Welk deel van de mensheid is werkelijk volwassen? Slechts een klein percentage. PVV-politicus Brinkman gaf in elk geval van weinig volwassenheid blijk toen hij onlangs de uitspraak deed dat Nederland de Antillen maar het beste op Marktplaats kan zetten. Volwassenen overzien de gevolgen van hun gedrag. Brinkman besefte van geen kant wat het effect van zijn uitspraken zou zijn, zo heeft hij recent toegegeven.
Volwassenen kunnen over hun eigen schaduw heenstappen, fouten erkennen en excuses aanbieden wanneer een hoger belang dat vereist. Brinkman, geheel opererend in de zotte traditie van Fortuyn („Ik zeg wat ik denk”), heeft daar bijzonder veel moeite mee.
Maar de Antilliaanse politiek is eveneens ver verwijderd van volwassenheid. Volwassenen kunnen zaken in verhouding zien. Die sturen niet meteen een volledige klas naar huis na een kwajongensstreek van één niet representatieve belhamel.
Ondertussen zitten Nederland en de Antillen met de gebakken peren. De Nederlandse parlementaire delegatie die momenteel de Boven- en Benedenwindse Eilanden bezoekt, kan haar werk niet naar behoren doen. De bevolking van de zes eilanden schiet met al dit gehakketak niets op. En het tot stand brengen van nieuwe staatkundige verhoudingen loopt opnieuw vertraging op.
Misschien wordt het tijd dat ook Nederland zich, als het om zijn houding tegenover de Antillen gaat, volwassener gaat opstellen dan het lange tijd gedaan heeft. Na de traumatische ervaring met Nederlands-Indië, wilde ons land het onafhankelijk worden van de Antillen beter, netter en verantwoorder begeleiden. Daarom heeft de Nederlandse regering in het verleden meermalen gezegd dat „het tijdstip van onafhankelijk worden primair moet worden bepaald vanuit de Antillen zelf.” Een op zichzelf prijzenswaardige opstelling.
Maar trauma’s uit het verleden mogen niet leiden tot eindeloze toegeeflijkheid in het heden. Nu van een werkelijk onafhankelijk worden al jarenlang geen sprake meer is -de Antillen willen dat zelf niet omdat ze financieel en militair niet zonder Nederland kunnen-, moet met het alternatief, een lossere en meer gedifferentieerde staatsband wel vaart gemaakt worden. Voortdurende obstructies en omtrekkende bewegingen van de kant van de Antillen passen daar niet bij.
Nederland mag de druk best wat opvoeren. Dat heeft niets te maken met paternalisme, maar alles met een reëel besef van de werkelijke verhoudingen: de Antillen zijn afhankelijk van Nederland en niet andersom.
Nu de hoofdlijnen van een nieuwe staatkundige structuur duidelijk zijn -Curaçao, Aruba en Sint Maarten een status aparte, de andere eilanden rechtstreeks onder Nederlands bewind-, moet het nieuwe concept vlot worden uitgewerkt. Het is graag of helemaal niet.
Per slot van rekening heeft Nederland nog altijd de mogelijkheid om gebruik te maken van het recht op zelfbeschikking door zich los te maken van het koninkrijksstatuut. Dat is niet de fraaiste oplossing van het probleem. Hij verdient ook niet de eerste voorkeur. Maar als stok achter de deur kan deze zijn nut wel bewijzen.