Ons ego staat ons in het huwelijk in de weg, meent drs. Laurens Snoek. „Als vrouwen ergens behoefte aan hebben, dan is het aan mannen die hun vader en moeder verlaten hebben en zich hebben overgegeven aan de Heere Jezus.”
Snoek, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), sprak zaterdag op de jaarlijkse bondsdag van de Bond van Christelijke Gereformeerde Mannenverenigingen in Nederland. De bijeenkomst in kerkgebouw De Tabernakel in Ede trok ongeveer zeventig bezoekers. De bondsdag was voor de eerste keer alleen ’s morgens.
Snoek sprak naar aanleiding van Mattheüs 16:25,26, over ”verliezen en winnen”. Hij had een ongewone aanpak van het thema door het verwerken van ontwikkelingspsychologie in zijn toespraak over het komen tot Christus.
De docent zei dat ieder mens een individu is met een eigen ”ik”. Dat ”ik” heeft na de zondeval concurrentie gekregen van een schijnego. „Dat concurreert met het ”echte ik”. Als een man relationeel en emotioneel moeite ervaart, doet hij er goed aan zijn proces van individuatie te bekijken.”
Het (nep)ego, aldus Snoek, is egoïstisch. Dat is soms duidelijk, bijvoorbeeld door het hebben van allerlei ambities en door te „geloven dat ik heel wat ben. Maar het is louter opgeblazenheid.”
Soms lijkt het ego niet egoïstisch maar is het wel zo. „Het voedt zich met alles waarmee het zichzelf in stand kan houden. Er kan angst zijn door gebrek aan erkenning of door vrees voor kerkverlating. Angst staat tegenover geloof. Zorgen, kwalen, zieligheid en slachtofferschap kunnen hoogmoed in zich bergen. Iemand kan stiekem blij worden van andermans falen.”
„Het is goed voor kerkelijke jongeren die dreigen af te haken als we niet blijven graven in het kerkelijke verleden, maar ons richten op wat Christus doet” - Drs. Laurens Snoek, spreker mannenbondsdag CGK
Ballast
Daarna noemde hij de ballast uit het verleden. „We sjouwen heel wat mee. Er zijn dingen van vroeger die op je drukken waardoor je je te heftig uit. Veel graafwerk in het kerkelijke verleden is voedsel voor ons kerkelijke ego. Het is goed voor kerkelijke jongeren die dreigen af te haken als we niet blijven graven in het kerkelijke verleden, maar ons richten op wat Christus doet.”
Toen kwam hij bij de kern. „Het geloof in God leidt tot het verlies van het ego. Buigen voor Christus leidt tot het verliezen van onze vervreemding. Het is het winnen van een innerlijke eenheid en het terugvinden van de eensgeestesheid met God.”
Snoek zei dat Jezus nooit een ego gehad heeft. „Toen Hij zei ”Ik ben de Deur”, was het waar. Velen die Hem volgden, hebben dat aangevoeld. Het Evangelie vraagt naar Hem toe te gaan en ons rotte leven in Zijn handen te leggen. Bij Hem word ik mezelf.”
Tijdens de bespreking had de docent het over dingen die veranderen in het huwelijk en in de kerk als mensen hun leven in Jezus’ handen leggen. Hij zei: „Ons ego staat ons in het huwelijk in de weg. Als vrouwen ergens behoefte aan hebben, dan is het aan mannen die hun vader en moeder verlaten hebben en zich hebben overgegeven aan de Heere Jezus.”
Een aanwezige vroeg of kennis van de geschiedenis ook ballast is. Snoek: „Het verleden is geen ballast, maar ieder mens draagt ballast uit het verleden met zich mee. Ballast kan ook collectief zijn. Veel kerkgangers sjouwen kerkelijke ballast met zich mee. Er zijn veel dingen gebeurd die ons kerk-zijn in de weg staan. Neem de houding van het kind aan.”
Stormen en angst
De bondsdag werd geopend door voorzitter ds. C.J. Droger, die voor een nieuwe termijn gekozen is. Hij hield een meditatie over Mattheüs 14:22-33 waar het gaat over angstige discipelen in de storm. „Onze tijd is eveneens een tijd van stormen en angst. Als Jezus komt, gaat de storm liggen en keert de rust terug.”
De predikant uit Vlaardingen betrok het verhaal ook op de tegenwoordige tijd. „Hoe kan de storm gaan liggen die ons kerkelijke leven doortrekt? Dat gebeurt alleen als Jezus aan boord is. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Wij zijn verlegen om de komst van Jezus. Hij kon zelfs over het kolkende water Zijn discipelen bereiken. Zou Hij ons dan niet kunnen bereiken?”