Met een opiniebijdrage in de gerenommeerde Amerikaanse krant The Wall Street Journal wil SGP-leider Van der Staaij in het buitenland aandacht vragen voor zijn zorg omtrent het Nederlands euthanasiebeleid. De ingezonden brief is bedoeld als het begin van een actie om duidelijk te maken wat er in de Lage Landen plaatsheeft. Van der Staaij vindt dat de grens is bereikt. En begrijpelijk.
De Nederlandse euthanasiepraktijk bewijst volgens Van der Staaij dat wanneer eenmaal een opening voor actieve levensbeëindiging wordt geboden, het van kwaad tot erger gaat. Daarvoor wil hij niet alleen het buitenland waarschuwen, maar zoekt hij ook steun bij Amerikanen om in Nederland de alarmklok luider te laten klinken. Of dit werkelijk effect zal sorteren, moet de toekomst leren. De actie als zodanig is niet alleen sympathiek maar ook begrijpelijk. Wie in Nederland zich keert tegen abortus of euthanasie is vaak een eenzame roepende in de woestijn.
Overigens is het een illusie te denken dat het artikel van Van de Staaij voor Amerikanen echt nieuw en schokkend zal zijn. Misschien is voor hen nog wel het meest opvallend dat de zorg verwoord wordt door een lid van ons parlement. Waarbij wel in de kantlijn de opmerking moet worden gemaakt, dat de enigszins suggestieve kop boven het opinieartikel (”In Nederland doodt de dokter je nu”) niet door Van der Staaij maar door de redactie van The Wall Street Journal is gemaakt.
Neemt niet weg dat de boodschap van de SGP-leider voor veel mensen in het buitenland op zichzelf wel bekend is. Sterker nog, er bestaan bij buitenlanders nogal eens overtrokken beelden over de situatie in ons land. Er zijn mensen die denken dat op dit moment geen bejaarde meer veilig is voor de dodelijke spuit van een dokter. Terwijl de werkelijkheid -gelukkig- nog altijd genuanceerder is. En dat is niet de enige extreme gedachte die er over ons land bestaat. Eenzelfde overtrokken idee is er over het Nederlandse drugsbeleid. Op elke straathoek zou een koffieshop zijn. En om een derde voorbeeld te noemen: vrijdag publiceerde een Amerikaanse site het bericht dat er hier megakerken staan die ’s zondags allemaal leeg blijven.
Men kan zich natuurlijk opwinden over deze stereotypen en misvattingen. Dat is ook wel begrijpelijk. De werkelijkheid is vaak genuanceerder dan de oneliners over ons land suggereren.
Maar belangrijker is de vraag: hoe is het zover gekomen dat buitenlanders van ons een beeld hebben dat we de verwording zijn overgegeven? Want daar komt het wel op neer. Over de grens wordt vaak gesteld dat in Nederland alles kan en alles mag en er dus sprake is van totale wetteloosheid.
Het is daarom goed dat van der Staaij met zijn opiniestuk niet alleen hulp zoekt in het buitenland maar ook impliciet duidelijk maakt dat er in ons land ook mensen nog zijn die zich zorgen maken. Maar er is meer. Zijn actie heeft alleen zin als hij zich gesteund weet door duizenden die niet aan de weg timmeren maar die wel vanuit de binnenkamer bij Gods genadetroon aankloppen of Hij ons land genadig wil zijn en een terugkeer naar Zijn gebod wil geven.