Ook wederhoor heeft zijn grenzen
Het is een van de fundamenten van de rechtsspraak maar ook van de journalistiek: hoor en wederhoor. Het is een oud principe.
Koning Salomo liet beide vrouwen aan het woord voor hij besliste wie de moeder van de levende zoon was. Ook een journalist laat bij meningsverschillen beide partijen aan het woord.
Toch zijn er grenzen aan dit streven naar objectiviteit. Als het zoveelste onderzoek verschijnt dat aantoont hoe schadelijk roken is en dat dit de belangrijkste oorzaak is van kanker, hoeft de journalist geen wederhoor te plegen bij de brancheorganisatie voor de sigarettenindustrie.
Ik las er deze week een mooie uitspraak over in een blog van Marit de Roij: „Als iemand zegt dat het regent en een ander zegt dat het droog is, is het niet je taak als journalist om op te schrijven wat ze allebei zeggen. Het is je taak om uit het raam te kijken wie er gelijk heeft.”
De Roij verdiepte zich in de desinformatie rond de oorlog tegen Oekraïne. De berichtgeving daarover is een mijnenveld. Ze somt tal van voorbeelden op van westerse media die slachtoffer werden van de Russische propagandamachine.
Begin deze week publiceerde het Reformatorisch Dagblad een opinieartikel waarin de auteur kanttekeningen plaatste bij de westerse vijandbeelden over Rusland. Die zouden de oorlog juist in stand houden. Bezorgde lezers vroegen zich meteen af waarom het RD zulke „Kremlin-propaganda” plaatst. Dat is wat overdreven, maar het is wel waar dat de auteur nogal aan één kant van de boot hing. Daarom is zo’n artikel voor de redactie altijd aanleiding om ook de andere kant te laten horen. Dat gebeurt dus ook, vandaag en begin volgende week.
Opinieartikelen zijn natuurlijk niet de graadmeter voor de mening van de (hoofd)redactie. Die blijkt vooral in de commentaren. Maar inderdaad, ook de keuze van woordvoerders, boekrecensenten en columnisten draagt bij aan de ‘kleur’ van het RD. Bij opinieartikelen en ingezonden brieven maakt de redactie een zorgvuldige selectie. Desinformatie houden we tegen, maar een afwijkende mening is toegestaan. Al zoeken we dan soms, om weer op die gewenste kleur uit te komen, auteurs die een tegengeluid brengen.
In het geval van Poetin is het niet zo moeilijk. Net als bij het onderzoek over roken: je hoeft het Kremlin niet te bellen om wederhoor over de vraag wie deze week raketten afvuurde op Kiev.
Steef de Bruijn
Reageren? Hoofdredactie@rd.nl