ConsumentBuiten
Waalwijks onversneden leer op het Halve Zolenpad 

Kijk, dáár zijn we op onze plek. Het voelt als thuiskomen, fietsen over het Halve Zolenpad. Maar in Brabant verwijst het niet naar de fietsers, maar naar het vroegere Langstraatspoorlijntje, dat de leer- en schoenenindustrie tot bloei bracht.

Aad van Toor
beeld Aad van Toor
beeld Aad van Toor

De leerlooierijen verplaatsten zich inmiddels naar andere landen, ook de schoenenindustrie vertrok goeddeels. Vergane glorie dus? Het Waalwijks museum laat niet alleen de historie zien, maar er wordt in het lab ook gewerkt aan nieuwe schoenen, gemaakt uit biobloed, uit schimmels of uit (slacht)afval.

Eerst gaan we fietsen. De officiële route is 30 kilometer. We strikken er nog wat knooppuntjes aan vast langs het Oude Maasje en de Donge: dan wordt de route 42 kilometer.

Amper het centrum van het Brabantse Waalwijk uit, rijden we door Besoijen. Het lijkt een simpel onderdeel van de stad, maar vergis je niet. Besoijen was vroeger niet alleen een apart dorp, het behoorde zelfs tot het graafschap Holland. Het is dus pendelen over de eeuwenoude grensdijkjes tussen Holland en Brabant.

In De Langstraat, op de rand van zand en klei, wordt kwelwater omhoog geperst en zo ontstond het slagenlandschap; drassig en venig grasland, doorspekt met sloten en volop bezet met eikenbomen, waarvan de gemalen schors in het looiproces gebruikt werd. En huiden van koeien (6 millimeter dik) waren geschikt voor de looierij. Een paling zit –ter vergelijking– dunner in zijn vel: 0,2 millimeter. En een olifantenhuid meet 3,5 centimeter.

Over de Winterdijk gaat het naar Sprang-Capelle, waar nog een oude looischuur staat. De ventilatieluiken verraden de geschiedenis van het bouwsel. De binnenzijde is ontdaan van looizuren en -luchtjes en is nu woonhuis.

In Raamsdonk gaat het langs een aardig nijverheidshuisje, waar boeren wat bijverdienden met looien of schoenen maakten. Aardig, maar het was armoede troef.

We stomen op over het Halve Zolenpad. Het voormalige Langstraatlijntje is herkenbaar aan een stuk oud hekwerk en het spoorwachtershuisje. Bij binnenkomst van Waalwijk kunnen we de oude fabrieken van Van Haren en Pinocchio niet missen.

Dan is er het Schoenenkwartier. ’t Wordt een stief kwartiertje in het museum, waarin oude schoenmerken als Pinocchio, Bata, Helioform, en Robinson over het voetlicht komen. En Picasso, die zebraschoenen van Bergmans droeg en daarmee zorgde voor de doorbraak van deze fabrikant. Alle denkbare modellen zijn er te vinden; van muiltjes tot gympies en ”trippers” voor tomatenplukkers. Ik kan geen weerstand bieden. Bij de collectie proefmodellen pas ik even een punklaars, met gespen, kettingen en stekels. Jazeker, schoenen vertellen iets over je identiteit. Deze passen me niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
RDMagazine
Buiten

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer