaagt, want het netwerk uit zijn voorlichterstijd protesteert heftig tegen het ontslag van Ringelberg en Akster. Deze zogenoemde bezwaarden, onder wie twaalf predikanten, eisen dat Stéphanos de beslissing terugdraait. Ds. Van Rooijen: „Ze zeiden: Wim heeft een roeping van de Heere, daar mag je niet aankomen.”
De breuk tussen Stéphanos en de veldwerkers blijkt onherstelbaar. Een onafhankelijke commissie komt tot de conclusie dat het ontslag van Ringelberg onvoldoende onderbouwd is. De commissie beschrijft in haar rapport ook de rol van Akster, op grond van wat betrokkenen over hem zeggen. Hij zou een „avonturier” zijn, „iemand die zich niet laat aansturen, die de neiging heeft tot intrigeren”. De commissie „laat in het midden of de genoemde kwalificaties juist zijn”.
Deskundigheid
Verschillende bronnen kaarten tijdens het RD-onderzoek aan dat Akster in zijn jeugd dingen zijn overkomen die hadden moeten leiden tot extra screening. Een stichting die ontwikkelingswerkers uitzendt zou hiervan op de hoogte moeten zijn, stelt een organisatieadviseur met veel ervaring op het zendingsveld. „Het is heel bizar dat deze gebeurtenissen uit zijn verleden er nooit uitgefilterd zijn.”
Ds. Van Rooijen, geconfronteerd met deze informatie: „Met de kennis van nu had hij niet het onderwijs in gemogen. Dan zouden we anders geacteerd hebben.”
Hij erkent dat de stichting in het verleden soms de nodige professionaliteit miste. Niet in de laatste plaats omdat het bestuur bestond uit de oprichters, bevlogen predikanten met idealen. Maar er komt een moment, zegt ds. Van Rooijen, dat een stichting moet professionaliseren, iets waarvoor hij ook pleitte binnen het bestuur. „Dan heb je mensen met kennis en competenties nodig. Dan moeten predikanten plaatsmaken voor die deskundigheid. Dat is een heel lastig moment.”
„Ik ben met ontzag voor predikanten opgegroeid; dat heeft wel een rol gespeeld in mijn positie als bestuurder” - Jaap Coster, oud-secretaris Stichting Stéphanos
Coster: „Ik ben met ontzag voor predikanten opgegroeid. Dat heeft wel een rol gespeeld in mijn positie als bestuurder. Je durft toch niet klip-en-klaar te zeggen: „Je maakt een fout.” Terwijl sommige bestuurders, ook predikanten, zeer dominant of keihard waren. Zoals het toen ging –een bestuur vormen door een aantal bekende predikanten en ondernemers met geld bij elkaar brengen –kan het niet meer. Dat is langzaam maar zeker gebleken.”
Timotheos
Aksters „neiging tot intrigeren”, zoals in het rapport over de breuk met Stéphanos verwoord, weerhoudt de bezwaarden er niet van om samen met hem een nieuwe stichting te beginnen. Akster loopt zelf bij vrienden en bekenden in Staphorst achterom om hen te vragen voor een functie.
In de zomer van 2011 roept de hersteld hervormde emeritus predikant ds. Tj. de Jong (1942-2014) twee mannen bij zich in de studeerkamer van zijn woning in Staphorst: Jouk Boer en Herman van Arnhem. Boer: „Ds. De Jong zei: „Dan moeten we nu maar even een bestuurtje vormen. Van Arnhem, jij wordt secretaris, Boer maken we penningmeester en ik word voorzitter.” Stichting Werkcomité Malawi ziet het licht. Later verandert de naam in Stichting Timotheos. Een stichting die volgens de statuten in het bijzonder het werk steunt van Wim Akster in Malawi.
„Wim ging voor zijn eigen bestuur zorgen”, vat Van Arnhem samen. „Ik zei tegen ds. De Jong: „Het is eigenlijk wel vreemd dat hij dit doet, een eigen bestuur oprichten.””
Akster gaat de concurrentie aan met Stéphanos en zet net als zijn vorige werkgever in op onderwijs aan arme weeskinderen en studenten. Ook vanuit Blantyre. Zelfs de namen van de stichtingen lijken op elkaar. Hij huurt een huis in Blantyre en richt het in, een compound is er nog niet. Truus Ringelberg voegt zich bij hem in 2012, evenals enkele Malawische getrouwen die eerder samen met Akster bij Stéphanos werkten.
