„Ik leerde dat homo’s naar de hel gaan.” Met deze kop gaf het Algemeen Dagblad dinsdag een venijnige duw aan de discussie over homoseksualiteit en reformatorisch onderwijs. De 20-jarige Sander uitte in die krant zijn kritiek op het Wartburg College. „Op deze scholen is géén ruimte voor kritiek, géén ruimte voor ander gedachtegoed en bovenal géén vrijheid van meningsuiting. (..) Het is waanzinnig en middeleeuws.”
Dat een leerling, al terugblikkend, slechte herinneringen heeft aan het beleid van zijn vroegere school, is niet erg bijzonder. Afgelopen week was er echter veel meer aan de hand. Minister Slob moest in een debat met de Tweede Kamer toezeggen dat hij identiteitsverklaringen van scholen gaat napluizen op de formuleringen rond huwelijk en seksualiteit. De ruimte op dat gebied is in een enkele week tijd sterk ingeperkt. Zelfs premier Rutte sprak zich erover uit: hij vindt „afwijzend zijn over homoseksualiteit” onacceptabel en onbestaanbaar. SGP’er Van der Staaij constateerde daarom vrijdag: „De panelen verschuiven razendsnel.”
Dat klopt, want de volgende stap komt eraan: dinsdag stemt de Tweede Kamer naar verwachting in met twee moties van de SP. Scholen mogen ouders dan niet meer verplichten deze verklaringen te ondertekenen. Ze moeten bovendien alle leerlingen accepteren zolang die slechts de grondslag van de school respecteren. Uitvoering van de moties betekent dat een van de pijlers onder de vrijheid van onderwijs wordt weggeslagen.
Wie de ontwikkelingen van de afgelopen jaren door de oogharen heen beschouwt, ziet hoe de touwtjes steeds verder aangetrokken worden. Toen Sander al in de wieg lag, moest het homohuwelijk nog geboren worden. Sindsdien staan politici om de paar jaar op hun achterste benen. Vanaf 2007 mogen homokoppels een kind adopteren. In 2009 ontstond er een Kamermeerderheid die seksuele diversiteit in de kerndoelen van het onderwijs wilde opnemen. Sinds 2012 is er geen ruimte meer voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. In 2016 lag toenmalig minister Bussemaker onder vuur vanwege de subsidie voor de christelijke stichting Hart van homo’s, die seksuele onthouding bepleit. En vorig jaar dwong de Kamer minister Grapperhaus om homogenezing strafbaar te stellen.
Zo bezien lijkt de huidige commotie rond identiteitsverklaringen een vervelende maar onontkoombare stap in dezelfde richting. Toch is er meer aan de hand. De discussie gaat niet alleen over „afwijzen van homoseksualiteit”; dat woord komt er niet eens in voor. Het is net als bij die krantenkop over homo’s en de hel: die is nooit zo uitgesproken. Politici en media speelden afgelopen week een een-tweetje dat de doorsnee Nederlander bevestigt in zijn vooroordeel: de Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit is middeleeuws. Wat begon als ”ruimte vragen voor een homorelatie” eindigt in: ”ruimte weigeren aan de Bijbelse visie op het huwelijk”. Nu op school, maar het volgende strijdtoneel is dat van de vorming van jongeren in gezin en kerk.