Eenheid met de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) is inderdaad een doodlopende weg. Daar heeft ds. Budding gelijk in (RD 9-8). De afgoderij rond met name Maria is en blijft een struikelblok, net als de positie van de paus. Dat hij de antichrist zou zijn is echter onjuist.
Het is begrijpelijk dat juist in de tijd van de Reformatie de paus werd vereenzelvigd met de mens der zonde, oftewel de antichrist. Het immorele gedrag van de geestelijkheid en de terechtstelling van vele ware gelovigen gaven daar voldoende aanleiding voor. Maar ik pleit voor een zorgvuldiger exegese en kom tot een andere conclusie.
Tegenstelling
In de Bijbel lezen we over Christus (Hij is een Man) en Zijn bruid die Hij duur gekocht heeft. Als er een antichrist is (dat is een valse christus), dan kunnen we ook een valse bruid verwachten. Dat zien we ook in het laatste Bijbelboek. In ”De openbaring van Jezus Christus” gaat het om Hem en om Zijn wederkomst – waar ik verlangend naar uitzie. In hoofdstuk 19 is er een bruiloft, vlak na het oordeel over de grote hoer Babylon. Direct daarna lezen we over Zijn wederkomst en de slag bij Armageddon. Vanaf Openbaring 21:9 wordt die bruid, de vrouw van het Lam, aan ons getoond. We zien haar pas in haar glorie (ze heeft de heerlijkheid van God) nadat de valse bruid, de hoer Babylon, is geoordeeld. Als we Openbaring 21:9 vergelijken met Openbaring 17:1 zien we een opmerkelijke parallel: in beide gevallen is het een van de zeven engelen die de zeven schalen van Gods toorn draagt die naar Johannes toe komt.
Babylon is de moeder van hoererij: daar begon na de zondvloed de afgoderij met het bouwen van de toren van Babel, onder leiding van Nimrod. Dat wist Johannes ook, maar toch was hij erg verbaasd toen hij de hoer zag. Alexander Hislop (1807-1865) wees in zijn boek ”The Two Babylons” al uitgebreid op de parallel tussen Babylon en Rome. Wie in Openbaring zoekt naar een parallel met de Roomse kerk, komt logischerwijs bij Babylon als de valse bruid uit. De vrouw is dronken van het bloed van de heiligen. Ware gelovigen hebben altijd moeten vrezen voor vervolging door de ‘officiële kerk’ – ook in de tijd vóór de Reformatie. Die officiële kerk is trouwens niet altijd de RKK geweest. Vervolging vond en vindt plaats waar een kerk wereldse macht heeft verworven. Maar de geest van Babylon heeft zich zeker laten zien in de RKK, al weten we nog niet wat de laatste gedaante van Babylon zal zijn vlak voor de wederkomst.
In Openbaring 17 zien we dat de hoer Babylon het beest berijdt. Maar uiteindelijk wordt Babylon mede geoordeeld door de tien koningen die het beest hun macht geven – het beest duldt geen enkele macht boven zich, ook niet van de valse kerk.
Rotskoepel
Alleen Johannes gebruikt de term antichrist in zijn brieven. Hij geeft twee duidelijke kenmerken van de antichrist: hij loochent de Vader en de Zoon (1 Johannes 2:22) en hij ontkent dat Jezus Christus in het vlees gekomen is (1 Johannes 4:3). Welke (terechte) kritiek we ook op de paus mogen hebben – deze twee kenmerken passen niet bij hem.
In zijn bespreking van de boeken van de vorige paus over de Heere Jezus Christus schrijft dr. P. De Vries dat „Rome vasthoudt aan de Drie-eenheid, de leer van Jezus als God Die mens werd en plaatsvervangend aan het kruis stierf”. Dat staat lijnrecht tegenover de geest van de antichrist volgens de definitie van Johannes. Die geest zien we wel bij sommige protestantse theologen en in belangrijke basisprincipes van de islam. Op de Rotskoepel in Jeruzalem staat boven de ingang geschreven dat God geen Zoon heeft. Dat maakt het natuurlijk extra bedenkelijk dat de paus zoekt naar eenheid met de islam, maar dan nog kunnen we de paus moeilijk vereenzelvigen met de antichrist – in ieder geval niet volgens de Bijbelse definitie van Johannes.
Ware gelovigen
Natuurlijk valt er veel meer te zeggen over de antichrist, over de mens der zonde, de wetteloze (zoals Paulus hem noemt in 2 Thessalonicenzen 2). Er zijn al vele antichristen in de wereld, zegt Johannes, maar dé antichrist moet zich nog openbaren. Dan weten we ook dat de komst van de Heere Jezus Christus nabij is.
Dat de Roomse kerk niet de ware kerk is lijkt me duidelijk. Maar er zijn nog wel steeds ware gelovigen in de RKK en met sommigen werken we graag samen als het gaat om de scheppingsorde (denk aan Gabriele Kuby). In het boek ”Gods goede orde” maakt dr. Klaassen dankbaar gebruik van het werk van Roomse moraaltheologen. Maar eenheid met Rome moeten we niet zoeken – veeleer roepen we alle ware gelovigen met Openbaring 18:4 toe: „Gaat uit van haar, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt.”
De auteur gaf jarenlang onderwijs in de biologie en algemene natuurwetenschappen en houdt zich bezig met de relatie tussen wetenschap en de Bijbel. Hij schreef onder andere een commentaar op het Bijbelboek Openbaring.