De Vroege Kerk onderhield de zondag al als rustdag, zo stelt prof. dr. Benno Zuiddam (RD 19-2). Volgens mr. drs. P. Verhoeve en dr. W. Th. Moehn was dit eerder uitzondering dan regel.
Op zondag is de Alblasserwaard een oase van rust. Alleen tegen kerktijd zijn de wegen even gevuld met kerkgangers. Daarna keert de stilte terug. Een groot goed. Het bestaat echter pas een eeuw.
Toch zijn er mensen die willen doen geloven alsof deze vorm van zondagsrust er altijd al was. Althans, zo lijkt het artikel van prof. dr. Benno Zuiddam te suggereren. Hij beweert dat de Vroege Kerk vanaf het eerste begin „de zondag apart zette voor aanbidding en daarbij betaald werk zo veel mogelijk vermeed.”
Dat is nog maar de vraag. De zondag is sinds de tijd van de apostelen inderdaad „de dag des Heeren.” Daarmee was het nog niet direct de arbeidsloze dag die we nu kennen met twee stevige kerkdiensten overdag als middelpunt. Ten bewijze daarvoor drie stellingen:
1. De Vroege Kerk kende niet één visie op de zondag, maar was divers in opvattingen.
2. De Vroege Kerk sprak zich niet uit tegen zondagsarbeid.
3. De Vroege Kerk benadrukte heiliging van het hele leven.
Diversiteit
De Vroege Kerk is een bont gezelschap. Ze omvat de christenheid van ruim 400 jaar, verspreid over Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Niet verwonderlijk, derhalve, dat er in de Vroege Kerk nogal diverse opvattingen waren over de naturen van Christus, de vrije wil en het onderhouden van de zondag.
Het is te simplistisch en ahistorisch om, net als Zuiddam, te doen alsof de Vroege Kerk eeuwenlang als met één mond strikte zondagsheiliging voorstond. Barnabas van Alexandrië benadrukte de zondag als metafoor van de eeuwige sabbat. Aristides beweerde dat de Joodse sabbat in Christus vervuld en voorbij was. De meeste kerkvaders in de vierde eeuw negeren het thema zondagsarbeid, zelfs als ze schrijven over de sabbat of over de dag van de Heere. Kent Zuiddam althans citaten van Ambrosius, Augustinus of Basilius de Grote waarin ze waarschuwen tegen betaald werk op zondag?
Zondagsarbeid
Het is daarentegen opvallend dat in de Vroege Kerk het werken op zondag nauwelijks expliciet verboden of censurabel werd geacht. Dit terwijl het vierde gebod zelf zo duidelijk gebiedt: „dan zult gij geen werk doen.”
Al in de eerste eeuw werd door christenen een wekelijkse samenkomst op zondag gehouden om hun opgestane Heere te herdenken. Dit was niet facultatief. De bijeenkomst bestond onder meer uit de viering van het avondmaal, waarin arm én rijk zich één in Christus wisten. Paulus schrijft daar al over in de Korinthebrief.
Tegelijkertijd werd er vermoedelijk niet de hele dag fysiek gerust. De economische en maatschappelijke omstandigheden (de antieke samenleving kende geen algehele zondagsrust) noopten de christenen waarschijnlijk aan het werk te gaan. Er zijn geen bewijzen van het tegendeel.
Didaskalia uit Syrië stimuleerde het om op zondag naar de kerk te gaan, maar „wijd je elke dag en elk uur, wanneer je niet in de kerk bent, aan je werk.” Thuisblijven op zondag en niet (betaald) werken was in de ogen van verschillende kerkvaders zelfs zonde. Als er al in preken over het heiligen van de zondag werd gesproken, dan waren het juist waarschuwingen tegen niets doen of het doen van zondige activiteiten. Origenes zegt dat je de sabbat zo moet onderhouden dat je ook met je gewone werk aan de Heere denkt.
Hele leven
Met name in de eerste periode van de Vroege Kerk benadrukten voorgangers dat het hele leven aan God gewijd moesten zijn. De aartsvaders kenden immers ook geen aparte rustdag. Irenaeus schrijft bijvoorbeeld: „Je hebt geen gebod om één rustdag leeg te houden, wanneer je constant sabbat houdt, dat wil zeggen, wanneer je God eert in de tempel van God, dat is je lichaam, en ten allen tijde de werken van gerechtigheid doet.”
Pas Eusebius, aan het einde van de vierde eeuw, is uitgesproken in de visie dat de zondag in de plaats van de sabbat is gekomen. Maar ook hij verbiedt het werken op zondag niet expliciet (terwijl de zondagswet al was ingevoerd), maar spreekt over toewijding en heiliging van Gods dag. Kortom, het christelijk beginsel dat er op zondag geen betaalde arbeid verricht wordt, is een inzicht dat zich gaandeweg in de loop der eeuwen ontwikkeld heeft.
Tot slot dit. Zuiddam stelt dat de lezer na lezing van onze historische overwegingen gemakkelijk kan denken dat de zondag niet meer onderhouden hoeft te worden en dat het geen probleem is om over te schakelen op een 24 uurseconomie. „Wanneer de euro roept, kunnen gemeenteleden gewoon met de stroom mee.” Deze goedkope retoriek is pertinent onterecht. Als (kerk)historicus hebben we recht te doen aan de bronnen en deze niet naar believen te hanteren als vehikel van het eigen gelijk. Als lokaal politicus en predikant komen we op voor zondagsrust en zien we de heilzame werking er van in. De wekelijkse rustdag is een haven in een zee van drukte. Een scheppingsgeschenk van God om te koesteren en uit te dragen. Dit totdat de eeuwige sabbat aanbreekt waarin de Rustaanbrenger Christus altijd aanbeden zal worden.
Mr. drs. P. Verhoeve is historicus, advocaat en burgerraadslid voor de ChristenUnie/SGP in Dordrecht. Dr. W. Th. Moehn is hervormd predikant in Hilversum en geeft een collegereeks aan de Universiteit Leiden over ”Van sabbat tot zondag”.