OpinieCommentaar
Uitspraak strafhof over Israëlische leiders gevaarlijk precedent
Het Internationaal Strafhof (ICC) wil de Israëlische premier Netanyahu en zijn voormalige minister van Defensie, Gallant, laten oppakken. Ze zouden zich schuldig gemaakt hebben aan misdaden tegen de menselijkheid in de oorlog tegen terreurbeweging Hamas in de Gazastrook. Een besluit dat een gevaarlijk precedent is, omdat democratisch gekozen leiders nu op één lijn worden gezet met gezochte terroristenleiders en dictators.
Hoofdredactie
Oud-minister Yoav Gallant (links) van Defensie praat in het Israëlische parlement met Benjamin Netanyahu (in het midden). beeld EPA, Debbie Hill
Het hof heeft ook een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen Hamasleider Mohammed Deif. Maar volgens Israël is die in juli bij een luchtaanval om het leven gekomen. De hoofdaanklager van het ICC, Karim Khan, had eerder ook om arrestatiebevelen gevraagd voor de Hamaskopstukken Ismail Haniyeh en Yahya Sinwar, maar die zijn het afgelopen jaar door Israël gedood.
Je hoeft niet eens in te gaan op de vraag of de arrestatiebevelen inhoudelijk terecht zijn om te stellen dat het op één lijn zetten van beruchte terroristenleiders met die van democratisch gekozen leiders een gevaarlijk precedent schept. Blijkbaar eigent het strafhof zich nu de macht toe om rechtstreeks in te grijpen in het bestuur van democratieën.
Het behoeft vanzelfsprekend geen betoog dat de woede in Israël over dit arrestatiebevel groot is. De overgrote meerderheid van de bevolking kan niet begrijpen dat de Joden nu, in plaats van erkend te worden als slachtoffer van de moorddadige aanslag van Hamas op 7 oktober 2023, als dader worden aangewezen. Het is niet verbazingwekkend dat het besluit van het ICC voor veel Israëliërs voelt als antisemitisme en als een uitspraak in het voordeel van gezworen vijanden van de Joodse staat.
Nu moet ook gezegd worden dat in Israël kritiek op het beleid van de regering-Netanyahu soms wel heel snel, en niet zelden ten onrechte, gekwalificeerd wordt als antisemitisme. Er is een groot verschil tussen het afwijzen van iemand vanwege zijn of haar Jood-zijn, en het plaatsen van kritische noten bij het beleid van de Israëlische regering. Wat die kritiek betreft: Israël zou zich daar vaak beter iets van aan kunnen trekken dan het direct als antisemitisme te labelen.
De populariteit van allerlei internationale organisaties is in Israël bijzonder klein. Het land heeft het gevoel dat het van die organisaties niets te verwachten heeft, omdat ze vrijwel altijd de kant van de Palestijnen kiezen. Die populariteit zal door deze uitspraak van het strafhof alleen maar lager worden. En dus zal de bereidheid om kritiek op het regeringsbeleid serieus te nemen nog minder worden. Het arrestatiebevel schept dus niet alleen een gevaarlijk precedent, maar zal ook ineffectief blijken te zijn, omdat het de regering van Israël zeker niet op andere gedachten zal brengen als het gaat om de oorlog in Gaza.