Het oppakken van wakers is teken van een gekrenkt geweten
Onlangs werd voor de zesde keer een vrijwilliger van Kies Leven bij een abortuskliniek door de politie opgepakt. Wat is hier toch aan de hand?
Dit keer moest in Den Bosch zo’n waakster het uitdelen van folders bekopen met een urenlang verblijf in de cel vanwege het plegen van „wanordelijkheden”. Er wordt geclaimd dat de waaksters agressief gedrag vertonen, maar enige bewijsvoering is er niet. Zo op het oog zien die vrijwilligers er nu ook bepaald niet gewelddadig uit, maar dat speelt blijkbaar geen rol. Het aanbieden van een folder is genoeg om als bedreigend te worden aangemerkt. Als dat zo is, kunnen er nog heel wat meer mensen van de straat geplukt worden, met name bij winkelcentra. Alle ratio lijkt verdwenen in deze acties van de politie.
Recent zijn nieuwe cijfers bekend geworden over het aantal abortussen dat in Nederland wordt uitgevoerd. In een jaar tijd is dat aantal met meer dan 10 procent gestegen. Daar wordt ook binnen de overheid ach en wee over geroepen, maar dat zijn slechts krokodillentranen. Er is geen enkele bereidheid om maatregelen te nemen om het aantal weer naar beneden te brengen. Christenpolitici vangen keer op keer bot als zij de bewindslieden wijzen op hun verantwoordelijkheid bij de uitvoering van de abortuswet. Daarin staat onder meer dat de klinieken verplicht zijn voorlichting te geven over alternatieven voor abortus wanneer een zwangere vrouw zich meldt.
Levensbeëindigend
In het voorjaar kwam een evaluatierapport over de uitvoering van de abortuswet uit, waaruit bleek dat er van die voorlichting in veel gevallen niets terechtkomt. Als de vrouw zegt dat zij haar keuze al gemaakt heeft, voelt de medewerker van de kliniek zich ontslagen van de plicht om nog voorlichting te geven. Niet voor niets was er een verplichte bedenktijd, die helaas inmiddels uit de wet geschrapt is. Uit de recent gepubliceerde gegevens blijkt dat de bedenktijd steeds korter wordt. Geen wonder, want als je geen voorlichting over alternatieven krijgt, heb je weinig om te overwegen. De minister ziet geen aanleiding om hier iets aan te doen.
Het wrange is dat de vrijwilligers van Kies Leven in feite doen wat de kliniek nalaat: het geven van voorlichting. In plaats van dat zij ervoor bedankt worden dat zij deze taak, die de kliniek laat liggen, uitvoeren, worden ze opgepakt en zonder onderbouwde beschuldiging in de cel gezet. Dit is de wereld op zijn kop! Het is helemaal in lijn met de weerstand tegen de actie met ”Jij mag er zijn”-posters in abri’s op hogescholen en universiteiten. „Te confronterend”, werden die posters genoemd. Zo zijn er nog wel wat posters aan te wijzen die om die reden in aanmerking komen om geweerd te worden. Maar de pijlen richten zich op prolife-uitingen.
Opmerkelijk dat velen zich dus wel realiseren hoezeer er door die uitingen een appel gedaan wordt op ons geweten. Intuïtief voelen mensen aan dat het wel degelijk ergens over gaat als een abortus gepleegd wordt. Het is niet minder dan de beëindiging van een mensenleven. Iedereen kan begrijpen dat als een zaadcel –die menselijk leven is– en een eicel –die menselijk leven is– samensmelten, de uitkomst noodzakelijk weer menselijk leven moet zijn. Of dat leven nu in een vroeg of een laat stadium van de zwangerschap beëindigd wordt, het is en blijft de beëindiging van menselijk leven.
Paniekreactie
Nu is het goed te bedenken dat dit voor veel vrouwen geen gemakkelijke zaak is. Stel, je hebt een relatie die toch al niet te sterk is en je ontdekt dat je zwanger bent. Dan is het begrijpelijk dat je in paniek raakt omdat je je relatie op de klippen ziet lopen. Of je beseft dat als je de zwangerschap uitdraagt er een moment komt dat je door een bevalling heen moet, en je hebt net toevallig nog iets gelezen over de pijn die dat kost en dat het ook niet altijd goed afloopt. Is het vreemd dat je dan meteen naar de kliniek rent en zegt: „Ik wil een abortus, en wel nu”? Als dan de kliniek zich ontslagen voelt van de plicht tot voorlichting, neem je genoegen met een beslissing die op paniek gebaseerd is en ondertussen wel een mensenleven kost. Juist daarom was die bedenktijd er met die voorlichting: om de paniekfase te boven te komen. Uit de nieuwe cijfers blijkt overigens ook dat voor maar liefst een kwart van de vrouwen het motief voor abortus ligt in praktische ongemakkelijkheden. De vakantie kan niet doorgaan. Of er zal in huis een kamer tekortkomen, waardoor je moet verhuizen. Is dat voldoende om aan een mensenleven een einde te maken?
De cijfers geven aan dat de meeste abortussen in de eerste twaalf weken plaatsvinden, en dat er dan meestal van medicamenten gebruikgemaakt wordt. In zulke gevallen is er geen sprake van de beelden van een klein mensje dat door een naald of schaar achtervolgd wordt, een beeld dat sterke emoties oproept. Maar ook al zijn die emotionele beelden er niet, wat er gebeurt is niet minder erg. Nog steeds is er sprake van het beëindigen van menselijk leven.
In dat opzicht is het onbegrijpelijk dat ervoor gepleit wordt om abortus te verklaren tot een mensenrecht en abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen. Het moet niet zo zijn dat abortus te allen tijde een legale mogelijkheid is, in plaats van (zoals nu) eigenlijk verboden maar onder bepaalde condities toegestaan. Hoe zit het dan met het ongeboren kindje? Dat kan niet voor zijn of haar rechten opkomen. Maar heeft het die daarom dan ook niet? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Ik leerde ooit van mijn rijinstructeur: voorrang is een plicht, niet een recht. Niet de medeweggebruiker heeft recht op voorrang, maar ik heb de plicht jegens de overheid de ander voorrang te geven. Zou het ook niet zo zijn met de zogenaamde mensenrechten? Niet de ander heeft recht op een bepaalde manier van omgaan, maar ik heb de plicht jegens de hoogste Overheid om de ander te behandelen als een medeschepsel, dat door God gewild is. Zo bezien is het gauw bekeken met het recht op abortus. Daar is die hoogste Overheid heel duidelijk in.
De auteur is hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft.