Sjalom in bange dagen van populisme
Een christen zoekt naar sjalom, naar de bloei van alles en iedereen. Populisten daarentegen hebben andere doelen en strategieën, en die vormen een bedreiging voor sjalom, betoogt Nicholas Wolterstorff.
Zoek de vrede voor de stad, schreef de profeet Jeremia. Hoe verhoudt het Bijbelse sjalom zich tot het populisme zoals dat wortel schiet in het Westen?
Tot de kern van alle hedendaagse populistische bewegingen behoort de klacht over verlies, speciaal het verlies van een bepaalde manier van leven. Vaak worden allerlei specifieke verliezen gebundeld tot één groot verlies: het verlies van de ”American way of life”, de Nederlandse ”way of life”, de Franse ”way of life”. Bijna altijd betreft het ook de klacht over economisch verlies en behoren de actieve leden van deze bewegingen tot de middenklasse van de samenleving. De politieke, economische en sociale elite is schuldig aan dit verlies, zodat de klacht gepaard gaat met boosheid en wrok. Boosheid en wrok richting de verantwoordelijke elite, maar ook boosheid en wrok jegens de groepen die debet zijn aan het verlies, zoals immigranten vanwege het kapen van banen, en moslims vanwege het verlies van christelijk ethos.
Het is om die focus van hun wrok dat populisten worden beschouwd als nationalistisch, racistisch en religieus bevooroordeeld. De populist ontkent dit: het gaat hem er alleen maar om dat deze groepen zijn land niet binnenstromen en zijn manier van leven verwoesten.
Klaagzang
Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat de populist ervan overtuigd is dat hij het recht heeft om zijn manier van leven te beschermen. Hij ziet zichzelf als slachtoffer, hem wordt onrecht aangedaan. Populisten zien hun beweging kortom als een beweging voor sociale gerechtigheid.
Voor de niet-populisten is het gemakkelijk om voorbij te gaan aan deze morele dimensie, maar dat bergt een gevaar in zich. Hoe moeilijk ook, we zullen een morele dialoog met de populist moeten aangaan. We dienen onbevangen te luisteren naar de populistische klaagzang en de overtuiging dat men het recht heeft om de eigen manier van leven te bewaren. Een deel van de populistische woede op de elite komt voort uit het gevoel niet gehoord te worden. Populisten ervaren dat hun onrecht niet serieus genomen wordt.
Soms hebben ze daarin gelijk, soms ook niet. Wat weer de vraag opwerpt: wanneer heeft een groep het recht om zijn manier van leven te behouden en wanneer niet? Wanneer wordt een groep onrecht aangedaan als de levenswijze onder druk kom te staan, verslechtert of zelfs helemaal verdwijnt?
In hoeverre mag een gemeenschap van een buitenstaander eisen dat hij zich aanpast en assimileert? Van een vluchteling, asielzoeker, immigrant of iemand met welke andere status dan ook? En waar ligt de grens; wanneer doet de gemeenschap er juist goed aan om geleidelijk een nieuwe levenswijze te creëren waar nieuwkomers aan bijdragen?
Het antwoord luidt niet heel verrassend: dat hangt ervan af. Maar waarvan eigenlijk? Hoe belangrijk die vraag ook is, ik had er nog niet eerder over nagedacht. Een paar dagen nadenken heeft, tot mijn frustratie, niet echt geleid tot nieuwe inzichten. Ook vond ik geen literatuur over dit onderwerp.
Tenzij ik iets gemist heb, lijkt er op dit punt sprake van een ernstig gebrek aan morele reflectie. Dat ontslaat ons echter niet van de plicht om de klachten van populisten serieus te nemen. Tegelijkertijd blijft het met al die woede en wrok lastig om met de populisten tot een serieuze morele reflectie te komen.
Individu
Ik kom tot de conclusie dat populisme vijandig staat tegenover sjalom. Ik stip drie relevante gezichtspunten aan.
Essentieel voor sjalom is vrede – sociale harmonie. Het doel van populisten is om vijandelijkheid te creëren in de samenleving. Tussen mensen en elites en tussen het volk en ‘de anderen’ die de manier van leven van het volk om zeep helpen. Die anderen zijn zowel outsiders die de gemeenschap binnendringen als destructieve insiders. „Sluit haar op”, klonk het tijdens de Trump-campagne – verwijzend naar Hillary Clinton. Alle populistische bewegingen dreigen vroeg of laat uit te barsten in geweld.
Een tweede reden waarom populisme niet valt te rijmen met sjalom, is hun aanhoudende roep om gerechtigheid voor zichzelf, terwijl ze ondertussen onverschillig blijven voor het recht van de ander. Sterker nog: het doet er voor populisten niet zo veel toe of hun roep om rechtvaardigheid anderen tekortdoet. De populist vraagt niet wat rechtvaardigheid eigenlijk behelst voor de ander, die tenslotte in zijn ogen uit is op het einde van zijn manier van leven. Evenmin denkt hij na over wat rechtvaardigheid betekent voor hoe je omgaat met de elite, die hij verantwoordelijk houdt voor deze ondergang. Hij neemt geen blad voor de mond in het strooien met beledigingen van zijn politieke opponenten. Maar sjalom vereist gerechtigheid voor elk individu.
De derde reden heb ik voor het laatst bewaard, hoewel de meeste mensen er terecht als eerste aan zullen denken als ze zich bezinnen op de vraag hoe populisme een bedreiging vormt voor sjalom. De sjalom-gemeenschap verwelkomt de vreemdeling, behandelt hem als een lid uit eigen gelederen. Populisten beschouwen vreemdelingen als een bedreiging en proberen hen buiten de deur te houden. En als ze op de een of andere manier toch weten binnen te komen, dienen ze oftewel worden uitgezet oftewel worden beperkt in hun toegang tot gemeenschappelijke voorzieningen.
Gastvrij
Populisten zullen de beschuldiging van raciale, etnische of religieuze vooroordelen van zich afwerpen. Ze zijn niet bevooroordeeld tegenover allochtonen, zigeuners, Arabieren of moslims. Ze willen alleen niet dat hun eigen levenswijze door die ander wordt verwoest. Daarom ervaren ze wrok, woede of vijandigheid.
De moderne wereld is verdeeld in landen, met hun eigen grenzen, burgers en overheden. Voor zover ik het kan bekijken, geeft dat systeem iedere regering het morele recht om immigratie te reguleren. De vraag is: wat zou het overkoepelende doel van dat immigratiebeleid moeten zijn?
Sjalom wijst daarin de weg: wees voor de vreemdeling zo gastvrij als maar mogelijk is.
Op een gedenkplaat aan het Vrijheidsbeeld in New York staan woorden uit een sonnet van Emma Lazarus. De dichteres laat het standbeeld spreken wanneer ze schrijft:
„Give me your tired, your poor,
Your huddled masses yearning to breathe free,
The wretched refuse of your teeming shore.
Send these, the homeless, tempest-tost to me,
I lift my lamp beside the golden door!”
Dat zijn woorden van sjalom.
De auteur is christenfilosoof. Dit is een bewerking van de lezing die hij vanmiddag uitsprak op een studiemiddag van AKZ+ Weetwatjegelooft.nl en de Stichting voor Christelijke Filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.