Duurzaam kerk-zijn gaat al snel over zonnepanelen installeren op het kerkdak of isolatie van het gebouw. Niet direct zaken waarmee de gemiddelde kerkganger het verschil kan maken. Betekent streven naar duurzaamheid ook iets voor het gedrag van kerkleden?
Wie al eens zo’n test met betrekking tot zijn eigen ecologische voetafdruk heeft ingevuld, weet hoe dichtbij het onderwerp kan komen. Ineens gaat het niet meer over technische begrippen als energiebesparing, maar over de nieuwe salontafel en over de goedgevulde garderobekast.
Om het onderwerp nog wat dichterbij de zondag en de kerkgang te brengen: wat verraadt een ritje of loopje naar de kerk van zorg voor de schepping? Hoe vaak kopen christenen nieuwe zondagse kleding en dito hoeden? Is het katoen in die nette kleding geplukt door slecht betaalde arbeiders tijdens een uitputtend lange werkdag? Je gaat misschien anders tegen je leren kerktas aankijken als je weet dat er voor één kilo leer meer dan 300 liter schoon water nodig is en dat looiers vaak met hun blote handen chemicaliën moeten gebruiken om dierenhuiden schoon te maken. Al is het evenmin een goed idee om een goedkoop modieus tasje aan te schaffen dat je in een volgend seizoen weer afdankt.
Opgeheven vingertje
In hervormd Ede is het geen vraag of duurzaamheid ook kerkleden aangaat. Al sinds 2016 denkt een werkgroep duurzaamheid –aangesteld door de algemene kerkenraad– na over dit onderwerp. Het idee is dat de werkgroep de zes wijkgemeenten en hun leden ondersteunt in het maken van duurzame keuzes, of die nu voeding, brandstofverbruik of vakantie betreffen.
In het Edese beleidsplan staat bondig: „Wij omarmen duurzaamheid als belangrijk voor beleid en handelen.” Daarmee „spreken we ook de gemeenteleden aan.” En: „We doen een beroep op de gemeenteleden het milieu te beschermen, de belangen van de natuur en het dierenwelzijn te behartigen en verspilling van grondstoffen en voedsel tegen te gaan en sociale gerechtigheid te bevorderen.”
Eenvoudig is dat niet, zegt Marnix Balke (50), lid van de werkgroep. „Gemeenteleden aanspreken, is lastig omdat je dat niet met een opgeheven vingertje wilt doen.”
De werkgroep gaat dan ook behoedzaam te werk. Mensen de wet voorschrijven wil ze niet. „Er zijn nu eenmaal verschillende visies. Er zijn mensen die vinden dat je minder vlees moet eten, maar de slager die in de kerk naast hen zit, denkt daar natuurlijk anders over, want hij verdient er zijn brood mee.”
Toch zegt Balke volmondig ja op de vraag of het de verantwoordelijkheid van kerken is om een beroep te doen op leden. „Ja, er kan een links, activistisch smaakje aan zitten. Maar rentmeesterschap en sociale gerechtigheid liggen in elkaars verlengde en de Bijbel heeft op het gebied van sociale gerechtigheid veel te zeggen.”
En daarom zijn er op de website van de werkgroep tal van inspirerende initiatieven samengebracht, ingedeeld in onder meer de categorieën voedsel, kleding, vervoer, natuur en dierwelzijn. De Winkel van Sinkel staat erop, een tweedehandswinkel die sinds jaar en dag kleding verkoopt voor goede doelen. Een kledingactie van de Bethelkerk. Een adresje waar je duurzaam gemaakte kinderkleding kunt kopen. Een overzicht van natuurwerkdagen, een groente- en fruitkalender en een reclame voor een lokale boer.
Onder vervoer is een link geplaatst naar een RD-artikel waarin de predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht, ds. W. A. Zondag, zich afvraagt of je nog wel op vliegvakantie kunt gaan. Een poster spreekt ook duidelijke taal. Er staat een zwartgejaste heer op, peddelend op zijn rijwiel. In grote letters: ”Naar de kerk? Beter op de fiets. Dan vervuil je niets”.
Serie duurzame kerk
Dit is het vijfde deel in een serie over initiatieven van kerken op het gebied van duurzaamheid. Donderdag deel zes.