Waarin Schoof verschilt van Rutte en waarin niet
Op Prinsjesdag stond de partijloze premier Dick Schoof voor het eerst in de schijnwerpers. Waarin verschilt hij van zijn voorganger, VVD’er Mark Rutte, die dertien keer een van de hoofdrollen had?
De openingszinnen van de troonrede gingen, net als die van de regeringsverklaring ruim twee maanden geleden, over sport. Schoof is een fervent hardloper en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Tijdens een persgesprek met een tiental schrijvende journalisten benadrukte hij dinsdag zijn waardering en respect voor het doorzettingsvermogen van de olympische spelers, zeker van de paralympische. Aan hen moeten samenleving en politiek zich volgens Schoof spiegelen.
De verwijzing doet een beetje denken aan het beeld dat premier Balkenende (CDA) in 2006 gebruikte. Die had het over de VOC-mentaliteit om aan te duiden dat Nederland over grenzen moet kijken en dynamiek moet tonen.
Rutte zou als historicus waarschijnlijk wel waardering hebben voor zo’n vergelijking met de VOC, hoewel hij er mogelijk wel kanttekeningen bij zou plaatsen. Schoof heeft er niets mee, zo bleek. „De VOC is lang geleden en heeft allerlei ladingen. De verhalen van de sporters spelen zich af in het heden en die spreken mij erg aan. Verwijzingen naar de VOC-mentaliteit zouden niet mijn woorden zijn.”
Een opmerkelijk verschil tussen Schoof en Rutte lijkt de mate van bemoeienis met de beleidsterreinen van de vakministers. Oud-premier Rutte liet zoveel mogelijk over aan de bewindslieden zelf; alleen in noodgevallen dacht hij mee. Schoof gaf dinsdag aan dat hij zich op de hoofdthema’s van dit kabinet –migratie, bestaanszekerheid, wonen en veiligheid– „intensief” gaat bemoeien met het beleid.
De genoemde punten zijn „chefsache” omdat ze belangrijk zijn voor het hele kabinet, zegt Schoof. Op dit punt doet Schoof denken aan zijn verre voorganger, CDA’er Ruud Lubbers. Van hem was ook bekend dat hij zich tot in detail bemoeide met het beleid van ‘zijn’ vakministers.
Rutte stond als premier bekend als „het oliemannetje”. Hij belde zich suf met politici van alle partijen om zaken voor elkaar te krijgen. Schoof zei dinsdag dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de sfeer in het kabinet. Maar hoe de vier fractievoorzitters van de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB zich tot elkaar verhouden, noemde hij een verantwoordelijkheid voor de betrokkenen.
„Het is wel hard werken. Ik schuw dat niet. Het is een verantwoordelijke baan.” - Premier Dick Schoof
Toch blijkt Schoof in de praktijk wel degelijk een oliemannetje. Hij liet weten dat hij in de achterliggende tijd gesprekken heeft gevoerd met alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer. De premier wil voorkomen dat de Algemene Beschouwingen over de rijksbegroting woensdag en donderdag net zo chaotisch verlopen als het debat over de regeringsverklaring, begin juli. Schoof hecht aan goede verhoudingen.
De minister-president zei daarbij ook te kijken naar de Eerste Kamer, waar de coalitiepartijen geen meerderheid hebben. Schoof is op zijn manier dus ook een oliemannetje.
Wat Schoof deelt met Rutte, is het grenzeloze optimisme – zij het dat Rutte dat meer uitstraalde dan zijn opvolger. Schoof: „Ik ben een optimistisch mens, anders was ik niet aan deze baan begonnen.” Hun woordkeus verschilt een beetje. Rutte noemde Nederland vaak „een gaaf land”. Schoof houdt het bij „een prachtig land”.
Wat de nieuwe premier tot nu tot tegenviel? „Het is wel hard werken. Ik schuw dat niet. Het is een verantwoordelijke baan. Als je daar niet optimistisch in staat, of wat lichtvoetig mee om kunt gaan, wordt het leven snel zwaar.” Woorden die zo uit de mond van Rutte zouden kunnen vloeien.