Opstellen wilsbeschikking van groot belang
Islamitische organisaties riepen bekeerlingen deze week op een wilsbeschikking op te stellen. Het belang van het opstellen van zo’n codicil –hoe confronterend dat wellicht ook is– kan moeilijk overschat worden.
Het was een verdrietige zaak die deze maandag in de rechtbank van Zutphen diende. De 22-jarige Yara kwam op 26 juni samen met haar vriend om het leven bij een verkeersongeval. De twintiger had zichzelf volgens de Venlose moskee Al-Houda in 2023 bekeerd tot de islam.
Na haar overlijden wilden de ouders van de jonge vrouw hun dochter laten cremeren, zoals dat in de familiekring gebruikelijk was. Het voornemen tot crematie stuitte echter op verzet vanuit de islamitische gemeenschap waarbij Yara aangesloten was; cremeren is voor moslims immers onbespreekbaar. Een wilsbeschikking had de twintiger zelf niet opgesteld.
Het Venlose moskeebestuur startte een kort geding om lijkverbranding te voorkomen – gesteund door meerdere islamitische stichtingen en een samenwerkingsverband van Limburgse moskeeën. De zaak leidde uiteindelijk tot een compromis: Yara werd begraven op een door haar ouders gekozen natuurbegraafplaats waar eeuwigdurende grafrust –een belangrijke waarde binnen de islamitische traditie– eveneens gegarandeerd is.
Islamitische uitvaartfondsen en stichtingen worden met regelmaat benaderd door nabestaanden doordat bekeerlingen hun wensen om na de dood begraven te worden niet hebben vastgelegd, stelden islamitische organisaties in reactie op het kort geding. Non-profitorganisatie Stichting Najiba kondigde deze week daarom aan te starten met zogeheten wilsbeschikkingsdagen, om op die manier mensen te informeren en te helpen bij het vastleggen van hun laatste wil.
De zaak rondom deze jonge vrouw benadrukt het belang van het vastleggen van wensen rondom de uitvaart – voor iedereen, ook buiten de islamitische gemeenschap. Ook in christelijke kring is het opstellen van een wilsbeschikking immers nog zeker geen gemeengoed. Het is echter goed om te beseffen dat de wens van de overledene niet altijd per definitie samenvalt met de wens van de nabestaanden. Zeker niet als de achtergebleven familie bestaat uit een gemêleerd gezelschap, ook op kerkelijk vlak.
Het op schrift stellen van de eigen wil kan voorkomen dat het moment van afscheid en de teraardebestelling anders gaan dan de overledene had gewild. Daarnaast kan het helder vastleggen van de eigen wensen veel vragen en discussie in familiekring voorkomen; juist in een periode waarin door rouw en spanning de emoties hoog kunnen oplopen.
Zeker, praten over het levenseinde is moeilijk, kwetsbaar ook. En het opstellen van een wilsbeschikking is confronterend; de eindigheid en vergankelijkheid van het leven komen immers heel dichtbij.
En toch: het voorbereiden op het sterven hoort bij de verantwoordelijkheid van het leven. Geestelijk allereerst. Maar ook praktisch. Juist in dagen van rouw is het voor nabestaanden helpend als de overledene zijn of haar wensen duidelijk heeft vastgelegd. Op die manier is helder: zo wil de overledene het.