Akster krijgt royaal steun. Niets wijst erop dat de stichting zijn geschiktheid toetst door de vraag te stellen of hij zich ditmaal zal voegen naar het stichtingsbestuur. Nergens blijkt dat fysieke en psychologische geschiktheid bij Timotheos ter sprake komen, of thema’s als seksualiteit en relaties.
Voor roeping en rechtzinnigheid is veel oog, voor risico’s vrijwel niet. Met professionalisering is de nieuwbakken Stichting Timotheos in 2011 al helemaal niet bezig. Het is vooral pionieren. Met de beste bedoelingen gaan de Staphorster bestuursleden aan de slag. Tot een bericht uit Malawi hen begin 2013 uit het lood slaat. Ds. De Jong neemt de telefoon op en ligt de hele nacht wakker. Het is een belletje van Ringelberg. Over Akster.
Het verhaal gaat verder onder de afbeelding. Lees hier deel II
In dit met palmbomen omzoomde vakantiepark vierde Wim Akster regelmatig vakantie. Dat hij hier graag kwam, blijkt ook wel als menig medewerker hem herkent als gast. Sommigen leggen de link met de rechtsgang van Akster, omdat het proces tegen de van misbruik verdachte Nederlander verschillende malen de Malawische nieuwsbulletins haalde en live op televisie werd uitgezonden.
Het RD-onderzoek doet vermoeden dat Akster zich mogelijk hier, in Sun ’n‘ Sand, vergreep aan mannen of jongens. Terwijl deze locatie niet voorkomt in de formele aanklachten tegen Akster. De naam van het resort dook eerder op in een van de interviews. Maar mijn collega Gijsbert Bouw en ik weten niet wat we kunnen verwachten, op deze eerste dag van ons verblijf in Malawi. We zijn daarom verrast dat we al na enkele uren een ooggetuige spreken.
Ruth*, gekleed in een smetteloos witte blouse, zit in de schaduw op een stenen muurtje. Ze stemt toe in een audio-opname en vertelt daarna over het contact tussen Akster en John*, haar jongvolwassen collega die tussen 2019 en 2022 in het resort werkte. Akster vroeg John om een massage en had vervolgens seks met hem, zegt zij. Hij betaalde ervoor.
In korte Engelse zinnetjes vertelt Ruth: „Ik zei tegen John: Doe dat niet. Je bent zo jong. Je bent niet getrouwd. Maar elke maand opnieuw kwam de man hier overnachten en dan gebruikte hij de jongen. Als ik ernaar vroeg, zei John: Ik geef een massage.”
Maar op een dag kwam John naar haar toe. Ruth: „Hij was doodsbang. Hij wilde die man niet nog eens zien. „Die man is naar me op zoek”, zei hij. Ik drong er bij John op aan niet meer te gaan. Hij luisterde naar mij en verstopte zich in het toilet. Drie dagen lang was Akster naar hem op zoek. Waar is John? vroeg hij me. Vandaag komt John niet, antwoordde ik. Hij is ziek. „Maar ik wil hem zien.” Dat kan niet, hield ik vol. Hij is ziek.”
Na die tijd heeft Ruth Akster niet meer gezien. John nam ontslag en vertrok.
Behulpzame collega’s van Ruth weten op deze rustige zomerdag in december 2023 al snel de naam te noemen van het resort waar John tegenwoordig werkt. Het ligt op een halfuurtje rijden van Sun ’n‘ Sand. Net als bij veel andere gebouwen in Malawi wordt het complex omgeven door een hoge muur met daarin een goed bewaakte poort.
John is op het terrein aan het werk. Na een kort gesprek met zijn werkgever krijgt hij toestemming om een interview te geven. De beleefde twintiger oogt wat nerveus, maar is niet bang om te praten. Hij legt uit dat hij iets extra’s wilde verdienen. Als hij daarvoor Akster zou moeten masseren, prima.
„Ik wist alleen niet dat hij naakt zou zijn. Ik maakte me er zorgen over, maar hij zei: Maak je geen zorgen, het zal geen invloed op je hebben. Doe maar gewoon wat je moet doen. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zoiets deed. Hij vertelde me wat ik moest doen. „Do this and do that, in every place.””
