Wat de koopman en de dominee met ontwikkelingssamenwerking te maken hebben
Het schuurt. En dat doet het al vanaf het moment dat de bezuinigingen op het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp werden bekendgemaakt.

„Nederlandse belangen staan voortaan voorop bij de ontwikkelingshulp”, zo opent het nieuwsbericht van de Rijksoverheid op 20 februari over het nieuwe beleid voor ontwikkelingshulp van minister Klever. Vanaf 2027 wordt er structureel 2,4 miljard euro bezuinigd op ontwikkelingshulp. En om dat te realiseren moet er meer focus aangebracht worden én moet het Nederlandse belang vooropgesteld worden.
Het klinkt als een contradictio in terminis, een woordcombinatie die zichzelf tegenspreekt: het Nederlandse eigenbelang als leidend principe hanteren in ontwikkelingssamenwerking. Nederland, dat tot de rijkste 10 procent van de landen van de wereld behoort. En daartegenover ontwikkelingssamenwerking, bedoeld om arme(re) landen te laten delen in de rijkdom van het Westen, die vaak ook nog eens verworven is over de rug van armere landen. En dan wordt, in een land dat zó rijk is, het eigenbelang vooropgesteld in de ontwikkelingssamenwerking? Dat schuurt. En niet zo’n beetje ook.
Ontwikkelingshulp heeft nut: wereldwijde armoede is de laatste 35 jaar gehalveerd
Ontwikkelingshulp in zijn huidige vorm is zo’n 75 jaar geleden ontstaan om onderontwikkelde landen mee te laten profiteren van de westerse welvaart. Al snel werd dat door de Verenigde Naties genormeerd door de aanbeveling ten minste 1 procent van het nationaal inkomen beschikbaar te stellen voor ontwikkelingssamenwerking.

Het had nut: wereldwijd is de armoede in de laatste 35 jaar gehalveerd. Tegelijk leven nog steeds honderden miljoenen mensen in extreme armoede. En de rijkdom is steeds ongelijker verdeeld. Oxfam Novib illustreerde dit in 2017 helder: de acht rijkste mannen ter wereld bezitten meer dan de 3,6 miljard armsten. Dat is 210(!) maal het aantal inwoners van Nederland. En die ongelijkheid is sindsdien alleen maar groter geworden. Desondanks laat onze overheid genoemde koppeling los, omdat men meent dat het wel een onsje minder kan met ontwikkelingshulp.
Dat dit schuurt, werd onlangs duidelijk in het Eerste Kamerdebat. Een meerderheid stemde in met een motie van de ChristenUnie om de koppeling tussen het bruto nationaal inkomen en het budget voor ontwikkelingssamenwerking weer te herstellen. Zoals CU-senator Huizinga-Heringa het verwoordde: „Het is nogal een ding dat die koppeling is losgelaten. (…) Daarmee haal je de bodem weg onder de ontwikkelingssamenwerking." En SGP-senator De Vries legde in zijn reactie de verbinding met de christelijke deugden: „...een gebrek aan barmhartigheid en rechtvaardigheid dat spreekt uit het meerjarenperspectief waarin de begroting voor 2025 gepresenteerd is”.
Spiritueel kapitaal is niet in geld uit te drukken
Ineens viel bij mij het kwartje. Hier steekt een oude clash weer de kop op: de botsing tussen de koopman en de dominee. De confrontatie tussen het economische belang, het streven naar winst en welvaart, en de moraal, het streven naar spiritueel kapitaal. De minister helt sterk over naar het perspectief van de koopman: „Alle programma’s die we financieren, moeten direct bijdragen aan ons eigen belang: handel, veiligheid en minder migratie”. Dat maakt het beleid „relevanter voor Nederlandse belastingbetalers”.
Ze is niet de eerste overheidspersoon die meer opheeft met de koopman dan met de dominee. „Geven…? Maar wat krijg je daarvoor terug?” was naar verluidt in 1947 de reactie van een van de topambtenaren van het ministerie van Economische Zaken, Anton Speekenbrink, op een voorstel om met buitenlandse ontwikkelingshulp bij te dragen aan de ontwikkeling van Zuid-Amerika en de overzeese koloniën.
Laat het dan vooral maar schuren bij dit soort uitspraken. Als het ertoe leidt dat de dominee en de koopman weer de confrontatie aangaan, brengt dat de balans tussen het morele en het economische perspectief weer meer in evenwicht. Misschien ligt het grootste belang daarvan wel vooral bij de gevers en minder bij de ontvangers van ontwikkelingshulp. Maar ja, spiritueel kapitaal is niet in geld uit te drukken.
De auteur is universitair hoofddocent verpleegkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum.