Friesland is een warm land. Tenminste, zo was dat in augustus vorig jaar, toen Nederland een tijdje tropische temperaturen meemaakte. Waar is het water?
Waar ga je heen, vragen mensen aan elkaar en aan zichzelf, vaak al ver voordat de zomer in zicht is. Frankrijk is favoriet bij Nederlanders –liefst blijven ze er láng–, en Duitsland, Spanje, Griekenland, Italië. Voor al die zon en vrijheid van daarginds rijdt een beetje vakantieganger dwars door een zwarte zaterdag heen.
Friesland ligt de andere kant op. De weg is vrij. Súdwest-Fryslân is lekker dichtbij, en op dagen zoals die in augustus 2016 zou je niet weten waarom je verder zou rijden. Het is er afwisselend groen en weids, gezellig en rustig. En er is water.
Iedereen heeft volgens mij al eens in Friesland vakantie gevierd. Ik reed er eerder wel doorheen, maar stopte niet echt. Wel doen dus: even stoppen. Voor deze keer was het een kort verblijf –twee dagen Oudemirdum, samen met zuslief en natuurlijk de hond– maar intussen begrijp ik dat mensen verknocht raken aan Friesland, er telkens naar teruggaan en er wekenlang vertoeven.
IJstijdgrot
In het zuidwesten, in Gaasterland en rond de Friese Meren, is van alles te doen. Bootje huren en door kanalen en sloten tuffen. Skûtsjesilen: over de meren zeilen. Fietsen naar Stavoren en Hindeloopen, of naar Sloten, het kleinste stadje van de Friese elf steden (en ter wereld – zie kader). Lopen door de Vlindertuin in Lemmer en het Woudagemaal bekijken. Informatie over de streek verzamelen bij Bezoekerscentrum Mar en Klif, daar een expositie over Gaasterland bekijken (lekker koel, dat blauw en wit van de ijstijdgrot) en de bijbehorende fietstocht opzoeken.
Alleen zijn er dagen waarop je dus niks wilt dóén. Behalve naar een plek toe fietsen waar je niks hoeft te doen.
Bij Rijwielbedrijf ’t Fietshoekje zijn elektrische fietsen gereserveerd, plus een hondenkar. „Eh... een hondenkar?” Ja, want Tijs moet mee. „Oh ja. Hier heb ik hem.” De kar is een ijzeren bench op wielen. Koningspoedel Tijs kijkt er argwanend naar. Is die voor mij, zeker weten? Maar hij rammelt. En hij is koud en hard...
Met een zachte hondendeken erin zit Tijs er plots toch prinsheerlijk bij. Rammelen doet de kar wel een beetje, zeker als er hobbels en bobbels in de weg zitten (en die zitten er) of als de straat uit klinkers bestaat (en dat doen straten, in de Friese dorpjes). Misschien wordt het toch eens tijd om zelf zo’n fijne fietskar met vering, nylon zijkanten, ritsen en luikjes aan te schaffen. Ze zijn inklapbaar en licht, dus makkelijk mee te nemen.
Want het voelt wél vrij. Hond in de kar en fietsen maar. Weer eens wat anders dan overal heen rijden in die warme auto. Wind door de krullen. Grasland, loofbos, water. Langs kleine huizen met grote tuinen, langs landhuizen en lanen. Friesland is een fantastisch land om doorheen te fietsen, van knooppunt naar knooppunt, waarbij je de route zo lang of zo kort maakt als je wilt.
Kliffen
Bij knooppunt 15 ligt het Mirnser Klif, een uitkijkpunt over het IJsselmeer, tegenover het Rijsterbos. Verderop, richting Warns, ligt het Roode Klif, en bij Oudemirdum is er nog het Oudemirdumer Klif. De kliffen zijn keileemwanden, in een ver verleden ontstaan uit oprukkend gletsjerijs vanuit Scandinavië, verder gevormd door de golven van de Zuiderzee. Mooie plekken om even neer te strijken.
Het strand bij het Mirnser Klif is vrij toegankelijk – behalve voor Tijs. Er wordt gezwommen, gevaren in rubberbootjes, gepootjebaad, gespeeld, gelezen en geslapen. Het paviljoen zorgt voor eten, drinken, koffie en ijs.
Onder die ene boom zit nog niemand, en op die plek in de schaduw mag Tijs tenminste ook gewoon komen. Hij zit en kijkt. Hij is mee, dat is wat telt.
Zitten en uitkijken over een voormalige zee, de hond naast je met z’n neus in de warme wind, en zelf bijpraten met de zus die je niet elke dag ziet: zoiets is genoeg, op een warme dag in Friesland. Het water glinstert. Zeilboten glijden voorbij in de verte. In het paviljoen wordt ijs met kersen verkocht, en het leuke van op pad gaan met zussen is dat ze weten dat ijs met kersen het allerlekkerst is, zonder dat je het eerst hoeft te zeggen.
En verder
- kun je lekker lunchen bij brasserie De Brink (Brink 8) in Oudemirdum, op loopafstand van de fietsverhuurder.
- is het na de fietstocht goed dineren aan de overkant: bij het gastvrije Hotel Boschlust (De Brink 3).
- organiseert Bertine Stolker van camping De Verborgen Hoek (in het dorp Harich) compleet verzorgde fietsvakanties. Ideaal voor mensen die ’s morgens graag aanschuiven bij het ontbijt, samen met de andere deelnemers. Wil je liever rustig wakker worden en bij de tent een croissantje eten, dan kan dat vast ook wel. Slapen kan eventueel in een lodgetent (zie De tent staat als een huis).
- zit op een idyllisch plekje in Sloten, aan het water, Brasserie de Mallemok (Baanweg 96). Sloten is het kleinste stadje ter wereld. En dat geldt niet voor Durbuy in Belgisch-Luxemburg, of voor Bronkhorst in Gelderland, stelt het Friese toerismebureau streng in zijn informatieve krant voor Gaasterland-Sloten.
- kun je op het erf van ijsboerderij De Bûterkamp –vlak bij het Rijsterbos– ambachtelijk roomijs eten. De koeien die de melk voor (onder andere) het ijs leveren kijken beleefd toe.
- bevindt zich in het natuurgebied Wyldemerk –tussen Balk, Oudemirdum, Harich en Rijs– een libellenreservaat. Er loopt een route doorheen.
vlinderstichting.nl/pdf/wyldemerk.pdf
Voor Frieslandfans
Bij bezoekerscentrum Mar en Klif ligt het boek ”Nationaal Landschap Zuidwest Friesland”. Ooit was Friesland een grote toendra, met sterke winden en zandverstuivingen en kou. In de late steentijd ontstond een duinenrij – op de plaats waar nu de Waddeneilanden liggen. De zeespiegel steeg, een dikke veenlaag vormde zich... En zo begon het. Boeiend. Voor de echte Frieslandfan, mooi om eens te bekijken op een regenachtige vakantiedag, of als je allang weer thuis bij de open haard zit.