John kijkt naar de grond als hij verder gaat en vertelt dat Akster hem vroeg diens „private parts” aan te raken, dat Akster andere verzoeken deed die nog veel verder gingen dan dat. Zelfs nadat John bij Sun ’n‘ Sand ontslag had genomen, bleef Akster hem bellen. „Kom naar mij, kom naar mij”, zei hij dan. „Kom me een massage geven.”
Verschillende pogingen om een reactie op dit verhaal te krijgen van Akster zelf, lopen op niets uit. Hij wil ons niet te woord staan.
Stéphanos
We vinden het veelzeggend dat we al na enkele uren rondvragen in dit toeristenoord iemand spreken die door Akster gevraagd werd seksuele handelingen uit te voeren. Dit is niet de woonplaats van Akster, maar de plaats waar hij ontspanning zocht. De vraag die al even sluimerde dringt zich nu onstuitbaar aan ons op. Zijn er wellicht meer slachtoffers van vermeend misbruik dan de negen personen die in 2020 aangifte deden?
Het vermeende seksueel misbruik waarvoor Akster zich in de rechtbank moet verantwoorden, gebeurde tussen grofweg 2017 en 2020, toen hij al jaren financieel directeur van Timotheos was. Maar wat gebeurde er in de jaren ervoor, zoals in 2009 en 2010, toen Akster voor Stichting Stéphanos in Malawi werkte? En in de jaren dáárvoor, toen hij zijn zomervakantie in Malawi doorbracht? Zijn er in die periode kwetsbare mensen door hem beschadigd? En, zo ja, hebben ze hulp gekregen?
Mogelijke slachtoffers uit die tijd hebben we niet kunnen spreken. Bewijzen dat ze er zijn is dus lastig. Tegelijk brengen ten minste drie bronnen Akster in verband met grensoverschrijdend gedrag in zijn Stéphanostijd. Zij relateren hem zonder uitzondering aan seksuele belangstelling voor jongens.
„Tegen de schoolleider zei ik: „Hij heeft ook interesse in jouw eigen zoon.” Maar anderen zagen alleen maar goede kanten van Akster” - Anonieme bron
Een van deze bronnen leert Akster in 2010 kennen. Als ze merkt dat Akster jongens vragen stelt over persoonlijke seksuele onderwerpen, krijgt ze argwaan. Ze waarschuwt verschillende mensen in haar omgeving voor de ontwikkelingswerker. Vrijwel niemand pikt haar signalen op. „Ik kreeg op mijn kop omdat ik geruchten zou verspreiden. Ik sprak met een dominee en met een schooldirecteur over Akster. Tegen de schoolleider zei ik: „Hij heeft ook interesse in jouw eigen zoon.” Maar zij zagen alleen maar goede kanten van Akster.”
Haar man laat zich tegenover Arjan Hoeflake, op dat moment directeur van het Malawische Stéphanosteam, ontvallen dat hij Wim „niet vertrouwt bij zijn kinderen”. „Kijk maar uit met je zoons als Akster in de buurt is”, zegt hij.
Een andere bron, namelijk een Malawische oud-werknemer van Stéphanos, schrijft het Reformatorisch Dagblad in een e-mail: „Het gerucht ging in 2010 dat Akster een vakantieresort bezocht met de naam Sun ’n‘ Sand, in het district Mangochi. Als hij daarheen ging, vroeg hij wat jongens uit die omgeving om seks met hem te hebben. Op een dag kwam Grace*, een leerling van de school van Stéphanos naar me toe om hierover verslag te doen. De moeder van dit meisje werkte in Sun ’n‘ Sand. Als Grace vakantie had, ging ze naar Sun ’n‘ Sand om haar moeder te bezoeken. Ze vertelde dat ze erg schrok toen ze hoorde dat Akster daar gewoonlijk kwam om af te spreken met deze kleine jongens en wat meisjes. Ze besloot met een van de jongens te praten, en hij bevestigde dat ze homoseks hadden met deze witte man en dat hij hun geld gaf.”
Onderzoek
Genoeg signalen om de vraag te stellen of Stichting Stéphanos, die met kwetsbare kinderen werkt, onderzoek wil doen naar mogelijke misdragingen in 2009 en 2010. Gedragscodes schrijven voor welke drie stappen er nodig zijn als een organisatie lucht krijgt van grensoverschrijdend gedrag: de melding onderzoeken, slachtoffers hulp bieden en misdragingen bestraffen. Dit is na veertien jaar uiteraard gecompliceerd. Akster is al vele jaren weg bij Stéphanos. Maar dan nog is de vraag relevant of de stichting zich rekenschap geeft van wat er onder haar verantwoordelijkheid is gebeurd. Op papier neemt Stéphanos deze verantwoordelijkheid uiterst serieus, gezien de ”child protection policy” van zeventig kantjes. Wat is er concreet gedaan om na te gaan of er schade is berokkend aan kinderen voor wie zij zorg droeg?
