Links, rechts en midden begraven gedachtegoed Abraham Kuyper
Juist in de week van de honderdjarige sterfdag van Abraham Kuyper draagt ‘pluriform’ Nederland diens idee van soevereiniteit in eigen kring ten grave. Althans, een essentieel deel van dat idee.
Heeft deze week, waarin bijna heel Nederland over minister Slob en de reformatorische scholen heen viel –omdat de laatsten de homoseksuele leefwijze afwijzen en omdat de eerste dat leek te legitimeren–, iets nuttigs opgeleverd? Eén ding misschien: we weten nu weer goed waar iedereen staat.
De belangrijkste initiatieven om de vrijheid van onderwijs frontaal aan te vallen, kwamen van uiterst links. SP-Kamerlid Kwint diende maandag een motie in die het kabinet vraagt snel een eind te maken aan scholen die aan ouders vragen één bepaalde visie op seksualiteit en relaties te onderschrijven. Donderdag ging zijn collega Jasper van Dijk daar nog overheen met een motie die uitspreekt dat er een acceptatieplicht voor scholen moet komen.
Helaas denkt de uiterste rechterzijde van de Kamer hierover niet veel anders. Neem de uitlatingen bij WNL van FVD-Kamerlid Hiddema, lid van een partij die op wil komen voor de joods-christelijke cultuur. Eigenlijk had Hiddema, zei hij, „helemaal geen zin om zich te moeten verplaatsen in die stofnesten die anderen willen voorschrijven, tot in het klaslokaal toe, wat ze mogen vinden of doen.”
Maar goed, als de oud-advocaat zich daar dan toch toe moest verlagen: het ging hier beslist om een „verstarde seksuele moraal, waarvoor men ondersteuning probeert te vinden in oude teksten”, wist hij. De beste aanpak? „Zulke stokoude rituelen vierkant uitlachen en overgaan tot de orde van de dag.”
Zo cru drukten de grotere middenpartijen zich niet uit. Maar de teneur van hun uitlatingen was niet anders. Zo herhaalde Van den Hul (PvdA) nog maar eens dat zij vindt dat het „bij het accepteren van lhbti’s niet gaat om een mening, maar om mensenrechten waarop de rechtsstaat is gebouwd.”
Rutte, dé leidende politicus in dit land en al tien jaar lang aanvoerder van de grootste partij, noemde donderdag het afwijzen van homoseksualiteit door scholen „onbestaanbaar.”
Drie korte conclusies na deze tumultueuze week:
1) Soms hoor je in Bijbelgetrouwe kring dat de COC-lobby zoveel kapot maakt en dat zij „buitenproportioneel” veel invloed heeft. Een begrijpelijke klacht. Maar... laat de achterliggende week niet juist zien dat deze club alleen maar dingen kan bereiken doordat zij al vele jaren maximaal aansluiting vindt bij het denkklimaat van een ruime meerderheid in het parlement?
2) Juist in de week van de honderdste sterfdag van Abraham Kuyper draagt Nederland diens idee van de soevereiniteit in eigen kring –jarenlang één van de pijlers onder onze pluriforme samenleving– ten grave. Ouders soeverein? Scholen soeverein? Anno 2020 doen we daar niet meer aan.
3) Juist in deze week stond het lichaam van de vroegere vrijgemaakt-gereformeerde ethicus prof. Douma, zoals men zegt, boven de aarde. Dat brengt bij de vraag in hoeverre protestants Nederland de door hem ontwikkelde ethiek dat wij de homoseksuele medemens van harte moeten liefhebben, maar seksuele omgang tussen mensen van hetzelfde geslacht op grond van de Bijbel moeten afwijzen, nog deelt. Wordt de kring die ook achter het tweede element van deze overtuiging staat, niet steeds kleiner?