Een zeer hoge isolatiewaarde, een doordachte gebouwschil van muren en dak, drie-dubbel-glas, een slim warmteterugwinningssysteem. Het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Nieuw-Beijerland is een voorbeeld van een kerk met een hoge duurzaamheidswaarde. „En het belangrijkste: de kerkgangers vinden het klimaat comfortabel, ’s zomers en ’s winters.”
Het kerkgebouw uit 2016 staat aan de rand van het dorp in de Hoeksche Waard. Het halfronde dak loopt vanaf de zijde van de polder schuin omhoog naar de toren aan de kant van het dorp. De architecten Henk de Gelder en Sander Ros van RoosRos Architecten vertellen enthousiast over het ontwerp. Hun beider wortels liggen in de gemeente en familieleden zitten er elke zondag onder het Woord.
De kerk moest minimaal een isolatiewaarde hebben van 3,5 op de geldende RC-schaal. Directeur-architect Sander Ros: „Er is echter ingezet op 5,0. Uiteindelijk heeft het kerkgebouw een waarde van 6,0. Dat is bijzonder hoog voor het jaar waarin deze kerk werd gebouwd.”
Hoe is dat gelukt? Ros noemt een aantal punten op: „Het gebouw is heel goed geïsoleerd, en zoveel mogelijk luchtdicht gemaakt.” Architect-partner De Gelder vult aan: „De oriëntatie van het gebouw is ook belangrijk wat betreft de warmtelast: het meeste glas van de kerk zit aan de noordkant.”
Nakoeling
De warmteterugwinning werkt goed, vertelt Ros: „Tijdens warme zomers wordt de koude uit het gebouw gebruikt om de warme toevoerlucht te koelen zodat minder nakoeling door koelmotoren noodzakelijk is. Verder zijn er energiezuinige installaties toegepast en heeft het gebouw overal ledverlichting.”
De invoer van de lucht bevindt zich op het parkeerterrein van de kerk. Ros: „De toevoer van frisse lucht vindt plaats via kanalen door de grond. In de winter benutten we zo de warmte van de grond, in de zomer de koelte. De lucht wordt in de kerkzaal door de vloer zachtjes naar binnen geblazen. De lucht wordt bovenin de kerk afgezogen. We maken gebruik van natuurkundige principes.”
Het schuine dak op het zuiden zou zich lenen voor zonnepanelen, maar ten tijde van de bouw was dat nog niet rendabel, zegt Ros. „Met de huidige energietarieven zou het zeker lonen.”
Ook over de waterafvoer en het buitenterrein hebben Ros en De Gelder goed nagedacht vanuit het principe van rentmeesterschap. Ros: „Het regenwater wordt afgevoerd naar een sloot, niet naar het riool. De verharding rond de kerk is op veel plaatsen waterdoorlatend. Het parkeerterrein heeft de uitstraling van een park en is door bloemrijke planten, struiken en fruitbomen heel groen en klimaatvriendelijk gemaakt.”
Het architectenbureau uit Oud-Beijerland tekende inmiddels verschillende kerkgebouwen, zoals die van de gereformeerde gemeenten in Gouda, Klaaswaal, Ede en Tricht-Geldermalsen en van de hersteld hervormde gemeente in Katwijk. Recent kwam een kerkgebouw in Gorinchem-Oost voor de protestantse gemeente, gereed. De Gelder: „Deze kerk heeft een sedumdak, met veel mos, dat voor extra koeling zorgt. En het gebouw wordt door twee kerkelijke gemeenten gebruikt. Zaalruimte wordt weer verhuurd. Een vaste gebruiker van de kerk is een begrafenisondernemer. Dat zorgt ervoor dat de kerk ook doordeweeks vaker en beter wordt benut. Een mooi voorbeeld van dubbelgebruik Verder is het gebouw niet aangesloten op het gasnet”, zegt De Gelder.
Terugverdientijd
Het architectenbureau ontvangt de laatste tijd meer vragen om een kerkeigenaar te helpen een bestaand kerkgebouw te verduurzamen. Ros: „Het is goed om bestaande gebouwen te handhaven. In Nieuw-Beijerland is het voormalige kerkgebouw van de gereformeerde gemeente nu in gebruik als opvang voor meervoudig gehandicapte jongeren. Voor historische kerkgebouwen geldt dat vloerverwarming, goede isolatie, en goed isolerend glas de eerste grote besparing kan opleveren.” De Gelder: „Steeds meer kerken zetten de stap naar infraroodverwarming.”
Dat verduurzamen duur is, bestrijdt Ros. „Ja, een eigenaar moet wel de middelen hebben om te investeren, maar de kosten moet je altijd in de breedte zien: investeringskosten en exploitatiekosten. Een duurzaamheidsslag levert altijd reductie van de vaste lasten op. De terugverdientijd van veel investeringen zit op enkele jaren.”
Ross zou graag nog eens een „zeer eenvoudige, bijna minimalistische kerk willen bouwen die geheel energieneutraal is, met hergebruik van bestaand materiaal.” Hij wijst op het werk van de rooms-katholieke architect Dom Hans van der Laan (1904-1991). „Eenvoud, soberheid en duurzaamheid sluiten schoonheid niet uit. Integendeel! We hoeven geen kathedralen te bouwen.”
In lijn met de oprichter van het bureau wil Ros bij het ontwerpen van kerken vooral „het Woord centraal stellen. En de sacramentsbediening moet zichtbaar zijn. Al het andere in de kerk moet daaraan ondersteunend, ondergeschikt zijn.”