De ramp met vlucht MH17, maandag drie jaar geleden, is een moment dat in het nationale geheugen gegrift staat. Toen op 17 juli 2014 de eerste berichten binnendruppelden dat er een groot verkeersvliegtuig met bijna 300 mensen aan boord was neergestort boven Oekraïne, sloeg de verbijstering toe. Toen later bleek dat het vliegtuig mogelijk uit de lucht geschoten was, sloeg die verbijstering om in boosheid. Van de 298 mensen aan boord hadden er 196 de Nederlandse nationaliteit.
In de weken die in de zomer van 2014 volgden op de dag van de ramp, beleefde Nederland een eerbetoon aan de slachtoffers zoals niet vaak wordt gezien en dat ook elders in de wereld de aandacht trok. Op het vliegveld van Eindhoven kwamen de vliegtuigen met de lichamen aan. Eén voor één werden de kisten in lijkauto’s geladen die in een lange stoet naar Hilversum reden. Tijdens de rechtstreekse tv-uitzending was lange tijd alleen het geluid te horen van de voetstappen van de dragers van de kisten.
In de tijd die volgde, werd de vraag wie er aan dit drama schuldig was, steeds luider gesteld. Gaandeweg werd duidelijk dat Russische separatisten een raket op het vliegtuig hadden afgeschoten waarna het was neergestort. Maar Rusland ontkent en wil geen medewerking verlenen aan het onderzoek.
Drie jaar later is die situatie nog maar weinig veranderd. Ondanks dat vandaag een officieel monument voor de slachtoffers van de ramp wordt onthuld, in het bijzijn van koning en koningin, hebben de nabestaanden nog steeds geen duidelijkheid. Zondag hielden enkelen van hen daarom een stil protest voor de Russische ambassade in Den Haag. In de hoop dat er ook in Rusland een protest op gang komt. Maar de kans daarop is gering en het protest was dan ook vooral symbolisch.
Ondertussen staan de voorbereidingen voor een rechtsgang niet stil. Afgesproken is dat, nu Rusland een VN-tribunaal heeft geblokkeerd, dat proces onder het Nederlandse recht gevoerd zal worden. Een kleine genoegdoening voor de nabestaanden van de slachtoffers omdat de Nederlandse rechtsgang open en transparant is. Maar duidelijkheid over wat er precies gebeurd is, hebben ze nog steeds niet. Laat staan dat er schuldigen gestraft kunnen worden.
De Nederlandse regering moet, samen met de regeringen van de landen waaruit de andere slachtoffers afkomstig waren, alles op alles zetten om het recht te doen zegenvieren. Dat er sinds maandag, met de opening van het monument voor de ramp, een concrete plek is waar nabestaanden kunnen rouwen, is een goede stap. Maar het is niet genoeg.
Verdriet vraagt om erkenning.
Schuld vraagt om gerechtigheid.
En gerechtigheid is wat anders dan wraak. Wraak voedt de wrok. Gerechtigheid kan uiteindelijk de bedding zijn waarin, hoe moeilijk ook, rouw en verdriet een plaats krijgen.
Aan de Nederlandse regering de taak om het recht zijn loop te doen hebben. Dwars door alle tegenwerking en ontkenning heen. We zijn het aan de slachtoffers en de nabestaanden verplicht.