Het lijkt of er maar twee smaken zijn in het debat over het geweld in Amsterdam rond een voetbalwedstrijd tussen de Israëlische club Maccabi Tel Aviv en Ajax, verleden week. Of keihard aanpakken, of juist proberen te komen tot integratie. Gelukkig is er ook een combinatie mogelijk.
Vrijwel de gehele Tweede Kamer was het er in het debat van woensdag over eens: de manier waarop Israëlische supporters een week geleden werden opgejaagd in de Amsterdamse binnenstad is volstrekt onacceptabel. Wat er in de nacht gebeurde richting tientallen Israëliërs heeft als diepste wortel antisemitisme. Er waren woensdag in het parlement ook stemmen die benadrukten dat ook sommige supporters uit Tel Aviv zich schandalig hebben gedragen. Daar is vanzelfsprekend geen goed woord over te zeggen.
Toch kan het antisemitisch geweld tegen de Israëlische fans niet weggestreept worden tegen het verkeerde optreden van de voetbalsupporters uit Tel Aviv. Wie dat wel doet, gaat niet alleen voorbij aan dat waar het vorige week woensdag ten diepste over ging –zijn Joden in Amsterdam nog veilig?– maar het is ook onjuist. Zeker, er was ‘regulier’ geweld tussen supportersgroepen. Maar er was ook meer. Onderzoek zal duidelijk moeten maken wat er precies gebeurde, maar de Amsterdamse burgemeester neemt niet voor niets het woord Jodenjacht in de mond.
Tegelijk werd er woensdag door nogal wat Haagse sprekers wel heel makkelijk van alles geroepen. Vooral de woordkeus van Geert Wilders was uitermate scherp en polariserend en de oplossingen die hij aandroeg waren niet zelden veel te gemakkelijk. Alleen maar roepen dat het de schuld is van migranten en dat de Amsterdamse burgemeester Halsema moet aftreden, lost het probleem niet op. Daarbij: het oordeel over een burgemeester wordt gegeven door de gemeenteraad. Zo werkt dat in onze democratie, zoals vanuit het kabinet ook duidelijk werd gezegd.
De kloof die woensdag bleek tussen coalitie en oppositie, en grofweg tussen linkse en rechtse partijen, zal ons land en Amsterdam niet verder brengen als het gaat over de vraag of er sprake is van een integratiecrisis, laat staan dat er uit dit alles een oplossing voortkomt. Wie die crisis ontkent, kijkt weg en gelooft in sprookjes. Wie alleen maar met generaliserende uitspraken hamert op het oplossen van die crisis sluit zich op in het eigen gelijk.
De mogelijke oplossing blijft even simpel als moeilijk. Spoor de schuldigen op en straf ze hard. Maar laat de goeden niet onder de kwaden lijden, want dat leidt uiteindelijk alleen maar tot meer ellende.
Of een democratie goed functioneert, kun je ook zien aan hoe er met minderheden wordt omgegaan. Met álle minderheden. Waarvan de Joodse, alleen al door haar getal en traumatische geschiedenis, ontegenzeggelijk de kwetsbaarste is.