Kerk & religieMeditatie
Meditatie: Naar de ondergang

„Genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt.”
Psalm 6:3b

Maarten Luther
beeld RD
beeld RD

Al mijn sterkte en kracht zinken ineen vanwege de vrees voor Uw straf. En omdat nu mijn eigen kracht mij in de steek laat, geef mij toch Uw sterkte.

Hierbij kunnen we opmerken, dat deze psalm –en die eraan gelijk zijn– nooit volledig verstaan of gebeden wordt tenzij de mens zijn ellende voor ogen heeft, zoals dat gebeurt bij het sterven en zijn laatste gang uit deze wereld. Zalig zijn zij, die dit al tijdens hun leven ondervinden, want het moet naar de ondergang toe met ieder mens.

Wanneer nu de mens op die manier ondergaat en tot niets wordt met al zijn krachten, werken en gehele bestaan, zodat er niets meer dan een ellendige, verdoemde, verlaten zondaar overblijft, dan komt de Goddelijke verlossing en kracht. Het boek Job beschrijft dit zo: „Wanneer u meent dat u verloren bent, dan eerst zult u tevoorschijn breken als de Morgenster” (Job 11:17). „En mijn ziel is zeer verschrikt.”

God wil niemand kracht en troost geven, of hij moet daarom bidden uit de grond van zijn hart. Niemand zal echter uit de grond van zijn hart kunnen bidden, als hij zich niet eerst volkomen verschrikt en verlaten voelt. Zolang hem namelijk dít niet overkomt, weet hij niet wat hem mankeert en hij voelt zich veilig door zijn vertrouwen op anderen of doordat hij troost vindt bij zichzelf of bij andere schepselen.

_Maarten Luther,
reformator te Wittenberg

(”De zeven boetpsalmen”, 1525)_

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Meditatie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer