Na alle rapporten en richtlijnen over wel of geen gemeentezang in coronatijd, is het de vraag hoe het nu toegaat op zondag. De meeste gemeenten hebben toch samenzang, blijkt uit een peiling, zij het vaak op ingetogen wijze. Andere zijn creatief met nieuwe vormen. Zingen met mondkapje komt nauwelijks voor.
Sinds de uitbraak van het coronavirus is het gezamenlijk zingen onderwerp van discussie geweest: is het nu wel of niet een superverspreider van het virus en daarom gevaarlijk? Die vraag is nog steeds niet afdoende beantwoord.
Kerkverbanden gaven intussen voor hun eigen gemeenten richtlijnen en adviezen: soms wordt het zingen afgeraden, andere kerken leggen de verantwoordelijkheid bij de plaatselijke gemeente.
De werkgroep Zingen in de kerk, die onder andere voor de Protestantse Kerk in Nederland onderzoek deed, kwam twee weken geleden eindelijk met een rapport. De belangrijkste conclusie daarin is dat het erg afhangt van het gebouw waarin de gemeente samenkomt of zingen wel of niet verantwoord is. De werkgroep heeft de site eerstehulpbijventilatie.nl ontwikkeld, sinds vorige week in de lucht, waar iedere gemeente haar eigen risicotaxatie kan maken.
Intussen moest elke kerkenraad de voorbije weken een beslissing nemen: wel of geen gemeentezang? En zo ja, welke vorm moest dan gekozen worden?
Peiling
Het Reformatorisch Dagblad deed dinsdag online een peiling via een poll. De vraag was of mensen wilden aangeven hoe de samenzang momenteel in hun gemeente wordt vormgegeven. Bijna 2300 mensen brachten hun stem uit. Daarbij moet bedacht worden dat een dergelijke peiling geen echte enquête is. Met name vanwege het feit dat verschillende –of zelfs veel– stemmers dezelfde situatie kunnen bedoelen.
Met die slag om de arm, geven de uitkomsten van de poll toch een aardig beeld van hoe er momenteel wel of niet in de kerken gezongen wordt.
Wat blijkt? Veruit de meeste stemmers (71 procent) geven aan dat in hun gemeente de mensen die aanwezig zijn daadwerkelijk mogen zingen. In de meeste gevallen (43 procent) wordt daarbij door de kerkenraad wel gevraagd ingetogen of gedempt te zingen. In andere situaties (5 procent) worden er bewust maar weinig psalmen opgegeven. Ook een combinatie van ingetogen zang en weinig coupletten komt voor. Slechts een klein aantal mensen (1 procent) geeft aan dat bij het zingen een mondkapje wordt gebruikt. Daar staat tegenover dat 22 procent van de stemmers aangeeft te mogen zingen zoals ze dat altijd deden; waarbij soms wordt aangegeven dat het aantal zangverzen wordt beperkt.
In andere gemeenten is ervoor gekozen de psalmen en/of liederen door een kleine groep te laten zingen: een op de vijf stemmers geeft aan dat dit bij hen zo is. In een aantal gevallen (6 procent) mogen de andere aanwezigen dan meeneuriën; vaker (14 procent) wordt aan de aanwezige gemeenteleden gevraagd te luisteren naar de zanggroep en de psalmen „met het hart” mee te zingen.
Kerken waar geen enkele vorm van livezang is zijn er ook, maar die zijn ver in de minderheid: nog geen 10 procent van de stemmers koos voor die optie. In 6 procent van die gevallen is er helemaal geen sprake van zang; bij 3 procent van de stemmers klinken er wel psalmen, maar dan via oude opnamen van de gemeentezang.
Creatief
Uit de reacties op de sociale media blijkt dat met de acht keuzemogelijkheden die de poll bood nog niet alle varianten van zang in de gemeente waren genoemd. Kerkenraden blijken creatief.
Meerdere respondenten geven het voorbeeld van de kinderzang: de aanwezige kinderen tot 12 jaar mogen zingen, eventueel samen met de predikant. Ook de mixvariant wordt genoemd: kinderen zingen de eerste en laatste psalm, vóór de preek mag de hele gemeente ingetogen zingen.
