Bij wapenbeurs in Rotterdam klinkt protest: „Jullie hebben bloed aan je handen”
Het protest buiten tegen een defensie- en veiligheidsbeurs in Ahoy Rotterdam ging donderdag lang door. Binnen trok men zich er weinig van aan.
De Rotterdamse politie –massaal aanwezig– had veel werk aan de demonstranten. Al vroeg op de dag werd Ahoy beklad met rode verf. De politie verrichtte meerdere aanhoudingen vanwege de bekladding. De actie werd opgeëist door klimaatbeweging XR Justice Now. Een woordvoerder zei dat „het nepbloed bedoeld is om deelnemers aan de beurs te confronteren met het bloed aan hun handen.”
Voor de ingang van het congrescentrum staat donderdagmorgen een lange rij bezoekers die naar binnen willen en de nodige veiligheidscontroles moeten ondergaan. Achter de dranghekken tientallen demonstranten. De hekken van het demonstratievak worden met regelmaat omvergeduwd. Op de Zuiderparkweg hebben ongeveer twintig mensen zich aan elkaar vastgeketend. Ze dragen Palestijnse vlaggen en sjaals. De politie haalt ze weg. Er vallen rake klappen met de wapenstok.
De ruiten van Ahoy werden vorige week ook al beklad met nepbloed en een boodschap. Ook het hoofdkantoor van KPN in Rotterdam, hoofdsponsor van de beurs, werd twee keer bsmeurd. Op de beursvloer trekt men zich donderdag weinig aan van de protesten buiten. „Demonstreren mag, maar wel binnen bepaalde grenzen”, aldus een van de deelnemers.
Vrijheid
Het was donderdag de 35e editie van de defensie- en veiligheidsbeurs van de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV). Meer dan 150 bedrijven toonden in Ahoy hun nieuwste producten.
Raymond Knops, bestuursvoorzitter van de NIDV, zegt in zijn openingswoord tegen een volle zaal genodigden dat de demonstranten blij mogen zijn dat ze in Nederland in vrijheid kunnen demonstreren. „De krijgsmacht en wij als defensiebedrijven beschermen die vrijheid, iedere dag, voor iedereen.”
De actie lijkt zich vooral te richten tegen de aanwezigheid van Israëlische defensiebedrijven. Deze bedrijven waren in juni van dit jaar niet welkom op Eurosatory, de grootste defensiebeurs van Europa. Op de beurs in Rotterdam zijn er drie: Elbit Systems, Israël Aerospace Industries (IAI) en Rafael. De NIDV maakte vooraf hun namen niet bekend.
„De oorlog die nu woedt op de voorpagina’s kan zomaar overslaan naar onze voortuin” - Ruben Brekelmans, minister van Defensie
Bij de stand van IAI –credo: ”Waar moed technologie ontmoet”– delen ze sokken uit met raketten en vliegtuigen erop. Elbit Systems houdt het bij repen oranje chocolade. In de Elbitstand worden veel wapens en munitie getoond, zoals de 155 mm Guided Long Range-granaat. Desgevraagd wil niemand van de medewerkers ingaan op de situatie buiten Ahoy en al helemaal niet op het conflict in Gaza. Beveiligingspersoneel in burger houdt de Israëlische stands nauwlettend in de gaten.
Opschalen
Scheutiger met informatie is scheepsbouwer Damen over de Den Helder, het nieuwe bevoorradingsschip van de Koninklijke Marine, dat momenteel van de werf in Roemenië naar Nederland vaart. „De naamgeving en indienststelling verwachten we in de loop van 2025”, meldt Richard Keulen van Damen. Het zal dan voor het eerst in twaalf jaar zijn dat er weer een door Damen gebouwd Nederlands marineschip in dienst komt.
Minister Ruben Brekelmans van Defensie is ook aanwezig op de beurs. „De oorlog die nu woedt op de voorpagina’s kan zomaar overslaan naar onze voortuin”, zegt hij in zijn toespraak. Volgens hem is het conflict in Oekraïne van een militaire oorlog veranderd in een industriële oorlog. „We moeten die strijd winnen, de collectieve defensie samen met de industrie. We moeten opschalen en versnellen.” Tegen de defensiebedrijven: „U bent de ruggengraat van onze veiligheid.”
Op de vraag of de Europese landen na 20 januari –de dag waarop president Donald Trump wordt geïnaugureerd– zonder hulp van de Verenigde Staten zelf het conflict in Oekraïne aankunnen, antwoordde Brekelmans negatief. „Zonder de Verenigde Staten kan Europa op korte termijn de oorlog in Oekraïne niet aan.”