Tegengaan migratie belangrijk doel ontwikkelingssamenwerking
Een uitdaging voor het Nederlandse kabinet is hoe het kan bijdragen aan een consistent, helder en humaan migratiebeleid op Europees niveau, betoogt Ton Dietz.
Christelijke fbo’s (faith-based organisations, op geloof/religie gebaseerde ontwikkelingsorganisaties) hebben de laatste vijftig jaar een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkelingssamenwerking en bij de uitvoering van lokale hulpprojecten in derdewereldlanden. Dat deden ze op velerlei gebied: onderwijs, gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en -emancipatie, noodhulp, voedselvoorziening, microkredieten (steun aan kleine ondernemers), vluchtelingenopvang en de inbedding van migranten in lokale kerkelijke gemeenschappen.
De Nederlandse fbo’s gaan vooral terug op rooms-katholieke en protestantse initiatieven. Ze zijn geworteld in een traditie van missie en zending. Internationaal zijn fbo’s met een islamitische signatuur in opmars, bijvoorbeeld vanuit Iran en Turkije. Daarnaast is er een toename van evangelische en pinksterorganisaties op het gebied van ontwikkelingswerk.
Overigens, volgens de Israëlische historicus Yuval Noah Harari moeten we af van het idee dat er alleen ”rond God gecentreerde religies” zijn (”Sapiens. A Brief History of Humankind”, 2011, hoofdstuk 12: ”The Law of Religion”). Hij beschouwt humanisme, communisme, socialisme en fascisme ook als religies, maar dan ”rond de mens gecentreerd”.
Tegen migratie
Armoedebestrijding en economische ondersteuning blijven in de komende tijd hoog op de ontwikkelingswerkagenda staan. Handelsverdragen zullen daarbij aansturen op duurzame economische groei. Producten uit ontwikkelingslanden zullen toegang hebben tot de Europese markt. Daarbij is het wel van groot belang hoe het in deze landen gesteld is met recht en veiligheid.
Ontwikkelingssamenwerking wordt ook ingezet als middel tegen migratie. Tegenover meer hulp voor herkomstlanden van migranten moet staan dat deze landen meewerken aan terugname van migranten. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn vluchtelingenopvang in de regio, onderwijs voor vluchtelingenkinderen en werkgelegenheid voor vluchtelingen. Veel (verwachte) migranten zullen trouwens niet komen uit de eerste ”schil van instabiliteit” rond Europa maar van (veel) verder weg.
In toenemende mate zal het migratiebeleid niet op zichzelf staan maar gecombineerd worden met de aanpak van het klimaatprobleem en het verlenen van noodhulp wereldwijd.
Kansen
Het tegengaan van migratie wordt dus een heet hangijzer, maar biedt ook kansen voor fbo’s. Een van de kansen hangt ermee samen dat zowel christelijke als islamitische hulporganisaties ervaring hebben met asielopvang en vluchtelingenopvang in de regio’s van herkomst.
Datzelfde geldt voor gezondheidszorg en onderwijs in herkomstgebieden van migranten. Christelijke fbo’s zijn weliswaar minder actief in de eerste ”schil van instabiliteit” rond Europa, omdat daarin veel islamitische instellingen werken. Ze manifesteren zich wel veelvuldig in de tweede schil (Sahellanden) en vooral ook in de derde schil, de West-Afrikaanse kustlanden.
Wat de derde schil betreft is de uitdaging hoe er aansluiting kan worden gevonden bij activiteiten van pinksterkerken, evangelische kerken en lokale kerken. Om te voorkomen dat er ook een exodus vanuit dit deel van Afrika op gang komt.
Meer budget
In Nederland is de inkrimping van het budget voor ontwikkelingssamenwerking tot staan gebracht. Structureel komt hiervoor straks 4,5 miljard euro per jaar beschikbaar. In 2021 zal het om 0,54 procent van ons bruto nationaal product (bnp) gaan.
Dit ligt onder de VN- en EU-norm en is minder dan wat Duitsland en Groot-Brittannië beschikbaar stellen: die halen de 0,7 procent-norm.
Misverstand
Helaas bestaat er in de politiek een hardnekkige misvatting: een hogere ontwikkeling van de bevolking zou leiden tot meer werkgelegenheid, meer welvaart en minder migratie. De feiten logenstraffen deze denktrant. Bij verhoging van het ontwikkelingsniveau neemt de bevolkingsmobiliteit vooralsnog alleen maar toe. Ontwikkelde inwoners van derdewereldlanden trekken namelijk vaak weg naar de steden of (voor een deel) naar Europa.
Een uitdaging voor het Nederlandse kabinet is hoe het kan bijdragen aan een consistent, helder en humaan migratiebeleid op Europees niveau. Van belang hierbij is dat Europa hiervoor groen licht krijgt van zijn burgers.
De kunst is de opvang van migranten in de regio te verbeteren en vooral dat ze daar goede perspectieven krijgen. En het is belangrijk aan te sluiten bij de activiteiten en geldzendingen van de Afrikaanse migranten zelf, want hun ”remittances” (overschrijvingen) zijn inmiddels belangrijker geworden dan de officiële ontwikkelingshulp.
De auteur is emeritus hoogleraar Afrikaanse ontwikkeling aan de Universiteit Leiden. Tot september dit jaar was hij directeur van het Afrika-Studiecentrum Leiden. Dit is een deel van de lezing die hij op 3 november hield bij het afscheid van Henk Jochemsen als directeur van Prisma, de koepel van protestantse ontwikkelingsorganisaties, met onder andere ZOA, GZB en Woord en Daad.