DEN HAAG – Nu het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat vrouwen op SGP-lijsten mogelijk moeten zijn, ligt de bal bij het kabinet. De regering moet met een voorstel komen. Er zijn diverse opties, maar de meeste hebben haken en ogen.
Wat was er ook al weer aan de hand? In april 2010 sprak de Hoge Raad na een juridisch gevecht van zeven jaar uit dat het beginsel van de SGP om vrouwen niet te kandideren op kieslijsten „onaanvaardbaar” is.
De staat moest maatregelen gaan nemen tegen de staatkundig gereformeerden op grond van het VN-Vrouwenverdrag. De maatregelen van de overheid moeten „effectief” zijn en de grondrechten van SGP’ers „zo min mogelijk” aantasten, zo stond in het vonnis.
Onder druk van de SGP, die een gedoogrol had in het vorige kabinet, besloot de Kamer het nemen van maatregelen uit te stellen totdat deze uitspraak zou komen. Nu deze er ligt, is de politiek weer aan zet. Welke opties zijn heeft het kabinet tot zijn beschikking?
1. De meeste elegante om mee te beginnen is overleg, waarin de regering de opdracht die de Hoge Raad aan de staat heeft opgedragen onder de aandacht brengt. Als de SGP uit eigener beweging vrouwen zou toelaten, is het ‘probleem’ opgelost. De kans dat de SGP hierop ingaat, lijkt zeer gering. Het gaat om een diepgewortelde religieuze overtuiging.
2. Het kabinet kan ervoor kiezen om via een speciale wet de SGP te verplichten om statuten en reglementen aan te passen. De PvdA zinspeelde daar vandaag op in schriftelijke vragen. Maar wetten die speciaal zijn gericht op een politieke partij, zijn juridisch niet correct. Bovendien heeft de staat helemaal geen bevoegdheden om in te grijpen in verenigingen.
3. De overheid zou een wet kunnen invoeren die alle politieke partijen ertoe verplicht een bepaald (minimum)percentage van de kandidatenlijsten te laten bestaan uit vrouwen. In Frankrijk en België heeft de overheid quota ingevoerd, maar dat past niet bij de Nederlandse traditie.
4. Een relatief gemakkelijke oplossing lijkt te zijn om in de Kieswet een bepaling op te nemen waarin staat dat politieke partijen vrouwen niet expliciet mogen uitsluiten als kandidaat. In het geval de Kieswet wordt aangepast en de SGP niet aan de verplichtingen kan of wil voldoen, mag de partij in beroep bij de afdeling rechtspraak van de Raad van State.
En dat kan interessant worden, want de hoogste bestuursrechter sprak in 2007 uit dat het VN-Vrouwenverdrag de Staat helemaal niet verplicht om maatregelen tegen de SGP te nemen. De SGP past prima in het pluriforme politieke bestel, aldus de Raad.
5. De staat kan ontbinding van de SGP aanvragen bij de rechter, maar dat kan alleen als de partij de openbare orde aantast, misdrijven pleegt of daartoe oproept. Dat is bij de SGP niet aan de orde.
6. Het kabinet kan ook het oordeel van de Hoge Raad en het Europese Hof naast zich neerleggen en zeggen dat de primaat niet ligt bij gelijke behandeling, maar in een afweging van de verschillende grondrechten. Die redenering heeft de overheid in de jaren negentig altijd gevolgd. Politici hoeven zich niet te verschuilen achter een uitspraak van de Hoge Raad als die slecht is gemotiveerd en niet alle belangen meeweegt.
De Duitse regering besloot deze week nog een uitspraak van een Duitse rechter over een verbod op besnijdenis te overrulen door een wet aan te kondigen waarin expliciet staat dat besnijdenis wel mogelijk is.
Italië heeft iets vergelijkbaars gedaan door een Europees arrest naast zich neer te leggen waarin stond dat er in openbare scholen geen kruis mocht hangen. De Italianen hebben toen een wet gemaakt waarin staat dat kruisen in openbare scholen wél mogen. Uiteindelijk heeft de wetgever in een democratie het laatste woord.
Een dergelijke handelwijze vereist van politici rechte ruggen in plaats van slappe knieën. Maar hier ligt wel een probleem, want Nederland kent anno 2012 vooral politici met laatstgenoemde kenmerken die ook nog eens als knipmessen buigen voor de afgod van de gelijkheid.