Een vorm is ook dat de predikant samen met de mensen op de voorste rij zingt, terwijl de anderen neuriën. Beurtzang wordt eveneens genoemd: mannen en vrouwen zingen om en om een vers. Ook zijn er gemeenten waar de aanwezigen meezingen met oude opnames.
Een variant is nog dat bij de eerste twee psalmen alleen het orgel speelt, terwijl de gemeente bij de laatste twee psalmen –niet te hard– wel mee mag zingen. Ook komt het voor dat de gemeente de hele dienst niet zingt, maar dat bij het uitgaan, als de deuren al openstaan, staande nog één psalm gezongen wordt.
Waar niet gezongen wordt, komt het voor dat de organist de psalm speelt, terwijl de predikant de tekst declameert. Ook zijn er plaatsen waar predikant en gemeente afwisselend een psalm opzeggen.
Vertrouwde manier
Naast alle creatieve oplossingen zijn er ook plaatsen waar een grote groep gemeenteleden gewoon op de vertrouwde manier zingt. In een grote kerk in het midden des lands waar normaal 2800 mensen zitten, komt de gemeente nu met 900 man samen. Het moderne, hoge kerkgebouw heeft een goede ventilatie, waardoor uit de check op eerstehulpbijventilatie.nl blijkt dat het veilig genoeg is om te zingen. Die ruimte neemt de gemeente dan ook: de psalmen klinken er zondags weer uit 900 kelen.
Handvat voor meting risico
Via de site eerstehulpbijventilatie.nl (ehbv), sinds vorige week woensdag online, kunnen gemeenten voor hun kerkgebouw een risicotaxatie doen ten aanzien van het al dan niet zingen. Vrijdag hadden al bijna 5000 mensen de tool geraadpleegd, zegt Jaap Dijkgraaf van DWA, die de site ontwikkelde. Data over hoeveel gemeenten groen licht kregen voor het zingen, kan hij niet geven. Wel heeft DWA veel vragen gekregen over concrete casussen. „De site voorziet in een behoefte.” Gemeenten kunnen zelf zien hoe ze het risico op besmetting kunnen beïnvloeden. Behalve met het aantal personen dat aanwezig is, kan dat vooral ook met het aantal minuten dat er gezongen wordt. Dijkgraaf: „Bij vier keer een versje zijn de risico’s in veel gevallen klein.”
Spanningsveld
In de hersteld hervormde gemeente in Nijkerk speelt de organist de koralen en mediteert de gemeente over de opgegeven verzen.
In het kerkgebouw wordt tijdens de dienst helemaal niet gezongen. „Een groot spanningsveld”, erkent C. K. van Doornik, scriba van de kerkenraad. „Als kerkenraad zaten we wel met een dilemma. Tijdens de besluitvorming speelden diverse factoren een rol: ons kerkgebouw is relatief klein en het ventilatiesysteem is niet toereikend genoeg. We hebben daarom besloten om niet te zingen. Eind augustus evalueren we dit beleid.”
De scriba geeft aan dat het spanningsveld daarmee niet is opgelost. „Zingen is van enorm groot belang in de eredienst. Het is de lofprijzing op God en de gemeente nadert biddend tot haar Heere en God. We zeggen op die manier amen op de preek. Tegelijkertijd heeft de kerkenraad ook een verantwoordelijkheid richting de gemeenteleden en de samenleving.”
De reacties die Van Doornik uit de gemeente krijgt zijn wisselend. „Begripvol en niet begripvol. Soms wijzen mensen ons erop dat we gewoon moeten zingen en wat meer vertrouwen moeten hebben. We dienen ons niet te veel door de overheid te laten inperken, zo klinkt het dan. Anderzijds zijn er ook gemeenteleden die de voorzichtige koers waarderen en juist aangeven niet te komen als we overgaan tot zingen in de dienst.”
Ventilatiesysteem
Sinds zondag zingen de gemeenteleden van de christelijke gereformeerde kerk in Noordeloos weer allemaal mee. De gemeente heeft een relatief nieuw gebouw en gebruikt een ventilatiesysteem.
