BinnenlandSeksueel grensoverschrijdend gedrag
Twijfels over uitvoerbaarheid van nieuwe wet tegen straatintimidatie

Op straat worden nagefloten, uitgescholden of zelfs achtervolgd. Vanaf 1 juli is straatintimidatie strafbaar en mag je hiervan dus aangifte doen. Maar agenten en boa’s voorzien problemen bij de handhaving van deze wet.

Zeker twee derde van de Nederlandse meisjes is weleens lastiggevallen op straat. beeld iStock
Zeker twee derde van de Nederlandse meisjes is weleens lastiggevallen op straat. beeld iStock

Komt straatintimidatie vaak voor?

Een zeer ruime meerderheid van de Nederlandse vrouwen en meisjes krijgt te maken met straatintimidatie. De cijfers verschillen per onderzoek. In 2021 concludeerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat twee op de drie meisjes en een op de drie jongens weleens zijn lastiggevallen op straat. Meisjes en vrouwen krijgen dus dubbel zo vaak te maken met straatintimidatie dan jongens en mannen.

Volgens belangenorganisatie Plan International zijn de cijfers nog hoger. Uit onderzoek in 2023, uitgevoerd door marktonderzoeker PanelWizard, kwam naar voren dat niet minder dan 83 procent van de Nederlandse meisjes ongewenst seksueel gedrag in de openbare ruimte heeft ervaren. Van de meisjes en jonge vrouwen die deelnamen aan het onderzoek is 31 procent aangerand, werd 46 procent weleens achtervolgd op straat en kreeg 46 procent seksueel getinte opmerkingen te horen.

Waarom is er een wet nodig?

Straatintimidatie heeft invloed op de levens van met name jonge vrouwen. Slachtoffers van straatintimidatie hebben bijvoorbeeld vaker last van stress en angst.

Van de meisjes en vrouwen tussen 15 en 25 jaar oud die deelnamen aan het onderzoek van Plan International, gaf 63 procent aan dat zij door seksueel ongewenst gedrag worden beperkt in hun bewegingsvrijheid: zij mijden bijvoorbeeld het openbaar vervoer, reizen nooit in hun eentje of nemen zelfs bepaalde banen niet aan omdat ze daarvoor ‘s avonds over straat zouden moeten.

Wat houdt de nieuwe wet precies in?

Het verbod op straatintimidatie is onderdeel van een nieuwe wet voor de aanpak van seksuele misdrijven. Seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar: niet alleen op straat, maar ook op publieke websites en sociale media.

Met ingang van 1 juli is het verboden om „een ander indringend seksueel te benaderen door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is”, zo luidt de wet. Hierop staat een celstraf van maximaal drie maanden of een geldboete.

Welke bezwaren zijn er?

Uit onderzoek van onderzoeksprogramma Pointer blijkt dat politieagenten en boa’s twijfelen aan de uitvoerbaarheid van het nieuwe beleid. Nu al is er een capaciteitsprobleem, waardoor gedane aangiftes regelmatig blijven liggen, zei voorzitter van de politievakbond Ramon Meijerink in de uitzending van Pointer.

Door de personeelstekorten bij de politie zal de handhaving voor een groot deel op de schouders van boa’s terechtkomen, verwacht Richard Gerrits, voorzitter van de vakbond BOA. In Rotterdam en Utrecht starten vanaf 1 juli pilots om boa’s op te leiden voor de aanpak van straatintimidatie.

Gerrits vindt het goed dat straatintimidatie wordt aangepakt, maar is sceptisch over de mogelijkheid tot handhaven. De aanpak van straatintimidatie komt namelijk bovenop het reguliere takenpakket van boa’s. Zij zijn een „duizenddingendoekje van de maatschappij aan het worden”, zei Gerrits in de uitzending. Ook is hij bang dat hun veiligheid in het gedrang komt.

„Beleidsmakers vinden dat er een probleem is en dat het opgelost moet worden, maar denken totaal niet na over de manier waarop dit het beste uitgevoerd kan worden”, vindt Gerrits.

De handhaving zal volgens Gerrits dan ook lastig zijn: boa’s zullen volgens hem in burger moeten patrouilleren, omdat mensen zich waarschijnlijk niet schuldig maken aan straatintimidatie als er een boa in uniform aanwezig is.

Ook leven er zorgen over de bewijsbaarheid van straatintimidatie. Als een vrouw wordt nageroepen door een onbekende en dit niet toevallig gefilmd heeft, hoe kan zij dan bewijzen dat er sprake was van straatintimidatie? En tegen wie moet zij aangifte doen als ze niet weet wie er precies geroepen heeft?

Een ander veelgehoord bezwaar tegen de wet op straatintimidatie is dat de vraag of iets intimiderend is, subjectief is. Zo kan nagefloten worden of een knipoog krijgen door de een als bedreigend ervaren worden, terwijl een ander er weinig moeite mee heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer