Hij is al jaren populair, maar ik ben nu pas goed met Ottolenghi’s recepten aan de slag gegaan. Ik hield al van zijn Midden-Oosterse smaken. En ja, ook ik strooi al jaren geregeld granaatappelpitjes over gerechten en heb ingrediënten als tahin en sumak in huis. Maar dankzij de veelzijdige recepten in zijn nieuwe boek ”Comfort”, dat de Brits-Israëlische kok met drie coauteurs maakte, heb ik de smaak nu echt te pakken.
Ook in ”Comfort” (Yotam Ottolenghi en Helen Goh, Fontaine Uitgevers, € 33,99) komen de typerende Ottolenghismaken voorbij. Maar wat evengoed opvalt zijn de vele andere invloeden, waaronder oosterse. Zo is er een recept voor pittige gehaktsaus (bolognese) voor bij pappardelle. Ik heb nog nooit zo veel chilibonensaus (Chinese, van de toko) in een gerecht gedaan. Lekker spicy, vond de noedelminnende puber. Ik had bluswater nodig. Maar ook zijn er bijvoorbeeld saucijzenrollen „in Duitse stijl” met dezelfde kruiden als die van bratwurst en een galette met roomkaas, tomaat en het Britse smeersel Marmite. En citroenrijstschotel met kaas, die verwarmend en vullend is maar ook een bepaalde lichtheid heeft (zie recept). Zelfs Nederland komt aan bod: de appeltaart van een inmiddels verdwenen eetgelegenheid in Amsterdam inspireerde tot een ”Nederlandse appeltaart” met amandel, nootmuskaat en het aromatische mahleb, dat je van Ottolenghi eventueel mag weglaten. Simpel is het boek niet, ingewikkeld evenmin. Soms zul je wat extra smaakmakers moeten aanschaffen. Maar dan eet je wel lekker.