Medicijnen die noodzakelijk zijn, moeten vergoed worden
In november komt er een nieuw medicijn op de markt voor patiënten met diabetes 2. Behalve met middelen als Wegovy of Ozempic kunnen zij dan ook behandeld worden met Mounjaro van Eli Lilly. Maar deze middelen, die ook goed werken tegen obesitas, worden voor patiënten die moeten afvallen niet vergoed. En dat zou voor ernstige gevallen wél moeten.
Het is steeds weer de vraag wanneer er een nieuw en prijzig medicijn op de markt komt: voor wie moet het wel en voor wie moet het niet vergoed worden? Die vraag dringt zich des te meer op als een middel dat tegen een bepaalde aandoening heel goed werkt, ook bij andere aandoeningen gebruikt kan worden.
De discussie over de vergoeding voor dit soort middelen begon enige tijd geleden, toen Ozempic op de markt kwam. Omdat het nogal eens voorgeschreven werd bij patiënten met overgewicht, was het soms niet meer beschikbaar voor patiënten met diabetes, voor wie het oorspronkelijk bedoeld was. Met Mounjaro komt er nu een middel op de markt dat nóg succesvoller lijkt te zijn tegen diabetes, maar ook tegen obesitas. De exacte prijzen zijn nog niet bekend, maar het zou zomaar kunnen dat patiënten die het niet vergoed krijgen voor dit medicijn enkele honderden euro’s per maand moeten betalen. En dus rest de vraag of de gezondheidszorg straks alleen nog voor mensen is met een goed gevulde beurs.
Het oordeel van de arts of een medicijn nodig is, moet leidend blijven
Dat is soms ook een vraag die uit gemakzucht gesteld wordt. Zo is het logisch dat artsen bij overgewicht de behandeling altijd beginnen met de patiënt aan te sporen tot een andere leefstijl. Als dat echter niet genoeg helpt, voelt het soms oneerlijk als er wel een medicijn beschikbaar is om gewicht kwijt te raken, dat het niet vergoed wordt, omdat het oorspronkelijk niet als middel tegen overgewicht bedoeld is.
Daarbij komt het probleem dat die medicijnen ook gebruikt worden door mensen die graag willen afvallen om er beter uit te zien. Zij tellen er soms grote bedragen voor neer om het middel buiten de huisarts om in bezit te krijgen. Dat oneigenlijk gebruik van het medicijn kan uiteindelijk weer tot schaarste leiden, zodat patiënten voor wie het oorspronkelijk bedoeld was het niet meer kunnen krijgen.
De oplossing voor dit scheeftrekken van de medicijnmarkt? Die is niet in een paar zinnen te geven. Heel belangrijk blijft dat de kunde van de arts en zijn of haar oordeel leidend is. Als een arts het nodig acht dat een medicijn voorgeschreven wordt aan een patiënt, dan moet het ook vergoed worden. Niet de ziekte waarvoor het medicijn oorspronkelijk op de markt kwam moet leidend zijn, maar de noodzaak van het middel voor een patiënt.