Scriba F. van der Ham: „De kerkzaal heeft 430 zitplaatsen, maar er zijn nu maximaal 140 mensen in de dienst aanwezig. Na screening en ontsmetting van de handen krijgen ze een plaats in de kerk, op 1,5 meter afstand van elkaar. Tijdens de dienst draaien de ventilatoren en wordt per uur ongeveer 4000 kubieke meter lucht ververst. We hebben een relatief nieuwe kerk van vijftien jaar oud, met een heel goed ventilatiesysteem.”
De gemeente zingt maximaal vier verzen tijdens de kerkdienst. De gemeente heeft een coronateam met mensen die verstand van zaken hebben, stelt Van der Ham: „We volgen strikt de landelijke regels die er gelden, ook als er wat reserve onder gemeenteleden bestaat ten aanzien van het beleid. We gaan dus ook niet zomaar over tot het zingen van meer verzen.”
Zondag was er in christelijke gereformeerde kerk een belijdenisdienst. „Het is heel bijzonder en prachtig dat de gemeente de belijdeniscatechisanten Psalm 84:6 kon toezingen. Het doet echt wel wat met je. Ik ben dankbaar dat het nu zo gaat, maar realiseer me dat het ook wel weer anders zou kunnen gaan. De regels kunnen over een maand heel anders zijn. Laten we dat maar niet hopen.”
Kippenvelmomentje
In de hervormde wijkgemeente Eben-Haëzerkerk te Apeldoorn zingt een zanggroepje de psalmen.
Scriba J. van der Wilt legt uit: „Voor in de kerk zitten drie of vier gemeenteleden die goed kunnen zingen, op 1,5 meter afstand van elkaar. Ze zingen staande de opgegeven psalmen. Voor de mensen thuis is het een goed hulpmiddel als ze mee willen zingen. Het orgel klinkt wat getemperd, anders worden de zangers overstemd.”
Toch zou de scriba graag weer samen met de hele gemeente zingen. „We mogen blij zijn met hoe het nu gaat. We kunnen weer met meer dan honderd mensen naar de kerk. Stapsgewijs komen er meer mogelijkheden. Het advies van de landelijke kerk is bepalend voor ons beleid. Maar ik zie er weer naar uit om uit volle borst mee te zingen. Samenzang is toch het antwoord op het gepredikte Woord.”
De keuze van de kerkenraad is goed ontvangen door de gemeenteleden. „Ik ontving vooral positieve reacties. Gemeenteleden vinden dat we verstandig beleid voeren. Kortgeleden deed ds. H. I. Methorst intrede in onze gemeente. Bij het uitspreken van de zegen na de bevestigingswoorden hebben we een opname van Psalm 134:3 laten horen. Dan realiseer je je weer: zo klinkt het als heel de gemeente mee mag zingen. Een kippenvelmomentje, zei een jongere tegen me.”
Ingetogen
De 150 tot 220 kerkgangers van de gereformeerde gemeente in Elspeet zingen gedempt.
De kerkenraad nam dit besluit na een zorgvuldige afweging, aldus scriba J. M. van Koeveringe. „In de kerkenraadsvergadering is de discussie over het wel of niet zingen in de kerk aan de orde geweest. Het is een moeilijke keus, waarbij we ons afvroegen of zingen toegestaan én verstandig is. Nadat we metingen hadden verricht in ons gebouw bleek dat als we het afzuigsysteem van het gebouw gebruiken, gedempte gemeentezang verantwoord is.”
Van Koeveringe is blij dat de gemeente weer zingen mag. „Met vijf of zes mensen in de kerk was het geluid van de gemeentezang nauwelijks te horen. Daarbij: met gesloten mond zingen is niet goed. Nu zingen geoorloofd is, doen we dat na maanden weer met de hele gemeente. Het deed echt goed om de gemeentezang te horen. Toch zouden we graag naar de oude situatie gaan, dat de gemeente uit volle borst mag zingen. Ingetogen zingen is fijn, maar je zou het toch graag zoals voorheen ervaren.”
Ook voor de organist is het aftasten, stelt de scriba. „Hoe moet je spelen, wat is passend bij de hoeveelheid mensen die er in het kerkgebouw zit? Ook dat is anders en daar moeten de organisten aan wennen.”
Facebook
Instagram