DEN HAAG. Aanvankelijk wilde hij iedereeen te vriend houden, maar aan het einde van de dag koos staatssecretaris Wiebes (Financiën) maandag alsnog partij –zij het noodgedwongen– voor de fiscaal zo geplaagde eenverdiener.
„Het was al niet makkelijk om steun te vinden voor een belastingverhóging, maar dat valt in het niet bij de moeite die het kost om een meerderheid te krijgen achter een belastingverláging.”
Met die verzuchting opende Wiebes maandag het debat over het belastingplan voor volgend jaar. Een wetsvoorstel waar voor het kabinet veel vanaf hangt. Na jaren van bezuinigen wil het volgend jaar de koopkracht eindelijk eens een slinger geven door de lasten met 5 miljard te verlagen.
Helaas voor VVD en PvdA is daarvoor steun nodig van de oppositie, aangezien de coalitie in de Eerste Kamer geen meerderheid heeft en de ‘vertrouwde’ gedoogsteun van D66, CU en SGP sinds de jongste Senaatsverkiezingen eveneens tekortschiet.
In een urenlang debat hengelde Wiebes daarom opzichtig naar draagvlak bij de oppositie, waarbij hij probeerde om: „de één tegemoet te komen, zonder daarmee de ander direct van tafel te jagen.”
De synthese tussen twee nadrukkelijke wensen die er leven bij de oppositie –meer vergroening én aandacht voor kostwinners– dacht Wiebes gevonden te hebben met een voorstel om via een extra heffing op aardgas 100 miljoen euro vrij te spelen voor een hogere kinderbijslag en ook iets extra’s te doen voor gezinnen met gehandicapte kinderen.
Voor beide kampen schoot dit voorstel echter tekort. „Drie keer niks”, noemde SGP-Kamerlid Dijkgraaf de optie, die volgens hem op jaarbasis slechts een paar tientjes zou goedmaken van de duizenden euro’s die alleenverdieners slechter af zijn dan tweeverdieners.
Omdat de kabinetsplannen voor 2016 het al bestaande verschil in belastingdruk nog verder vergroten, eist de SGP een rianter gebaar van Wiebes richting de alleenverdiener. De partij wordt daarin gesteund door CDA en CU, die samen met de SGP het kabinet exact de benodigde 17 zetels in de Eerste Kamer kunnen ‘leveren’.
Wiebes gaf echter aan „pijn in zijn maag” te krijgen van de wens van de drie christelijke partijen. Want iedere euro die er extra naar kostwinners gaat, kost in de rekenmodellen van het Centraal Planbureau nu eenmaal banen.
Zo rekende Wiebes voor dat het in ere herstellen van de algemene heffingskorting voor de niet-werkende partner (die nu in stapjes wordt afgebouwd en een van de oorzaken is voor het verschil in belastingdruk) 90.000 banen kost. Van de 35.000 extra banen die het belastingplan van het kabinet volgens het CPB op termijn zou opleveren, blijft dan dus niets over. „Dat is maatschappelijk, politiek én financieel onhoudbaar”, stelde Wiebes.
Een gehaaid voorstel van Dijkgraaf bood de VVD-bewindsman echter de kans om tóch de eenverdiener tegemoet te komen –en zo een Senaatsmeerderheid achter zijn belastingplan te krijgen– zónder dat dit in de CPB-modellen slecht uitpakt voor het aantal banen.
Dat kan door het tempo te halveren waarmee de algemene heffingskorting voor niet-werkende partners nu wordt afgebouwd. Door die heffingskorting niet al in 2024 op nul te zetten, maar pas in 2038 en hiervoor in het komende jaar te corrigeren, gaan eenverdieners er in 2016 tot wel 700 euro op vooruit. Omdat de heffingskorting in 2038 alsnóg wordt afgebouwd, kost dit in de allerdiepste technische krochten van het CPB-model geen banen.
Wiebes zegde toe hierop te willen „kauwen” en het voorstel „mee te nemen naar het kabinet”, dat nog tot volgende week heeft om het belastingplan ietwat om te bouwen. Dat alles in de wetenschap dat geen steun voor het belastingplan ook géén lastenverlichting betekent. En nul extra banen.