Het ijzeren hek van de Grote Kerk mag niet verdwijnen bij de herinrichting van de Kerkbrink in Hilversum. Dat bepleiten twee erfgoedorganisaties, de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk en het Cuypersgenootschap, bij de gemeenteraad.
De Kerkbrink wordt opnieuw ingericht. Het verheugt Albert Perk dat er veel bomen komen te staan. „Zoals kenmerkend was voor de brinken in het Gooi. Alleen dreigt nu het ijzeren hek van de Grote Kerk te sneuvelen. Dat is jammer, want het behoort beslist tot het plaatselijke culturele erfgoed”, schrijft de kring mede namens het Cuypersgenootschap in een brief aan de gemeenteraad.
Volgens de organisatie zijn er „voldoende historische redenen” om het hek te behouden. „Eeuwen geleden was er een afscheiding nodig tussen de graven bij de kerk en het openbare gedeelte van de belangrijkste brink van het dorp. Dat is ooit een stenen muur geweest, zoals zichtbaar op een gravure uit 1762. Later is die muur vervangen door een ijzeren hekwerk. Het huidige stamt uit 1863 en is een laatste restant van die historische situatie.”
Albertus Perk vraagt niet het hek een monumentenstatus te geven, maar hoopt dat het geïntegreerd kan worden in de plannen. Daarvoor ziet de kring genoeg mogelijkheden. „Het hek draagt immers bij aan de bescherming tegen mogelijk vandalisme en het kan zodanig worden aangepast (een nieuwe hekpoort erbij) dat de doorgang naar de voormalige begraafplaats ”Gedenkt te sterven” (1792), nu De Hof, toegankelijker wordt gemaakt. Deze doorgang achten wij vanuit cultuurhistorisch oogpunt een verrijking.”
In de Grote Kerk komt ’s zondags de wijkgemeente van de protestantse gemeente Hilversum samen die zich verwant voelt met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.