OpinieOpinie
Vermijd stevige uitspraken over Rooms-Katholieke Kerk

De veelkleurigheid binnen de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) zou voorzichtig moeten maken in het plakken van stereotypen en al te stellige beweringen over de ”ware” aard ervan.

Kars Terlouw
„Ook de RKK leert niet dat Christus en Zijn verlossend werk vervangbaar zouden zijn, laat staan door een mens.” Foto: de Basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara in Oudenbosch. beeld RD, Henk Visscher
„Ook de RKK leert niet dat Christus en Zijn verlossend werk vervangbaar zouden zijn, laat staan door een mens.” Foto: de Basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara in Oudenbosch. beeld RD, Henk Visscher

Met interesse volg ik de discussie over de RKK, de paus en de vraag of hij als antichrist beschouwd kan worden (RD 9, 24 en 30-9). Ik heb een achtergrond in de Gereformeerde Bond maar sta inmiddels actief in de katholieke traditie als lid van de Oud-Katholieke Kerk. Ik verdiep mij veelvuldig in de geschiedenis van en theologie binnen de RKK.

Allereerst is het goed om te beseffen dat dé RKK in zekere zin niet bestaat: de katholieke traditie kent een mozaïek aan theologische concepten, ideeën en dogma’s. Er bestaan allerlei oude en recente (klooster)ordes en bewegingen. Deze alle leggen hun eigen accenten en komen soms inhoudelijk verrassend dicht bij (delen van) het protestantisme. De veelkleurigheid binnen de RKK zou voorzichtig moeten maken in het plakken van stereotypen en al te stellige uitspraken over de ”ware” aard ervan.

Plaatsbekléder van Christus

In de discussie rond het pausambt valt mij op dat consequent gesteld wordt dat de paus volgens de RKK plaatsvervanger van Christus zou zijn. Het is echter correcter om de paus te zien als plaatsbekléder van Christus op aarde. Dit onderstreept dat ook de RKK niet leert dat Christus en Zijn verlossend werk vervangbaar zouden zijn, laat staan door een mens.

Er is natuurlijk ook geen sprake van gelijkheid tussen Christus en de paus. De paus wordt gezien als degene die is aangewezen om Christus’ plaats op aarde te bezetten tot Zijn wederkomst. Dit relativeert het pausambt ook weer enigszins. De paus is in zekere zin vergelijkbaar met een historische landvoogd die bij (fysieke) afwezigheid van de vorst diens taken op zich neemt. Daarmee is de landvoogd natuurlijk niet aan hem gelijk.

Volmachten

Ds. D.J. Budding schrijft dat de RKK aan de paus bevoegdheden toekent die alleen aan Christus toekomen, zoals vergeving van zonden (RD 30-9). Hier zien we een kernpunt van de Reformatie: tussenkomst van een paus (of pastoor, geestelijke…) is onnodig. Christus alleen vergeeft in directe zin de zonden. De ogenschijnlijke (Bijbelse) vanzelfsprekendheid van deze positie zou ik willen nuanceren met het feit dat Christus duidelijk aan Petrus de volmacht geeft om zonden (in Naam van Christus) te vergeven en op aarde „te binden en te ontbinden” in en door diezelfde Naam (Mattheüs 16:19). Overigens krijgen later, bij de uitstorting van de Heilige Geest, alle apostelen deze volmacht (Johannes 20:23).

Op basis van de zogenaamde apostolische successie (en het daarmee samenhangende doorgeven van volmachten zoals het namens Christus vergeven van zonden) gelooft de RKK dat de pausen als opvolgers van Petrus deze rol ook mogen spelen. En bij uitbreiding (bij de biecht) ook andere rooms-katholieke geestelijken. Hierover is zeker een flink debat mogelijk. Dat werd vooral tijdens de Reformatie gevoerd. Maar ook Bijbels en kerkhistorisch gezien is de reformatorische positie dus minder vanzelfsprekend dan gedacht wordt.

Eeuwig heil

Verder valt mij op dat in de RD-discussie zeer stellig beweerd wordt dat er buiten het belijden van Christus geen eeuwig heil is voor mensen. Dit naar aanleiding van uitspraken van de paus tijdens zijn recente bezoek aan Zuidoost-Azië. Zonder aan Christus’ uniciteit afbreuk te willen doen, en in het besef dat de woorden van de paus controversieel zijn, denk ik dat hier toch meer voorzichtigheid past. Spreekt de Bijbel niet ook duidelijk over mensen die Christus niet herkennen maar toch zalig worden omwille van hun dienstbaarheid aan de medemens en zo aan Hem (Mattheüs 25)? En ja, dan zijn er zeker goede (en belangrijke) discussies mogelijk over concepten als alverzoening en de verhouding tussen genade en ”goede werken”. En ja, ik ben me ook bewust van de uiteenlopende interpretaties van de genoemde Bijbelpassage. Maar vermijd dan al te stellige uitspraken over andermans heil. Daar past voorzichtigheid en al helemaal in het licht van Jezus’ woorden over het oordelen van anderen (Lucas 6:37).

De auteur is ambtenaar en lokaal actief voor de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer