Mens & samenlevingVegetarische artikelen

Rechter verbiedt plantaardige producten als ze in de merknaam naar zuivel verwijzen. Waarom?

Al jaren woedt er een juridische strijd om de namen van plantaardige producten als alternatief voor vlees en zuivel. De vlees- en zuivelindustrie beroept zich op Europese regels. Hoe zit dat precies?

Piet H. de Jong, ND
26 July 2024 08:56
De productnaam ‘Roombeter’ mag niet langer gebruikt worden. beeld ANP, Kim van Dam
De productnaam ‘Roombeter’ mag niet langer gebruikt worden. beeld ANP, Kim van Dam

De productnaam ”Roombeter” mag niet langer gebruikt worden door het bedrijf Upfield, een afsplitsing van het Unileverconcern. Eerder dit jaar haalde vegabedrijf Mr.Kitchen het plantaardige product ”Droomboter” al uit het winkelschap. De verwijzing naar zuivelproducten, zoals room of boter, voor plantaardige producten levert verwarring op voor de consument, vindt de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). Die spande een kort geding aan tegen Upfield.

De rechtbank Midden-Nederland heeft dinsdag duidelijkheid geschapen in dit conflict van belangen. De onduidelijkheid ontstond toen in maart van dit jaar de Reclame Code Commissie oordeelde dat er bij het plantaardige product Droomboter géén sprake was van misleiding van de consument.

Niettemin haalde Mr. Kitchen dit product uit het schap, na een waarschuwing van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en dreiging van de NZO met een kort geding. Dat kort geding kwam er uiteindelijk toch, toen de NZO bij de rechter vroeg om een verbod van Roombeter.

De rechter ging daarin mee en baseert zich op Europese regels en een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. De regel is kraakhelder en laat weinig ruimte over voor misverstand. Benamingen als ”room” en ”boter” mogen alleen gebruikt worden voor zuivelproducten, dus afkomstig van een dier. Om diezelfde reden werd eerder de productnaam ”havermelk” verboden, omdat het product niet van zuivel is gemaakt. Het werd toen omgetoverd tot “haverdrink”.

Juridische strijd

De rechter baseert zich op een uitspraak van het Europees Hof uit 2017. Toen bepaalde de hoogste rechter dat TofuTown, een Duits bedrijf, geen plantaardige producten op de markt mocht brengen met in de naam een verwijzing naar zuivel, zoals Tofuboter of plantaardige kaas.

Het  juridische verhaal is daarmee nog niet ten einde. De Hoge Raad in Nederland vonniste in 2019, in een zaak van de NZO tegen Alpro, omdat die een plantaardig product introduceerde als yoghurtvariatie. De Hoge Raad bevestigde een vonnis van het gerechtshof van Den Bosch: Alpro gebruikte niet de term ”yoghurt” en handelde niet in strijd met de Europese regels.

De recente uitspraak van de rechter Midden-Nederland betekent dat Upfield, met haar plantaardige producten, de concurrentie mag aangaan met de zuivelsector. „Zij mag op de verpakking vermelden dat het product een 100 procent plantaardig alternatief voor roomboter is. Zij mag haar nieuwe product promoten als beter dan roomboter omdat het beter is voor het klimaat. Zij mag alleen niet de benaming ”room” gebruiken in de naam van het product.”

Vegetarisch

De Vegetarische Slager moest van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een groot aantal productnamen veranderen. beeld ANP, Lex van Lieshout 

Een soortgelijke strijd heeft zich afgespeeld in de vleessector en de vegetarische varianten daarop. Productaanduidingen als ”kipstuckjes” en ”gerookte speckjes” werden afgeserveerd en voorzien van het voorvoegsel “vegetarisch”. Hans Dagevos, voedseldeskundige van Wageningen University, weet waarom er zo’n strijd woedt om namen van nieuwe plantaardige producten.

De makers van die plantaardige alternatieven proberen het traditionele dierlijke product zo dicht mogelijk te naderen qua smaak en smeerbaarheid. In die marktstrategie, zegt de deskundige, is het logisch dat men dan namen zoekt die verwijzen naar zuivel of vlees.

„Logisch dat makers van plantaardige alternatieven namen zoeken die verwijzen naar zuivel of vlees” - Hans Dagevos, voedseldeskundige van Wageningen University

Eiwittransitie

Op de achtergrond van deze strijd om de gunst van de consument, om al niet plantaardige producten te kopen, speelt de eiwittransitie een belangrijke rol. Het Europees Parlement sprak in oktober vorig jaar uit dat de productie van plantaardige eiwitten binnen de EU omhoog moet om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers. Behalve dat element speelt mee dat plantaardige producten minder belastend zijn voor het milieu en gezonder voor de mens.

De Nederlandse overheid wil het bestaande eetpatroon  –60 procent dierlijk en 40 plantaardig– verschuiven naar 50-50 in 2030. De grootste supermarkt, Albert Heijn, gaat nog een stap verder en streeft in 2030 naar een verhouding van 40 procent dierlijke eiwitten en 60 procent plantaardig in 2030.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer