Het gaat niet om materieel, zegt brigadegeneraal Glenn A. Dean in een hal waar voor miljarden euro’s aan militaire spullen staat. „Het gaat om visie, durf en leiderschap; dat telt in een conflict.” Het zijn gewaagde en tegelijkertijd ware woorden, uitgesproken op Eurosatory, de grootste defensiebeurs van Europa. Die wordt deze week gehouden in een enorm hallencomplex ten noorden van Parijs.

De Amerikaanse landmachtgeneraal mag tijdens Eurosatory een halfuurtje vullen over de oorlog in Oekraïne. „Logistiek is belangrijk”, zegt hij. „Zonder logistiek was Amerika geen superpower. Wij zijn in staat om in korte tijd brigades met hun spullen waar ook ter wereld in te zetten.” Dean kan het niet laten om een prikje uit delen naar de Russen: „Ze hebben veel te weinig trucks.”

Rusland is er niet bij in Parijs. Oekraïne wel. Het land heeft een ‘nationaal paviljoen’ achterin hal 5 van het beurscomplex. Twee dames achter de balie zwijgen. Een levensgroot scherm toont beelden van neergestorte helikopters. De stand is beplakt met foto’s van Oekraïense soldaten en kapotgeschoten Russische tanks en voertuigen.

Onwerkelijk

Pal ernaast showt de Amerikaanse wapenfabrikant Lockheed Martin zijn PAC3-raketten. Het Patriot-wapensysteem, ook in gebruik bij Nederland en nu actief in Slowakije, kan helikopters, bemande en onbemande vliegtuigen en kruisraketten uitschakelen. Een raket kost ongeveer 2 miljoen euro per stuk. Geweld en geld gaan hand in hand in deze wereld.

Na vier jaar afwezigheid (in 2020 geannuleerd vanwege corona) is de tweejaarlijkse Eurosatory weer terug, groter dan ooit tevoren. Het is onwerkelijk om wapentuig uitgestald te zien dat niet eens zo heel ver van Parijs daadwerkelijk wordt ingezet. De samenstelling van de exposanten geeft goed de spanning op de Europese landkaart weer. Zweden bijvoorbeeld is met dertig bedrijven aanwezig, tegen veertien in 2018. Waren Letland, Litouwen en Slowakije er in 2018 nog maar met drie vertegenwoordigers, nu zijn er dat veertig.

Samen kopen

Voor veel landen was de inval van de Russen in Oekraïne een wake-upcall. Er gaat veel meer geld naar defensie. Terwijl Nederland het op een bescheiden 5 miljard euro extra houdt, investeert Duitsland 100 miljard. Dat het dringen wordt bij de wapenfabrikanten is evident. Extra geld betekent namelijk niet dat landen morgen of volgende week extra tanks, munitie en vliegtuigen hebben. Daar gaan jaren overheen.

Ron Nulkes, directeur van de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV), merkt dat landen meer te besteden hebben. „Om te voorkomen dat we allemaal achter het net vissen, moeten overheden veel meer samenwerken. Meer samen kopen. Maar ook de aanbestedingsregels versoepelen zou een stap in de goede richting zijn.” De Franse president Emmanuel Macron, die de defensiebeurs opende, hamerde op meer Europese verantwoordelijkheid en technologische innovatie.

Drones

Van innoveren hoeft het Israëlische bedrijf Roboteam niet te worden overtuigd. ”Door mensen gedreven” is de reclamekreet met een knipoog van de Israëli’s die onbemande voertuigen produceren. Ze kunnen traplopen, door tunnels kruipen en personen vervoeren.

ROOK heet het karretje dat zelfs kan vuren. Onbemande (gevechts)voertuigen en drones lijken de conflicten van de toekomst te gaan bepalen. Al zet de Duitse gigant Rheinmetall nog een heuse tank in de markt: de KF51 Panther. KF staat voor Kettenfahrzeug (rupsvoertuig). „Een gamechanger voor het toekomstige slagveld”, ronkt de fabrikant.