De Tweede Wereldoorlog zit nog altijd in de haarvaten van onze samenleving. Overheidssteun aan Joods Maatschappelijk Werk moet gegarandeerd zijn. De geschiedenis leert ons waarom.
Alle ogen zijn dezer dagen gericht op Amsterdam, waarbij we spreken over verbijstering vanwege Jodenjacht en geschoktheid vanwege antisemitisme. Het kabinet-Schoof onderzoekt of daders van antisemitisch geweld hun paspoort afgenomen kan worden. Ondertussen lijkt één feit de media-aandacht te ontglippen: minister Fleur Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloot eind oktober minder geld beschikbaar te stellen aan de stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW). Juist nu is dit een bijzonder verkeerd signaal, waartegen elke politieke partij dient te ageren.
Garantie
Het departement van Agema moet 250 miljoen bezuinigen, een bedrag dat komen moet uit stopgezette subsidies. Tot de stichtingen die minder geld krijgen behoort ook JMV. Het motief voor Agema is dat „de zorg- en dienstverlening per jaar minder wordt, omdat het aantal oorlogsgetroffenen van de eerste generatie kleiner wordt”. Dat motief lijkt begrijpelijk, maar het is tegelijk ondeugdelijk.
JMW is in 1946 opgericht en kreeg als eerste taak om te zorgen voor het kleine percentage Nederlandse Joden dat de Holocaust overleefd had. We weten uit de geschiedenis hoe weinig interesse er was voor hen die de Duitse kampen overleefd hadden, druk als Nederland was met de wederopbouw. Al meer dan 75 jaar biedt JMW aan iedereen met een Joodse achtergrond hulp, advies, ondersteuning en een luisterend oor.
Steun aan dit werk door de overheid moet tot in lengte van jaren in ons land gegarandeerd zijn. Meer dan een ereschuld is het. Na de annexatie van Oostenrijk stelde het kabinet-Colijn het asielrecht in de Grondwet buiten werking om de stroom Joodse vluchtelingen stop te zetten. Na de Kristallnacht weigerde onze regering om een protest tegen Duitsland in te dienen. De Nederlandse Spoorwegen vervoerden in opdracht van de Duitse bezetter meer dan 100.000 Joden tot aan de landsgrenzen, met concentratie- en vernietigingskampen als eindbestemming. Wie al deze en veel meer feiten op zich in laat werken, beseft dat er geen euro minder naar JMW mag gaan. Het bieden van een luisterend oor aan allen die de last van de oorlog meedragen, is het minste wat we moeten blijven doen.
Concreet
Zoals uit de blijvende stroom publicaties blijkt, zit de Tweede Wereldoorlog nog altijd in de haarvaten van onze samenleving. Zal dat Joodse landgenoten niet gelden, ook de tweede en inmiddels de derde generatie? De oorlog, ze is er elke dag. Daarbij, op 7 oktober 2023 is de wereld veranderd. JMW verwoordt zelf dat haar werk door de terreuraanval van Hamas decennia teruggeduwd is in de tijd. Beseffen we iets van de angst die de Joodse gemeenschap in ons land kenmerkt? Een oudere Jodin die met God leeft, vertelde me dat ze elke nacht voor 4.00 uur wakker is, en dan bidt: „Heere, 6 miljoen…, is het nog niet genoeg…?”
Als leden van de Kamer in debat met minister Agema bewerkstelligen dat ze haar bezuiniging terugdraait, doen we meer dan geschokt of verontwaardigd zijn; dan geven we aan de Joodse gemeenschap een concreet signaal af.
De auteur is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.