Menselijk leven is vanaf het begin beschermwaardig. Wie zo algemeen formuleert, vindt allicht bijval. Maar dan komen de vragen: wat betekent dat precies, het begin? En wat wil het zeggen dat je leven beschermwaardig vindt?
Deze vragen zijn vanwege de ontstane abortuspraktijk politiek beladen. Een bekende manoeuvre bij zulke thema’s is om uitzonderingen te bedenken. „Maar wat als een jong meisje verkracht is? Of als het leven van de moeder in gevaar is?” De gedachtewisseling krijgt een diepere dimensie bij vragen over de bezieling. „Ontstaat de ziel al bij de bevruchting of pas bij de innesteling van het embryo? Hoe zit dat dan als zo’n embryo in een reageerbuis ontstaat? Wat gebeurt er met de zielen van al die embryo’s die maar een paar uren of dagen oud worden?” De moderne technologie rond stamcellen en embryo’s maakt de vragen nóg moeilijker: „Maar als je nu uit stamcellen of zelfs uit een stukje huid gewone zaadcellen en eicellen kunt maken en die in het laboratorium laat samensmelten tot een embryo – waar begint dan menselijk leven?”
Deze vragen zijn stuk voor stuk nuttig, zeker nu het debat oplaait over protesten rond abortusklinieken en er voortdurend nieuwe berichten zijn over experimenten met embryo’s. Maar er gaat één belangrijke vraag aan vooraf: is dat prille embryo al een levend mens, is daar sprake van een nieuw menselijk individu?
Een Amerikaanse bioloog verdedigde enkele weken geleden zijn proefschrift nadat hij deze vraag had voorgelegd aan circa 5000 vakgenoten. Hij formuleerde zo zorgvuldig mogelijk, ontdaan van elke politieke lading en gericht op het biologische proces van voortplanting. Het resultaat is opvallend: 90 procent van de biologen stelt dat bij zoogdieren de ontwikkeling van een nieuw individu begint bij de bevruchting. Driekwart van hen stemt in met de conclusie dat de bevruchting het begin van menselijk leven markeert.
De promovendus ondervond veel tegenwerking bij zijn onderzoek, maar dat doet niets af aan de conclusie. Biologen zijn het er dus in grote meerderheid over eens: menselijk leven begint niet pas bij de geboorte, niet bij de levensvatbaarheid, niet bij de eerste pijnreflex, niet bij de eerste hersenactiviteit, niet als de hartspier voor het eerst samentrekt, niet bij zichtbare ledematen of de eerste beweging ervan, niet bij de innesteling van het embryo in de baarmoederwand, maar op het moment dat zaadcel en eicel versmelten tot een zygote, de prilste vorm van het embryo, zelfs voor er ook maar één celdeling is geweest.
Daarmee zijn niet alle overige vragen beantwoord, maar het is wel het juiste vertrekpunt voor de discussie. Die is gebaat bij heldere terminologie. Want als je zo’n embryo vanaf dag 1 beschouwt als een nieuw menselijke individu (en dus niet als celklompje of een mens-in-wording) dan moet je stevige argumenten hebben om ermee te experimenteren of het in de vriezer te stoppen, laat staan om het opzettelijk te doden.