Edith Stein, karmelietes van wie het leven eindigt in de gaskamer
Rooms-katholieke Joden hebben het in de Tweede Wereldoorlog zwaarder te verduren gehad dan protestantse Joden. Velen zijn vermoord in concentratiekampen. Een van hen is dr. Edith Stein.


Op zondag 26 juli 1942 wordt in alle rooms-katholieke kerken in Nederland een brief voorgelezen van aartsbisschop De Jong van Utrecht. Deze brief is ook als telegram aan rijkscommissaris Seyss-Inquart gezonden. In dit schrijven wordt de Jodenvervolging scherp veroordeeld.
Het antwoord van de Duitse bezetter op de brief laat niet lang op zich wachten. Op bevel van Seyss-Inquart worden alle Joden die zich tot het katholicisme hadden bekeerd en die tot dan toe gespaard waren gebleven van deportatie, opgepakt.
Protestantse voormannen hadden afgesproken het protest van de Nederlandse bisschoppen mede te ondertekenen en het schrijven ook in hun kerken te laten voorlezen. Zij hebben zich echter op het laatste ogenblik teruggetrokken. Het verklaart waarom er in de Tweede Wereldoorlog relatief meer rooms-katholieke Joden zijn vermoord dan protestantse.
Edith ervaart haar bekering tot het rooms-katholicisme als een nieuwe ontdekking van de waarde van het jodendom
Ontdekking
Een van de gedeporteerden is dr. Edith Stein. Edith wordt geboren op 12 oktober 1891 in Breslau (het tegenwoordige Wroclaw in Polen). Ze krijgt een traditioneel Joodse opvoeding. In haar tienerjaren keert zij zich echter geheel af van het jodendom en van het geloof in God.
Vanaf 1911 gaat zij studeren in Göttingen (Duitsland). Zij studeert geschiedenis, psychologie, germanistiek en filosofie. Daarna volgt een promotiestudie filosofie. In haar studiejaren begint een lange zoektocht naar waarheid en de zin van het menselijk leven.
Een kennismaking met de mystiek van de Spaanse Teresa van Avila (1515-1582) is voor Edith uiteindelijk doorslaggevend om zich te bekeren tot het katholicisme. Ze spreekt daarbij de beroemd geworden woorden: „Toen ik het boek had uitgelezen, zei ik tegen mezelf: Dit is de waarheid.”
In 1922 wordt Edith gedoopt in de rooms-katholieke kerk van Bergzabern. Vooral voor haar moeder is haar bekering onvoorstelbaar. Terwijl haar moeder jodendom en christendom als absoluut onverenigbaar beschouwt, ervaart Edith haar bekering echter als een nieuwe ontdekking van de waarde van het jodendom.
Kloosterkapel
Na een promotie tot doctor in de filosofie gaat Edith aan de slag als lerares filosofie en pedagogiek. In 1932 wordt zij docente aan het Duitse instituut voor wetenschappelijke pedagogie in Münster. Edith leeft eenvoudig. Vele uren brengt zij door in de kloosterkapel, diep verzonken in gebed.
Na de machtsovername van de nazi’s in 1933 mogen Joden in Duitsland geen les meer geven aan scholen. Daardoor moet Edith haar beroep opgeven.
Bij haar arrestatie zegt Edith tegen haar zus: „Kom Rosa, laten wij gaan voor ons volk”
Offer

Op 14 oktober 1933 treedt Edith in bij de Karmelietessen in Keulen. Tijdens Pasen 1938 legt zij haar eeuwige geloften af. In hetzelfde jaar, op 31 december, moet zij uitwijken naar Nederland. Dit omdat de Jodenvervolging in Duitsland te heftig wordt. Zij trekt in bij de Karmelieten van Echt.
Na de Duitse inval laten de Duitsers de rooms-katholieke Joden aanvankelijk met rust. Na de genoemde kanselboodschap worden zij echter alsnog gearresteerd en gedeporteerd. Edith en haar zus Rosa worden op 2 augustus 1942 gearresteerd terwijl zij huishoudelijk werk verrichten in een huis aan de Peyerstraat in Echt. Bij haar arrestatie zegt Edith tegen haar zus: „Kom Rosa, laten wij gaan voor ons volk.”
De zussen worden eerst naar Westerbork gebracht. Enkele dagen later, op 7 augustus worden ze met 985 anderen getransporteerd naar Auschwitz. Bij aankomst op 9 augustus worden zij beiden meteen vergast. Edith Stein had dit alles al zien aankomen en er ook over nagedacht. Het lot dat zij moest ondergaan zag zij als een offer voor haar Joodse volk.
Oeuvre
Als vrouw met een unieke intelligentie en geleerdheid heeft Edith Stein een oeuvre achtergelaten dat opvalt door een rijkdom aan inzichten en een diepe spiritualiteit. Veel van haar werken benadrukken de waardigheid van de menselijke persoon, in een tijd en context waarin zo veel mensen werden ontmenselijkt door het naziregime en zijn medestanders.
Edith Stein verdiepte zich in de culturele en filosofische tradities van Europa. Ze sprak vloeiend meerdere talen. In haar geschriften benadrukte ze het belang van begrip en respect voor de culturele en filosofische diversiteit binnen Europa. Ze betoogde dat de eenheid van de volken van Europa alleen bereikt kon worden door wederzijds begrip, in plaats van door het gebruik van geweld of dwang.
Haar laatste werk, dat onafgemaakt bleef door haar arrestatie, is getiteld ”Kreuzeswissenschaft” (De wetenschap van het kruis). Het is een studie over de bekende Spaanse mysticus Johannes van het Kruis. Zelf klampt Edith zich ook vast aan het kruis als enige bron van hoop. Daardoor wist ze dat „zij die verbonden zijn met Christus (…) onwrikbaar zullen volharden, zelfs in de donkere nacht van subjectief gevoel van afstand van en verlatenheid door God.”
Controverse
Op 1 mei 1987 wordt Edith Stein zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Op 11 oktober 1998 wordt zij door diezelfde paus ook heilig verklaard. Deze zalig- en heiligverklaring leidt tot hevige protesten van Joodse zijde en van de zijde van christelijke theologen en kerkleiders die betrokken zijn bij de Joods-christelijke dialoog. De zogenaamde Edith Steincontroverse gaat over de vraag of zij is omgebracht omdat zij Jodin was of omdat zij katholiek was. Is zij een Joods slachtoffer van de Shoah of een martelares voor het christelijke geloof? In feite was zij dat juist allebei.
De auteur is hoogleraar missiologie en betrokken bij Stichting Steun Messiasbelijdende Joden. Dit is de laatste aflevering van een driedelige serie over Messiasbelijdende Joden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.