De Veluwe is als fietsgebied overbekend. Maar tussen de Veluwe en de voormalige Zuiderzee ligt een veel minder bekend terrein waar het vooral door de vele afwisseling ook prachtig fietsen is.
Het stempel van jonkheer mr. F. J. C. Schimmelpenninck is 25 jaar na zijn dood nog duidelijk terug te zien in het gebied tussen Voorthuizen, Nijkerk en Putten. Jonker Frits, zoals hij ter plaatse bekendstond, duldde geen grote wijzigingen in het landschap. Wee de pachtboer die het bijvoorbeeld waagde een houtwal te kappen. Het gevolg is dat bos, weilanden, houtwallen, maisvelden, moerasjes en heidegebiedjes elkaar prachtig afwisselen.
Een fietstocht door dit gebied is daardoor allesbehalve saai. De tocht zou bijvoorbeeld kunnen beginnen in Voorthuizen. Bij Van Beek’s Rijwielhandel zijn elektrische fietsen te huur. Mede-eigenaar Henk van Beek legt uit hoe de Batavus Prestige werkt. In de door Van Beek aangereikte brochure ”Genieten... in Barneveld” lijkt de bijna 60 kilometer lange tocht ”Van moeras naar terras” een prima route om het gebied te verkennen.
Moeras
Waarom het woord moeras in de titel van de tocht zit, blijkt al direct als bij fietsknooppunt 49 de route wordt opgepikt. Daar begint namelijk landgoed Appel. Links van een smal grindpad liggen natte hooilanden. De ochtendmist is nog nauwelijk opgetrokken. Twee raven vliegen al krassend over een vennetje met wat riet eromheen. Erheen lopen kan alleen met laarzen aan vanwege de zompige ondergrond.
Bij de buurtschap Gerven wordt ook duidelijk waarom het woord ‘terras’ in de routenaam staat. Binnen een straal van 1 kilometer liggen drie rustpunten voor fietsers. Die kunnen op veelal particuliere terasjes bijvoorbeeld een kop koffie met wat erbij nemen.
Niet alleen het landschap is erg afwisselend, ook de ondergrond wisselt sterk. De ene keer rijd je op een grindpaadje, dan komt er weer een stuk klinkerweg, dan volgt er een zandpad en daarna asfalt.
Fietsers kom je maar weinig tegen, maar op de klinkerweg kunnen auto’s en vrachtwagen je soms aardig hard passeren, dat is een nadeel van deze route. Vooral op de Waterweg richting het Nuldernauw is dat het geval.
Langs de zee
Bij strand Nulde wordt het weer rustig. Vanaf daar gaat de route kilometers langs de voormalige Zuiderzee. Links de weilanden van een van de oudste polders van ons land, Arkemheen. Rechts de rietvelden en het water van de Randmeren. Deze combinatie zorgt voor een keur aan vogels: grutto’s en kieviten in de wei, een kleine karekiet in het riet, en talloze eenden en ganzen in het water. Niet voor niets komen vogelliefhebbers graag naar dit gebied.
Voorbij de sluis van Nijkerk wordt het drukker met recreanten. Een hele groep ouderen is op weg naar stoomgemaal Hertog Reijnout, gebouwd in 1883 om het water uit de laaggelegen polder weg te pompen naar de Zuiderzee. In de kolenloods van het gemaal is een bezoekerscentrum gevestigd.
Bij knooppunt 51 is in de verte het vissersdorp Bunschoten-Spakenburg te zien. Even van de route afwijken om daar een visje te eten is erg verleidelijk. De route wordt er wel wat langer door, maar het is de moeite waard om even langs de bruine vloot met houten kotters te fietsen en een verse haring op de koop toe te nemen.
Verschil in beheer
Terug bij knooppunt 51 gaat het de polder in, richting Nijkerk. Duidelijk is het verschil in weidebeheer te zien. Links is Staatsbosbeheer eigenaar. Het gras is er lang en het water staat hoog in de sloten. Daardoor zijn de weilanden wat drassig en dat is goed voor de weidevogels.
Rechts is de boer de baas: het water staat er laag zodat er zware trekkers over het weiland kunnen rijden om het gras te oogsten. Het vers gemaaide gras ruikt heerlijk.
Door de Nijkerkse nieuwbouwwijk Corlaer leidt de route richting Nijkerkerveen. Langzamerhand komt het gebied van jonker Frits weer in zicht, herkenbaar aan de houtsingels tussen de weilanden.
Hoewel landgoed Appel een andere eigenaar had, was het beleid hetzelfde als dat van jonker Frits: de hoge enggronden en de natte lage hooilanden omsloten door houtwallen in stand houden.
Ree
Het gevolg daarvan is dat er midden op de dag zomaar een ree langs de bosrand opduikt. Hij heeft meer dan voldoende dekking voorhanden om zo weg te schieten. De schapen die in dezelfde wei staan te grazen, trekken zich niets van het dier aan, ze weten niet beter.
Na zo’n 55 kilometer fietsen komt Voorthuizen weer in zicht. Met de elektrische fiets zijn de kilometers voorbijgevlogen. De e-bike moet bij Van Beek weer worden omgewisseld voor de eigen fiets. Het gaat op huis aan. Zonder trapondersteuning, maar een mooie ervaring rijker.