Als het RD de bevindingen aan de stichting voorlegt, geeft directeur Johan van der Ham allereerst aan dat de in Malawi ontstane situatie Stéphanos „verdrietig stemt” en dat er altijd zorg aan „geïdentificeerde slachtoffers” zal worden geboden.
Verder schrijft hij „dat er bij het Nederlandse noch het Malawische bestuur signalen bekend zijn van het gedrag waarvan verdachte in 2020 is beschuldigd”. De „casus” die het RD aandraagt, namelijk wat Grace ontdekte op resort Sun ’n‘ Sand, „is ons volledig onbekend, reden waarom we daar niet inhoudelijk op kunnen reageren”.
Stéphanos’ reactie roept de vraag op of de stichting zich voldoende moeite getroost heeft om de kwestie te onderzoeken. We bepleiten opnieuw opheldering bij Van der Ham. Ook leggen we hem de vraag voor of Stéphanos nalatig is geweest doordat de stichting vermeend wangedrag niet signaleerde.
Van der Ham antwoordt: „De aanvullende vragen leveren voor onze organisatie geen andere beantwoording op dan de eerder aan u verstrekte. Zaken waar wij geen kennis van dragen, worden door ons niet geduid. Stéphanos benadrukt dat bij ons bekende feiten altijd worden onderzocht en dat zal zo blijven.”
Veiligheid
Het RD vraagt Van der Ham ook om een toelichting op een andere casus. De Stéphanosbestuurder kreeg namelijk al in 2020 te maken met de schadelijke sporen die Akster in Malawi zou hebben achtergelaten. Drie meisjes, oud-leerlingen van Stéphanos, bleken betrokken bij vermeend seksueel misbruik door Akster. Een Nederlandse rechercheur van Love Justice International (LJI), een christelijke organisatie die samen met de Malawische politie uitbuiting en mensenhandel bestrijdt, lichtte Stéphanos hierover in en drong aan op actie.
Van der Ham verklaart dat Stéphanos direct medewerking toezegde toen de stichting over het vermeende misbruik werd geïnformeerd. „Stéphanos-Malawi heeft dezelfde dag middelen en mensen beschikbaar gesteld om samen met de autoriteiten de feiten te achterhalen. Het ging om drie potentiële slachtoffers die ten tijde van de aantijging aan verdachte al jaren uit het Stéphanosprogramma waren. Of daar verdere bevindingen uit zijn gekomen, is ons niet bekend. Wij hebben enige tijd na dat gesprek aan de politie gevraagd of wij iets konden bijdragen aan hun onderzoek of dat men iets van ons verwachtte, maar dat was niet het geval.”
De directeur legt die vraag echter niet neer bij de Nederlandse rechercheur van Love Justice International. LJI komt een jaar later tot de conclusie dat Stéphanos tekortgeschoten is. Deze conclusie is door de organisatie opgeschreven in een intern document, waaruit het RD met toestemming citeert. Van der Ham toont volgens de non-profitorganisatie „geen intentie om iets constructiefs te ondernemen voor de eventuele slachtoffers, heeft zich hiervoor niet ingezet en heeft niets geïnitieerd”.
De betrokken rechercheur, die vanwege zijn professie anonimiteit vraagt, zegt in een toelichting dat de directeur van Stéphanos al het bewijsmateriaal over de drie potentiële slachtoffers uit het Stéphanosprogramma heeft gezien. „Maar ook zonder dat bewijs had hij over de brug moeten komen. Vanuit moreel standpunt. Dit gaat over hún kinderen, over de veiligheid die Stéphanos biedt. Ik neem hem (Van der Ham, EHvS) ernstig kwalijk dat hij niet op een adequate manier heeft ingegrepen.”
Van der Ham wil echter niet op de kritiek van LJI reageren. Vragen van het RD blijven, ook voor wat deze casus betreft, onbeantwoord.
*Gefingeerde naam
Vrijdag deel 2: Steeds meer signalen