„De Eeuwige uit het Bijbelboek Esther leeft nóg”
In het Bijbelboek Esther worden dingen onthuld die voor het blote oog verborgen zijn, aldus ds. K.H. Bogerd woensdag. „De Naam van God komt niet voor in het boek, maar de grote daden van de Heere wel.”

In de hervormde kerk in Jaarsveld, provincie Utrecht, heeft woensdag de presentatie plaats van het boek ”Onthullende preken” van ds. Bogerd, sinds november predikant te Jaarsveld. Het bevat preken over de eerste vijf hoofdstukken van het boek Esther, die hij hield tussen juni 2023 en juni 2024.
In zijn openingswoord mediteert ds. E.J. Terpstra, predikant van de hervormde gemeente in Bunschoten, over Hebreeën 11. „Hebreeën 11 presenteert ons een stoet die op weg is naar het nieuwe Jeruzalem. Dit loopt van Adam tot in de tijd van de Makkabeeën. „Niet zonder ons” is voor mij de kern van dit hoofdstuk. De geloofsgetuigen uit het Oude Testament willen niet zonder ons naar het nieuwe Jeruzalem. Hebreeën roept op tot volharding. Hoewel Esther en Mordechai hier niet worden genoemd, hadden ze er zeker een plaats kunnen hebben. Ook zij sporen ons aan, vanuit hun strijd tegen Haman, om te volharden, net als de preken van ds. Bogerd.”
Haman
„Ik was voortdurend op zoek naar de betekenis van het Bijbelboek”, zegt ds. Bogerd desgevraagd. „Ik wilde het concreet maken. Toen Hamas op 7 oktober Israël aanviel, bleek het boek onthullende stof te bevatten over de strijd van het Joodse volk. Ik was blij dat ik toen al begonnen was met het boek Esther. Hoewel ik soms op eieren moest lopen, neem ik er geen woord van terug.”
Een van de eerste exemplaren wordt overhandigd aan opperrabbijn Binyomin Jacobs. Ds. Bogerd: „Ik heb hem weleens een vraag voorgelegd over het boek Esther. Het uitnodigen van de opperrabbijn is een loyaliteitsgebaar van Jaarsveld en de kerkenraad richting het Joodse land en volk.”

Opperrabbijn Jacobs legt uit dat er in het boek Esther een strijd plaatsvindt. „Het Joodse volk dreigde vernietigd te worden door de satan in de persoon van Haman. Wij kunnen de Eeuwige niet begrijpen, maar God keek niet de andere kant op, het liep Hem niet uit de hand.”
„Esther betekent ”de verborgene”, zo gaat hij verder. „Mordechai zei haar, dat zij niet voor niets koningin was. Ze moest proberen op politieke wijze de koning te benaderen. En wat doet ze? Ze gaat vasten. Haar taak kan alleen slagen als de Eeuwige zou helpen. We zien in het boek Esther strijd. Maar we weten dat er een Eeuwige is, Die het niet uit de hand loopt, én we moeten ook praktisch politiek bedrijven om het kwaad te bestrijden.”
Houvast

Ook de commissaris van de Koning in Friesland, drs. A.A.M. Brok, ontvangt een exemplaar. „Het is ongebruikelijk dat een commissaris van de Koning iets buiten zijn provincie doet”, merkt hij op. „Waarom ik het toch met liefde doe, is dat we beiden uit Leerdam komen. We zijn beiden in Fryslân terechtgekomen en in Wouterswoude mocht ik onlangs een preek bijwonen. Dit boek zal mij in de vastentijd inspireren. We hebben elkaar nodig, met allen die er „nog een beetje in geloven”. Dat het geschrevene, het Woord en God, ons houvast zal geven in deze weerbarstige wereld.”
Nadat ds. Bogerd een gedeelte heeft voorgelezen uit zijn boek over de strijd tussen Mordechai en Haman, improviseert de voormalige stadsorganist van Haarlem, Jos van der Kooij, op het Witteorgel (1872). De vijandschap van Haman wordt verklankt met ruwe tongwerken, afgewisseld door berustend getoonzette delen van de Psalmen 25 en 56.

Drankgebruik
Ds. M. van Kooten uit Elspeet beëindigt de bijeenkomst. „Tot 1580 werd op aswoensdag in deze kerk het askruisje ontvangen door de kerkgangers. Ze werden daarmee bepaald bij: „Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.”
Dat vloekte wel met het drankgebruik tijdens de carnaval”, gaat ds. Van Kooten verder. „Het boek Esther begint met een drinkgelag, maar neem het advies van Paulus ter harte: „En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest.””