Column (Wim van Egdom): 100 kilometer per uur
Je hoort er niemand meer over. Maar toen de verlaging van de maximumsnelheid begin vorig jaar werd aangekondigd, leek het eventjes of Nederland aan de vooravond van een burgeroorlog stond. Om boeren en bouwsector te helpen niet te verdrinken in de stikstofcrisis, moest ook de automobilist z’n steentje bijdragen. En dus werd de norm dat er van 6.00 tot 19.00 uur op alle snelwegen niet harder dan 100 kilometer per uur gereden mocht worden.
Toegegeven: ook ik morde. Want een mens koopt nu eenmaal geen auto met wat paardenkrachten onder de motorkap om over de snelwegen te sukkelen. Want sukkelen zou het worden. Wie weleens bij de oosterburen op bezoek gaat en daar ‘geniet’ van de autobanen waar je het gaspedaal net zo ver in mag trappen als je wilt, weet hoe het voelt om de Nederlandse grens weer te passeren. Het is alsof je stilstaat. En uitgerekend dat gevoel zouden we overdag nu altijd hebben. Dachten we.
Maar toen was er, één dag voor de snelheidsbeperking inging, de eerste lockdown als gevolg van de coronapandemie. Niemand die zich nog bekommerde om de maximumsnelheid. Sterker: je was allang blij dat het niet verboden was überhaupt nog over snelwegen te rijden.
Nu we bijna een jaar verder zijn, heb ik voor mezelf de balans opgemaakt. En tot m’n verbazing viel die zeer positief uit. De snelheidsverlaging overdag geeft me rust. Je hoeft nooit de borden in de gaten te houden om te weten hoe hard je waar mag. Gewoon 100 km/u, overal. Overzichtelijker kan het niet. Eerlijk gezegd heb ik ook nooit iets gemerkt van tijdsverlies doordat ik minder snel mocht rijden. Want doordat iedereen overal dezelfde snelheid heeft, stroopt het verkeer minder op. Dat wordt gezegd, tenminste.
Toch merk ik bij mezelf één rare reflex die maar niet verdwijnt. En die is dat ik, wanneer ik in het weekend de snelweg op rijd, altijd denk dat ik harder mag dan de doordeweekse 100. Hoe dat komt? Ik ben er na lang piekeren uit. Ergens in mijn denken moet er een linkje zijn met het feit dat stroombedrijven een nacht- én weekendtarief hanteren. Of hanteerden, dat weet ik niet eens.
Misschien een leuk campagne-item voor de VVD als er ook op stikstofgebied ooit nog eens versoepelingen mogelijk zijn? Aan het voorwaardelijk beloven zal Mark Rutte zich geen buil vallen. Vergeleken met de 1000 euro voor iedere werkende die hij ooit in campagnetijd toezegde, is zo’n verhoging van de maximumsnelheid in het weekend maar kinderspel. En belangrijker: het kost niks.