Tweede Kamer neemt Gomarus onder handen
De Tweede Kamer debatteert donderdag over de manier waarop de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem omgaat met anders-geaarde leerlingen. De messen zijn geslepen.
Normaal houdt de politiek zich koest als een zaak onder de rechter is. Nu niet. Kennelijk zit de kwestie de meerderheid van de Tweede Kamer zo hoog dat er reeds nu een debat moet plaatsvinden. En ook nog wel in de plenaire zaal en niet in commissieverband. Daardoor kunnen Kamerleden direct moties indienen.
Het openbaar ministerie startte een kleine twee weken geleden een strafrechtelijk onderzoek naar de Gomarus Scholengemeenschap omdat de school leerlingen zou discrimineren vanwege hun seksuele geaardheid.
Aanleiding voor het onderzoek is een aangifte door de Inspectie van het Onderwijs. Die stelt dat de school ouders van leerlingen die een homoseksuele relatie hebben, informeert over die relatie. Dat gebeurt niet bij leerlingen die een heteroseksuele relatie hebben. Dat is ongelijke behandeling; discriminatie, zo luidt de redenering.
De onderwijsinspectie bracht drie weken geleden een pittig rapport naar buiten. Daarin staat dat de Gomarus haar zorgplicht voor leerlingen met een lhbti-geaardheid onvoldoende waarmaakt. De scholengemeenschap heeft „onvoldoende oog” voor de veiligheid van leerlingen die in denken en doen afwijken van de normen die gangbaar zijn op de school.
Aanleiding voor het inspectierapport was een publicatie in NRC in maart dit jaar waarin oud-leerlingen met een homoseksuele geaardheid stellen dat de school hen onvrijwillig uit de kast liet komen in aanwezigheid van hun ouders. Twee leerlingen vertelden dat de zorgcoördinator in 2016 de deur op slot draaide in afwachting van de komst van hun ouders.
Weinig sympathie
De school kan op weinig sympathie rekenen in de Tweede Kamer. De linkse en liberale partijen hebben sowieso geen begrip voor onderwijsinstellingen die homoseksuele relaties afwijzen.
Dat bleek vorig jaar nog tijdens een debat over de identiteitsverklaringen van het reformatorisch onderwijs. Daarin vroegen de scholen van ouders om afstand te nemen van homoseksuele relaties. Die verklaringen zijn enkele jaren geleden al aangepast en algemener geformuleerd, maar politiek Den Haag was te klein toen bleek dat enkele leerlingen met homoseksuele gevoelens negatieve ervaringen naar buiten brachten. Ook CDA, ChristenUnie en minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs bekritiseerden de reformatorische scholen.
Veiligheid
De school kan donderdag ongetwijfeld wel op sympathie rekenen van de SGP. De achterban van de reformatorische scholen bestaat voor het overgrote deel uit staatkundig gereformeerde ouders.
Maar sociale veiligheid is ook voor de SGP belangrijk. Toen de berichten over de gebeurtenissen op de Gomarus Scholengemeenschap naar buiten kwamen, twitterde SGP-Kamerlid Roelof Bisschop: „Sociale veiligheid op school is cruciaal. Als het daar vreselijk mis mee gaat, is dat diep- en dieptriest voor betrokkenen. Goed als de inspectie deze kwestie tot op de bodem uitzoekt.”
Ongenoegen
Maar Bisschop neemt het ook op voor de school. Hij is verbolgen over de aangifte door de onderwijsinspectie. Vorige week stelde de SGP’er een serie schriftelijke vragen aan minister Slob waarin hij zijn ongenoegen liet doorklinken. Bisschop wil weten wat de beleidslijn van de inspectie en het ministerie is bij het doen van aangifte tegen scholen. Het gebeurt namelijk zeer zelden dat de inspectie scholen voor de rechter daagt.
Bisschop zet zelfs de tegenaanval in. Hij vindt dat minister Slob zijn huiswerk beter had moeten doen. Zo had de ChristenUnie-bewindsman moeten spreken met homoseksuele leerlingen van de Gomarus die positieve ervaringen hebben met het handelen van de school.
Verder vraagt Bisschop zich af waarom de minister geen onderzoek heeft laten verrichten naar de voorvallen in 2016 op de school. Over de precieze gang van zaken bestaat onduidelijkheid. De school heeft om een onderzoek gevraagd, maar de inspectie weigerde dat.
De Tweede Kamer zal donderdag wel in alle toonaarden afstand nemen van de gang van zaken op de Gorinchemse scholengemeenschap. In het slechtste geval zal de Kamer ook nog een inspectie-onderzoek gelasten naar de praktijken op andere onderwijsinstellingen op dezelfde grondslag. De reformatorische scholen liggen voorlopig nog wel onder het vergrootglas van pers, publiek en politiek.