Opinie

Wie zegt dat Christenen voor Israël niet over Jezus mag praten?

Christenen voor Israël spreekt in ootmoed tegen Joden over Jezus door vriendschap en verbondenheid te laten zien, reageert Sara van Oordt.

Sara van Oordt
30 May 2017 09:32Gewijzigd op 16 November 2020 10:40
„We hebben een boodschap aan de kerk. Onze boodschap is dat God trouw is aan Zijn verbonden en aan de beloften die Hij heeft gedaan aan Israël.” beeld RD
„We hebben een boodschap aan de kerk. Onze boodschap is dat God trouw is aan Zijn verbonden en aan de beloften die Hij heeft gedaan aan Israël.” beeld RD

Volgens een verslag in RD 26-5 stelt de Messiasbelijdende Jood Eitan Bar dat Christenen voor Israël niet over Jezus zou mogen praten. Ik vraag me af wie hem dat verteld heeft. Ik werk al jaren bij Christenen voor Israël, en het is me nog nooit verboden om over Jezus te praten.

Laat ik beginnen met onze naam: ”Christenen voor Israël”. Elke Jood met wie wij te maken krijgen, weet precies wie wij zijn en wat wij geloven. Daar maken we geen geheim van. We vertellen aan iedereen dat we het Joodse volk steunen omdat wij christenen zijn, omdat we in Jezus geloven. Daar hebben we de mooiste gesprekken over. Met respect voor de verschillen.

Helaas hebben sommige mensen er moeite mee om te onthouden wat precies de doelstelling is van Christenen voor Israël. We hebben een boodschap aan de kerk. Onze boodschap is dat God trouw is aan Zijn verbonden en aan de beloften die Hij heeft gedaan aan Israël. En die beloften zien we voor onze ogen gebeuren: de profetieën van duizenden jaren geleden worden in onze dagen vervuld.

Gods volk keert terug naar het Beloofde Land, ondanks alle pogingen van de boze om dit te verhinderen: denk aan de Holocaust, de talloze Jodenvervolgingen en het eeuwenlange (christelijke) antisemitisme. We hebben een boodschap van hoop voor de kerk. Want als God trouw is aan Zijn volk, zal Hij dan ook niet trouw zijn aan ons? God is ons niet vergeten, net zoals Hij ook Zijn volk niet vergeten is.

Ootmoed

We zijn wel voorzichtig. We realiseren ons dat 2000 jaar christelijke vervangingstheologie en christelijk antisemitisme veel kapotgemaakt hebben in de relatie tussen Joden en christenen. Daarvoor willen we ons verootmoedigen.

Daarom steunen we –in alle ootmoed– humanitaire projecten in Israël, gericht op armoedebestrijding, onderwijs en opbouw van het land en hulp voor kwetsbaar gehandicapt leven, zoals bij Aleh in Israël. Er moet een hoop puin geruimd worden. Puin dat wij en onze voorouders –als volgelingen van Jezus– torenhoog hebben opgestapeld tussen Joden en christenen. De kruistochten, de inquisitie, de pogroms: wat hebben Joden veel moeten lijden in de Naam van Jezus.

Maar toch: héél langzaam zien we een verandering optreden. Na 2000 jaar van vijandschap en wantrouwen beginnen Joden en christenen vandaag naar elkaar toe te groeien. Er is weer gesprek mogelijk. We zien prachtige dingen gebeuren: orthodoxe rabbijnen die tot tranen toe geroerd zijn en zeggen: „Het feit dat Joden en christenen nu samen optrekken, is een teken dat de tijd van de Messias heel erg dichtbij is.”

Getuigen van ons geloof doen we als Christenen voor Israël door vriendschap en verbondenheid te laten zien door onze daden. Dat doen we in navolging van datgene waartoe Jezus ons oproept in Mattheüs 25: de hongerigen voeden, de zieken bezoeken, de vreemdelingen herbergen, enzovoorts. Een belangrijke opdracht: Jezus koppelt het gehoorzamen aan deze opdracht aan het ontvangen van eeuwig leven.

Als Christenen voor Israël hopen we in alles wat we doen van Jezus’ liefde te mogen getuigen. Door biddend naast het Joodse volk te staan, en door puin te ruimen. Puin, dat we als kerk door de geschiedenis heen zelf hebben veroorzaakt.

De auteur is hoofd communicatie van Christenen voor Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer