Wie bij ramp direct terugvalt op oeroude technieken is slecht voorbereid
Zoals altijd zijn het ook nu weer turbulente tijden. Opnieuw klinken oproepen aan iedereen om zich voor te bereiden op rampen en oorlogen. In gesproken woord en geschrift doemen ze overal dreigend op: de onheilsprofeten met hun preparerende prediking.
Hun ferventste fans zijn de preppers. Dat zijn lieden die voorzegde noodsituaties willen overleven, daartoe allerlei speciale spullen aanschaffen en meedoen met survivaltrainingen. Ze bouwen schuilkelders die ze met noodrantsoenen vullen, kopen een boot, oefenen met gasmaskers en waterfilters en zijn aldus drukdoende zich op te werken tot zelfredzame burgers.
Als de nood aan de man komt, moet blijken of die voorbereidingen in de praktijk echt effectief zijn. Neem nu het onlangs in het Reformatorisch Dagblad (8-11) gepubliceerde advies van een oud-generaal: „Leer hoe je vuur kunt maken met aanstekers, lucifers of vuursteen, en maak een vluchtplan voor als er brand uitbreekt.” Het laatste kun je beter doen voor de start van dat leerproces. Nog beter is het om eerst blusmiddelen gereed te hebben. Het valt een beetje tegen van die generaal: een brand bestrijden is toch krijgshaftiger dan vluchten?
Om te overleven heeft een mens een aantal basiszaken nodig
Echt praktisch lijkt het ook niet als je bij energie-uitval een blik soep wilt opwarmen: sta je daar met je vuursteen bij de inductiekookplaat. Dan daalt het besef diep in dat de soep niet zo heet gegeten zal worden. En waar is brandstof? Wie het RD op papier leest, krijgt met een zaterdagkrant en een aansteker door middel van een kampvuurtje het blik mogelijk nog wel meer dan handwarm (tip: maak het vooraf open). Met de andere weekdagedities erbij valt met wat efficiënt stoken ook wel een sobere hoofdmaaltijd te koken. Wie alleen een standaard kerkblad leest ervaart meer bekommernis. Voor één warme daghap moet je daarvoor wel een kwart jaargang saambinden. Zo’n blad brengt weinig warmte met zich mee. Dan is de RD-bezorger een betere brandstofleverancier.
Wee degenen die uitsluitend digitale abonnementen hebben: hun rest slechts een koud buffet. Tenzij andere vormen van spiritualiën aanwezig zijn. Of dor hout, of vetten, of brandbare gassen. Voor het aansteken ervan zijn lucifers binnenshuis bruikbaar, maar die waaien buiten snel uit en kunnen slecht tegen vocht. Gevulde aanstekers doen het beter en zelfs leeg vonken ze meer dan vuurstenen. Maar in plaats van die techniek uit het stenen tijdperk is een brandglas of fresnellens –een dun doorzichtig kunststof plaatje met een cirkelvormig ribbeltjespatroon dat werkt als vergrootglas– een veel handiger hulpmiddel. Op elk zonnig moment is dan simpel binnen een minuut vuur te maken. Duurzaam en vingerveilig.
Om te overleven heeft een mens een aantal basiszaken nodig: verse lucht, water, voedsel en een beetje comfortabele verblijfplek met beschutting tegen hitte en kou, ziekten en geweld, vervuiling en lawaai. In ons dichtbevolkte landje is dat redelijk goed geregeld, maar wel op een heel ingewikkelde manier. Er is veel techniek, samenwerking en wetgeving nodig om in de levensbehoeften van 18 miljoen mensen te voorzien. Her en der gaat er voortdurend van alles mis, maar dat vangt het totale systeem wel op. Althans, zolang er geen nationale calamiteiten optreden. Want dan krijgen de onheilsprofeten gelijk en blijkt lokale zelfredzaamheid van levensbelang.
Met een beetje slim ontwerp van onze infrastructuur is het dan echter niet direct nodig om primitief vuurtjes te gaan stoken. Dankzij de energietransitie liggen er overal zonnepanelen en daar komen steeds meer batterijen bij. Daarmee kan in principe voldoende elektriciteit worden geleverd voor koelkast en diepvries, magnetron en waterkoker, verlichting en internet. Dat houdt het ook leefbaar voor zwakkeren.
Op gemeentelijk niveau is de aanwezigheid van noodaggregaten en windturbines zeer nuttig om openbare voorzieningen zoals water- en rioolpompen en gezondheidszorg te borgen. Plaats in overstromingsgevoelige gebieden trafohuisjes en meterkasten boven te verwachten waterpeilen en zorg voor droogblijvende ontsluitingswegen. Zo kan met iets meer nadenken en investeren onze beschaving beter bestand gemaakt worden tegen materiële bedreigingen. En wat betreft de geestelijke weerbaarheid: luister altijd naar de heilsprofeten.
De auteur is adviserend ingenieur.